Hoe vaak overkomt het je dat al bij de eerste klanken van een nieuwe plaat de haren op je armen overeind gaan staan: instant kippenvel. Het is de herkenning; alsof een oude goede vriend ineens grijnzend voor je deur staat. Het is die snerpende stem, diep verborgen in eindeloze lagen van gitaren. Het is de energie die uit de speakers knalt. Het is die melancholie verpakt in ijzersterke puntige liedjes. Bob Mould is terug en hij is in topvorm.
Na matig ontvangen solowerk, waar Mould zich waagde aan meer elektronische uitstapjes, is hij weer op het bekende pad teruggekeerd. Beauty and Ruin is alleen feller, telt meer uptempo nummers en zweeft zodoende letterlijk en figuurlijk tussen het werk van Sugar en Hüsker Dü. Opener Low Season klinkt nog als een log en gedragen vervolg op Hoover Dam, maar daarna gaat het gaspedaal naar de vloer. De plaat telt weer meer nummer op een furieus Hüsker Düriaans tempo. I Don’t Know You Anymore is de logische single: catchy as hell en een instant meezinger. En zo gaat het maar door, het houdt niet op, 12 nummers lang.
Het debat over de nieuwe plaat van Mould moet vooral gaan over de vraag of dit tot zijn beste werk ooit moet worden gerekend. Beter dan wat hij presteerde met Hüsker Dü, beter dan Sugar, beter dan zijn solowerk. Niet of zijn werk vernieuwend is of nieuwe paden inslaat. Dat is zeker niet aan de orde. Beauty and Ruin is een logisch vervolg op Silver Age. Het verschil zit ‘m in de samengebalde energie en het zelfonderzoek dat Mould doet in zijn teksten.
De energie is zondermeer terug te voeren op het driemanschap dat zich de laatste jaren heeft gevormd. Mould kent bassist Jason Narduci al zo’n 25 jaar. Superchunk-drummer Jon Wurster schoof zo rond 2005 aan en net als bij Mould stroomt bij hem punkrock door de aderen. Het resultaat is een hechte band die live en, mede dankzij een frisse aanpak in de studio (lees het Muzine-interview met Bob Mould), ook op de plaat spettert.
In 2011 rondde Bob Mould zijn biografie af. Een periode van zelfreflectie waarin hij ontdekte dat hij zelf nooit één moment heeft genoten van zijn succes. Wat zijn muziek betekent voor anderen, werd hem duidelijk tijdens een door onder andere Dave Grohl georganiseerd tribute-concert (bekijk de documentaire See a Little Light). Die twee gebeurtenissen leverden Mould inspiratie en energie om Beauty and Ruin te maken.
Beauty and Ruin behoort tot de allerbeste albums van Bob Mould. En dat hij het plezier in het maken van muziek weer heeft hervonden, geeft hoop dat deze bron van luisterplezier nog lang niet is opgedroogd.