Solomon – It’s All Downhill From Here

Als je de debuutplaat van Maastrichts Solomon opzet word je onmiddellijk gegrepen door de stem van Koen de Witte. Hij is gezegend met een ferme strot, kan heerlijk uithalen, maar ook ingehouden met veel expressie zijn verhaal vertellen. Altijd met een trillertje in de stembanden, wat het net een extra theatraal tintje geeft dat goed past in de sfeer van de muziek. Zijn keelklank doet denken aan Eddie Vedder.

It’s All Downhill From Here is een gevatte titel voor het ambitieuze debuut van Solomon. De plaat opent met Beautiful Drifter, en legt daarmee gelijk de lat hoog. Zoals gezegd komt de stem van De Witte meteen binnenzetten. Het nummer staat bol van goed klinkende elektronica en knap uitgewerkte productionele grapjes. De ear candy geeft direct de indruk dat we met een dure en verzorgde productie te maken hebben. En die indruk blijft gedurende het album: het klinkt als een klok en kan zich qua sonische impact meten met de rockgoden op deze planeet. Dat wordt verklaard in de biografie van de band, waarin met internationale namen wordt gesmeten. De Britse en tweevoudig grammy-genomineerde producer Christopher Elms is erbij gehaald (Björk, Ben Howard), ‘master engineer’ Tim Debney (Thom Yorke, Mumford&Sons, Bastille, Keane) mocht erop letten dat alle kabeltjes werkten, de band is getekend door indielabel Meet Me There Music (Lakshmi, Yori Swart) en het internationale agentschap GlassVille Music doet de boekingen. Met zulke huurlingen kan het bijna niet meer mis gaan, zou je zeggen.

En inderdaad is It’s All Downhill From Here een indrukwekkend album vol melancholische en een tikkie duistere liedjes, gehuld in een grootse productie met als voornaamste troef die strot van De Witte. Solomon spiegelt zich aan indie-collega’s als Elbow, Bon Iver, The National, Editors en Radiohead maar pakt op hun debuut toch vooral uit als een stevige rockband met een voorliefde voor iets rsutiger melancholische liedjes. Een band ook die af en toe stevig wil uitpakken. Neem nu Run (You’ve Got To) is een grootse rocksong met dito sound en gillende gitaren. En dat zorgt er voor dat je bij het beluisteren in dubio komt te staan; neigt dit naar grootheidswaanzin, is dit niet te pompeus, te opgepompt? Of past deze grootse sound juist heel goed bij de sfeer in de liedjes en het steeds gevoelige persoonlijke verhaal dat wordt verteld? Luister en oordeel zelf welke kant de munt uitvalt en vraag je met ons af: kan het na zo’n overweldigende start vanaf nu enkel nog maar ‘downhill‘?

Plaats een reactie