Love the Stranger, zo heet het debuutalbum van het in Philadelphia gevestigde viertal Friendship. Het album ziet op 29 juli het levenslicht onder de vlag van het Merge Records label en het is een veelbelovend debuut.
Door: Wilfrid Reijntjes
De lp is geproduceerd door Friendship zelf, in samenwerking met producer Bradford Krieger, en bevat 17 tracks, vaak minimalistisch gebracht met eenvoudige composities en dito teksten. Zelf noemen de heren, gitarist Peter Gill, drummer Michael Cormier-O’Leary, bassist Jon Samuels en ‘hawkeyed balladeer‘ Dan Wriggins het album een ‘roadtrip‘ door de Amerikaanse country, gebracht met een vleugje punk-humor.
Dat bleek ook al uit de bijzondere single Hank, die het album vooruit gesneld was. Volgens zanger Dan Wriggins, een handarbeider en dichter van Friendship, is Hank ‘een lied over wanneer je iets gaat repareren dat kapot is en je realiseert dat het gereedschap waarmee je het moet repareren ook kapot is.’
De bijzondere stem van Wriggins doet denken aan Lou Reed in zijn Velvet Underground-dagen, maar in de verte komt ook Townes van Zandt om de hoek kijken. En als je af en toe klinkt als zanger en poëet Gord Downie, frontman van The Tragically Hip, in de laatste dagen van zijn muzikale leven, dan kun je wat mij betreft niet meer stuk.
Love The Stranger telt maar liefst 17 tracks, en dat hadden er wat mij betreft best een paar minder mogen zijn. ‘Liedjes’ als Blue Canoe, Quickchek en Kum&Go duren nauwelijks een halve minuut en lijken eigenlijk meer op wat pogingen tot humor dan op echte toevoegingen aan het album. Er zal ongetwijfeld bewust voor zijn gekozen om ook onaffe liedjes op de lp te zetten, maar als Friendship ze had weggelaten was het album zeker zo goed geweest, zo niet beter.