In Deluge In The South laat Squirrel Flower alias Ella Williams na elke strofe het liedje doodbloeden. Het komt bijna tot stilstand, om dan het tempo weer op te pakken en voort te gaan, op naar de volgende pauze. Grappig, ongewoon. En zo is er in elke song op haar derde album wel iets te ontdekken dat ongewoon en boeiend is. Hurt A Fly is boeiend vanwege een ongemakkelijk aandoende akkoordenwisseling. Opener I’ll Go Running heeft een beetje dat ongepolijste in het vroege werk van PJ Harvey. En In Roadkill zingt ze zo broos en kwetsbaar melodieus dat het aan Low doet denken. En in Night schakelt ze moeiteloos van zacht folk liedje naar shoegaze gitaargeweld, en weer terug.
Williams schreef het materiaal voor deze plaat voor er sprake was van een lockdown, en trok afgelopen najaar naar Londen om er met producer Ali Chant, die werkte met PJ Harvey, deze nummers op te nemen. Niet live – in het najaar wilde je denk ik in Londen liever niet met een aantal mensen in een kleine ruimte verblijven – maar laag voor laag. Zo kan het dat haar vrienden en familie te horen zijn op de plaat, evenals Bristol-drummer Matt Brown en Portisheads Adrian Utley. Ali Chant doet er mooie dingen mee. Zijn grof klinkende productie en prachtig klinkende overstuurde gitaren passen mooi bij het eigenzinnige songmateriaal. Hij pakt het niet vol, laat vaak alleen een korrelige gitaar en de stem van Williams het werk doen. Alleen al om hoe het klinkt zet je het graag op.
Planet (i) van Squirrel Flower is een prachtig album van een singer-songwriter die nieuwe wegen niet schuwt en met die avontuurlijke instelling prachtige dingen maakt. Soms ook heel gewoon hoor, zoals in Iowa 46 of Desert Wildflowers, maar dan klinkt haar versie van een folkliedje toch weer als een open zenuw en is de zang zo close opgenomen dat je elke ademtocht, elke emotie rauw hoort. Zo dichtbij, alsof je er naast zit. Een album dat je beter niet over het hoofd hebt gezien.