‘She took off her dress, and I must confess, I led her to my humble bed, and we and we embraced the night under my sheets’, zingt Ramon Margharitis, lead zanger van de Zwitserse formatie Manolo Panic op gedragen toon. Want er is iets serieus aan de hand: dit meisje heeft hulp nodig! ‘Verrek, heb ik dat, ademt ze nog? vervolgt het titelnummer ‘Helpless & Strange’. Een plotselinge break; een spooky klinkende synth zwelt aan en brengt de toehoorder in een klap in een slechte b-film uit de jaren vijftig waarin de kijker met standaard geluidjes in een gemoedstoestand wordt gebracht. ‘Ik weet niet eens hoe je heet en nu laat je me achter, hulpeloos en vreemd’, is de payoff waar zanger Ramon ons op trakteert. Vreemd? Me dunkt!
Het titelnummer van het 13 nummers tellende nieuwe album van de Zwitsers verraadt dat de frontman geen groot tekstdichter is. Of zich bedient van een Zwiserse versie van steenkolen Engels. Op den duur wordt het ook nog irritant dat alle clichés op een scanderende wijze worden ‘gezongen’; alsof Ramon eigenlijk liever rapt.
Het glazuur springt je van de tanden; in vier pogingen lukt het niet de hele plaat in een keer uit te luisteren.
Positief aan deze 13 nummers tellende plaat is dat de productie overal open en prettig klinkt. Geholpen door het feit dat de zanger en de band 13 nummers lang volkomen fantasieloos netjes binnen de lijntjes kleuren. Hap slik weg; morgen weer vergeten.