Een tijdje terug hadden we weer eens een tourmanager op bezoek die vrij veeleisend was. Nu zijn onze stagemanagers daar zelden echt van onder de indruk. Sterker nog, ik heb vaak het idee dat ze het een sport vinden om ervoor te zorgen dat iedereen tevreden naar huis gaat, hoe moeilijk de avond soms ook verloopt.
Deze tourmanager had bij binnenkomst meteen een waslijst van dingen die moesten gebeuren. Zodra onze stagemanager even wegliep, bijvoorbeeld om zoals gevraagd de setlist te printen, zoemde zijn telefoon, omdat de tourmanager het stopcontact niet kon vinden. Of omdat hij niet snapte hoe zijn parkeerkaart werkte.
Tijdens de show bleef hij zenuwachtig achter onze stagemanager aan drentelen om nog een keer de route naar het hotel te checken, of om te vragen of er straks wel iemand was die kon helpen met het inladen van de merchandise.
Rond middernacht stapte de band eindelijk in de bus en kon onze stagemanager naar huis.
Na tien minuten fietsen, ging zijn telefoon.
De tourmanager.
Wat nu weer? Zou de bus pech hebben gekregen? Waren ze toch nog spullen vergeten?
Met tegenzin nam onze stagemanager al fietsend op.
‘Kijk eens naar links, we rijden naast je!’
Onze stagemanager keek naar links en zag de tourmanager en de bandleden vanuit hun busje vol enthousiasme naar hem zwaaien.
Alsof ze elkaar al jaren niet hadden gezien en het heel toevallig was dat ze elkaar tegenkwamen in de buurt van Rotown.
De tourmanager bleek verder geen vragen meer te hebben.
Uiteindelijk gaat iedereen altijd tevreden naar huis.
Minke Weeda
(voor het maken van een illustratie is gebruik gemaakt van ai)