Grootvader is met het klimmen der jaren stilaan geëvolueerd van FOMO naar BTDT. Oftewel: van ‘Fear Of Missing Out‘ naar ‘Been There, Done That‘. Met af en toe een lichte terugval. Die evolutie manifesteert zich met name bij de aankondigingen van de zomerfestivals.
Vroegah was het zo: een festival presenteerde enkele maanden van tevoren de line-up, gaf aan waar en wanneer de kaartverkoop van start zou gaan, waarna je bij een voorverkoopadres in de rij mocht gaan staan om een hard copy ticket te scoren, dat na afloop van het festival in je schoolagenda belandde of in een mapje met andere concerttickets. Die tijden zijn al lang voorbij. De laatste tonen van de headliner van een festival zijn tegenwoordig nog niet weggestorven, of je wordt al bestookt met aftermovies, de datum van de volgende editie en een opgewekt ‘see you next year!’. Vervolgens duurt het niet lang voordat de handige jongens van de marketingafdeling je lekker proberen te maken met DE EERSTE NAMEN! (mmm, prima bandnaam, realiseer ik me nu…). Na eventueel nog wat artiesten gedropt te hebben, wordt dan de start van de voorverkoop aangekondigd. Aftellen en opletten geblazen, want wanneer je er – zonder dat er al namen zijn gelost of met slechts een deel van het affiche bekend – ab-so-luut bij wil zijn, dan dien je een early bird ticket te bemachtigen. Niet gelukt? Dan mogelijk aanschuiven in een digitale wachtrij.
Grote festivals zijn geen charitatieve instellingen, dus als zich een mogelijkheid voordoet voor een nieuw verdienmodel, dan wordt er gretig toegehapt. ‘Greed’ is ook in de nog altijd uitdijende festivalwereld ‘good’. Met als gevolg dat de tweedeling die zich in de maatschappij voltrekt, ook in festivalland zichtbaar is. Waar het plebs zich tevreden moet stellen met een plekje op het gras, in de modder of op een houten tentvloer, is voor degenen die beter in de slappe was zitten en het wat breder kunnen laten hangen, een nieuw fenomeen gecreëerd: het VIP-deck. Niet langer met een zelfgesmeerd en geplet broodje kaas de wei op, maar verheven boven het klootjesvolk oesters slurpen en champie klokken, met uitzicht op het hoofdpodium. ‘Très rock & roll…‘
Nou behoor ik als bandjesmannetje toch al tot een uitstervend ras. Bij festivals als Lowlands en Pukkelpop lijkt het er op dat de gitaarbandjes als een obligaat voorprogramma fungeren, voordat het dansvolk zich ‘s nachts in het zweet mag stuiteren bij de dj’s en dance-acts van dienst. Naast het feit dat het in mijn geval stilaan een beetje pathetisch zou zijn om na inname van wat snoepgoed uit de huisapotheek een nacht lang door te halen, zegt het gros van de danceprogrammering me ook bitter weinig en is het voor mij inmiddels geen vraag, maar eerder een weet of ik dat erg moet vinden. Kortom: van de meeste festivals gaat mij niet zo snel de broek bollen.
Dat gezegd hebbende: zojuist kaartjes gescoord voor twee dagen Rock Herk (B) in juli. Niet te missen.
DJ 45 Frank