Eens in de zoveel tijd beluisteren we een album dat al enige tijd geleden uitkwam. Vaak recenseren we het dan niet meer, maar in het geval van Tindouf van Savana Funk zou dat zo godvergeten zonde zijn. Dit is echt een album dat het verdient om ontdekt te worden.
Tindouf is een verzameling van instrumentale, vaak enigszins psychdelische, altijd funky jazzrock met hier en daar een vleugje surf. Het is meeslepend van het begin tot het eind en meermaals viel mij in hoe treffend de naam van de band is gekozen. Er is een overduidelijke rootsinvloed te beluisteren en dat savana associaties met Afrika oproept is in dezen zonneklaar. Dat de band als thuisbasis het Italiaanse Bologna heeft is eerder te halen uit het Italiaans voor grasvlakte dan uit de muziek.
Funky is het in elk geval. Tindouf wordt afgetrapt met het opzwepende Fuga de Gorèe, dat veelzeggend eindigt met het uithijgen van de drummer. Het nummer is een perfecte fusion tussen (Noord-)Afrikaanse gitaren en westerse funk. Wie overigens niet van lang uitgesponnen gitaarsolo’s houdt kan nu net zo goed stoppen met lezen. Tindouf is ervan doortrokken en dat geldt zowel voor elektrische als basgitaar.
Ondanks de naam is Afromoon minder Afrikaans dan men zou denken. Het nummer is vooral een heerlijke lome track die het midden houdt tussen jazz, blues en ambient funk. Behalve het steady baswerk van Blake C.S. Franchetto, dito drums door Youssef Ait Bouazza en verrassende percussie door Max Custlunger, wordt de aandacht prettig verdeeld over de gitaarklanken door Aldo Betto en die van de synthesizer door Nicola Peruch. Op Il ghepardo gaat het tempo weer flink omhoog. Mede door de gitaar is het een van de nummers die het meeste rockt.
Tindouf is een stad in Algerije die een groot vluchtelingenkamp herbergt in Hammada-vlakte dat ook wel Devil’s Garden wordt genoemd vanwege het onherbergzame klimaat, de extreme hitte en zandstormen. Savana Funk verbeeldt het verblijf daar nog vriendelijk met een fantastische zeven minuten durende title-track die behalve Noord-Afrikaans aandoet, rockt tot en met en elementen van surf combineert met blues en funk.
Net als je denkt dat het niet beter kan worden – we zijn inmiddels over de helft van het album, waarvan de nummers overigens ontstonden als soundcheck en post-concert jams, en dat reeds in 2019 in een embryonische staat was – is daar The Invisible Man, een nummer dat klinkt als een soundtrack voor een film die je zelf nog mag bedenken. Hetzelfde geldt voor Keta Diva, een detective op een tropische locatie, met of zonder dure sportwagens, maar zo fascinerend dat je nodeloos Netlflix checkt of er al een vervolg is.
Hierbij wil ik iedereen oproepen die deze recensie tot aan dit punt heeft gelezen om Tindouf, en ik bedoel niet het nummer, maar het volledige album, in zijn playlist te zetten voor het restant van de zomer. Je zult er geen spijt van krijgen. Sterker nog, ik denk dat je er de rest van je leven veel plezier van zult hebben.