Een gouden tip van schrijver Simon Carmiggelt: als je geen idee hebt waar je over moet schrijven, schrijf dan over je kat. Welnu, sinds een tijd heb ik er een huisvriend bij: kater Marx (het is een rooie), een aanloper. Aanvankelijk een mee-eter, die zich samen met andere buurtkatten tegoed deed aan het kattenvoer dat ik buiten zette. Het begon op te vallen dat ‘ie niet meer weg was te slaan. Toen ‘ie op een dag op drie poten aan kwam hinken, kon ik het niet over mijn hart verkrijgen hem naar de dichtstbijzijnde dierenarts te verwijzen en besloot ik ‘m dan maar in huis te nemen, waarna mijn bankstel als kattenbak in gebruik werd genomen en m’n huis stonk als de hel. Wat volgde waren consulten bij de dierenarts, medicijnen, een operatie aan een poot, nog meer consulten omdat meneer enkele keren gehavend uit nachtelijke strijd kwam, ballen er af, bankstel zo goed en zo kwaad mogelijk geurvrij maken, kattenbak in huis gehaald, kattenluikje laten aanbrengen en ga zo maar door. Uiteindelijk bedroeg de schade voor mezelf zo’n 1000 ballen, maar dan heb je ook wat. Ik denk er over om ‘m – als ‘ie kattiewijlen is – maar op te laten zetten, om nog wat terug te zien van deze diepte-investering.
Laten we het dan maar eens hebben over katten in de popmuziek, met enige dichterlijke vrijheid. Twee onverbiddelijke aanraders voor muziek- en kattenliefhebbers om te beginnen. Will Johnson (onder andere Centro-Matic) maakte als South San Gabriel het conceptalbum The Carlton Chronicles – Not until the operation’s through. Een fijn plaatje voor slowcore en Americana-aficionados. Hoofdpersoon is Carlton de kat, met wie het helaas niet goed afloopt. Een mooie kattenverzamelaar is Feline groovy – 24 purrfect tracks for kool cats. Twee dozijn liedjes over katten, in diverse muzikale stijlen. Spinnen van plezier met nummers van onder andere The Coasters, Sonny James, Lee Dorsey en slipjesverzamelaar Tom Jones (‘a man who has seen more pussy than a toilet seat’). Slangenmens Lux Interior trakteerde met The Cramps op een kattensnoepje in Can your pussy do the dog?. Robert Smith (The Cure), steevast getooid met een ontploft vogelnestje op zijn hoofd en bijgestaan door een blinde visagist met Parkinson, blijkt ook een kattenliefhebber te zijn, getuige All cats are grey en The lovecats. Tijdgenoten U2 hadden het op hun debuutalbum over een zwarte kat (An cath dub) voor een analogie met sex. Potje skanken? Dat kan met Roland Alphonso’s El pussycat ska. In eigen land vertederde in een ver verleden Tom Manders alias Dorus kijkbuiskinderen groot en klein. Moet je tegenwoordig eens proberen, een peuter op schoot zetten bij een zwerverstype. Boegbeelden van de Volendamse palingsound The Cats snorden vrolijk mee op Sure he’s a cat. Mogen ook niet op een poezenparty ontbreken: The Stray Cats (Stray cat strut), Squeeze (Cool for cats), Bill Haley (Pink eyed pussycat), Alice Cooper (Gutter cat), Danielle Dax (House-cat) en Mud (The cat crept in). En vooruit, doen we er Miep Brons ook nog bij (Wie wil er m’n poessie effe zien).
Mocht reïncarnatie daadwerkelijk bestaan, dan opteer ik er voor om als kat terug te keren. Overdag een beetje luiwammesen en ‘s nachts op pad voor wat vertier en avontuur. Alleen geen trek om dan met andere katers te gaan knokken. Ben ik toch te zeer een ‘pussy’ voor.