‘Amelia, we love you’, schreeuwt iemand uit de grote zaal van Paradiso het duo Sylvan Esso toe. De twee baden in een zee van ruimte op dat grote podium. En tegelijk vullen ze die ruimte met gemak met een overdosis persoonlijkheid en tomeloze energie. Je moet wel van steen zijn om niet te vallen voor de kleine innemende en o zo beweeglijke verschijning van zangeres Amelia Meath. Sylvan Esso pakt Paradiso met groot gemak in.
„Mensen vragen ons wel eens of we niet meer mensen nodig hebben. Maar dat idee is echt nooit bij ons opgekomen. Ten eerste omdat je nooit, maar dan ook nooit keuzes moet maken gebaseerd op angst”, vertelt Amelia Meath in een kleine kleedkamer in Paradiso voor zij het podium op gaan. Nick Sanborn laat er het zwijgen toe maar steekt zijn vinger op bij wijze van ondersteuning aan die opmerking. „En bovendien, verdien je met zijn tweeën zooooo veel meer geld”, zegt de zangeres om daarna in lachen uit te barsten.
Nee, Sylvan Esso heeft verder niemand nodig om hun muziek live tot leven te brengen. Sanborn staat achter een kleine opstelling al dansend op toetsen te drukken en aan knoppen te draaien; Emilia Meath naast hem met enkel een microfoon en vooral veel bewegingsruimte om haar heen. Die heeft ze nodig voor de soms acrobatische toeren die zij uithaalt tijdens het zingen en dansen. „Ik denk daar helemaal niet bij na. Het gebeurt gewoon. Het was er direct toen we de allereerste keer samen muziek gingen maken. En het is ook heel veel nerveuze energie trouwens.” Haar benen steekt ze soms indrukwekkend hoog op. Extra opvallend door de schoenen met enorme plateauzolen die zij draagt. „De kinderen in onze buurt noemen haar ‘stelten’”, grinnikt Sanborn. „Hee, het zijn wel de schoenen die de Spice Girls vroeger droegen. I love them! En het helpt. Want ik ben maar 1 meter 57 en de zolen die ik op het podium aan heb zijn ruim 10 centimeter.”
Compensatie bieden voor wat ontbreekt, is hier het motto. Dat geldt ook voor de show van Sylvan Esso, dat in de VS voor volle zalen met duizenden mensen optreedt. Dan is er toch wat meer nodig dan de gymnastiek van Meath alleen. „We hebben de productie steeds opgeschaald naar mate de zalen groter werden waar we speelden. Het uitgangspunt is dat we een show willen neerzetten waarvan mensen na afloop denken; dit is misschien wel de coolste show die ik ooit in deze zaal zag”, legt Sanborn uit. Een eigen lichtshow is daarbij hun voornaamste wapen. „Het doel van een show is om de energie te versterken. En niet om het publiek naar iets te laten kijken. De productie moet in het verlengde liggen van ons en onze muziek”, beaamt Meath. „Mensen betalen in de VS soms wel 35 dollar voor onze show. Dat vind ik veel geld. Ik probeer me dan te verplaatsen in iemand die de zaal binnenkomt. Die verwacht wat. En wij moeten iets brengen wat dat geld waard is en past bij zo’n grote zaal. Ik wil dat mensen weggaan met het idee ‘dit was echt alles waar ik op durfde te hopen’.”
Sylvan Esso springt er in de electroscene uit vanwege de eigenaardige combinatie van Amelia Meath – een zangeres met een folk achtergrond – en producer Nick Sanborn die in talloze meer en minder succesvolle bandjes een bijdrage leverde. Bij Sylvan Esso tekent hij voor de tot op het bot uitgeklede electro die de meanderende zang van Meath alleen waar het nodig is ondersteunt. Hoe die twee tegenpolen bij elkaar zijn gekomen en samen muziek zijn gaan maken is een wonderlijk verhaal, ook voor de twee zelf, zo blijkt als we er naar informeren.
Sanborn: „Ik speelde een keer in een voorprogramma van haar groep Mountain Man (a capella folk, red.). Toen hebben we elkaar leren kennen en sindsdien contact gehouden omdat we elkaars muziek leuk vonden en het goed met elkaar konden vinden. Een paar jaar later vroeg ze mij om een remix te maken van een nummer dat ze voor Mountain Man had geschreven. Daar heb ik toen heel lang over gedaan. Wel een jaar… Het bijzondere van hun groep is de fragiele agressiviteit. Dat klinkt misschien raar, maar de muziek klinkt zoet terwijl haar teksten heel persoonlijk en intens zijn. Een producer die daar een remix van probeert te maken heeft alleen hun stemmen om mee te werken. Ik liep er al snel op vast dat alles wat ik toevoegde het alleen maar slechter maakte. Ik verruïneerde het voor mijn gevoel; enorm frustrerend! Tot ik eindelijk de mentale sprong maakte door hun stemmen als instrumenten te gaan zien en te gebruiken om de richting op te gaan die ik wilde met dat liedje. Dat moment was alsof er een deur open ging en ik het ineens begreep.”
„Ik had hem gevraagd omdat ik gewoon wist dat hij heel goed was”, onderbreekt Meath. „En het is nogal zeldzaam dat je iemand leert kennen die ook ergens goed in is en die je dingen laat voelen. Daarom heb ik dat nummer naar hem gestuurd.”
Sanborn: „Maar je had het ook gewoon naar anderen gestuurd!”
Meath: „Ehhh…. Jaaaaa…”
Sanborn: „Die vond je dus ook allemaal erg goed?”
„Ik kreeg dat nummer toegestuurd op een voor mij bijzonder moment”, vervolgt de producer onverstoorbaar. „Ik had in allerlei bandjes gespeeld maar nooit echt de touwtjes in handen gehad. En op een gegeven moment gingen die bandjes dan weer uit elkaar zonder dat ik er iets aan kon doen. Ik kwam zo in een fase in mijn leven waarin ik alles eens op een rijtje zette, het idee had dat ik nog nooit iets had bereikt, en niet meer goed wist wat ik nu verder wilde. En toen kwam die remix. Ik heb mezelf toen gezegd dat ik nu echt van mijn luie reet moest komen en iets doen waar ik echt achter sta en echt van mij is. Iets waarin ik bij wijze van spreken de enige ben die kan beslissen om er mee te stoppen en niet afhankelijk van anderen. En die remix was het eerste dat ik maakte waarbij ik voelde dat ik er iets aan toe kon voegen waardoor het echt beter werd. Dat werkte alsof het licht in een kamer aanging. Ik kon zo afrekenen met een hoop bullshit uit mijn verleden. Het gaf mij het gevoel dat ik wel goed genoeg ben en wel echt iets kan.”
Meath: „Maar ondertussen dacht ik gewoon dat je te lui was om het af te maken omdat ik nooit meer wat van je hoorde. Terwijl ik had verwacht dat je het zo uit je mouw zou schudden. Ik was me niet bewust dat het bij jou zo veel in beweging bracht.”
Sanborn: „Ik heb nog een heleboel verschillende versies van dat nummer gemaakt.”
Meath: „Wat?? Echt waar?”
Sanborn: „Ook een met een gitaar er in…”
Meath zakt vol verbazing onderuit op een bank en schudt haar hoofd vol ongeloof. Sanborn vervolgt zijn verhaal: „Ik werkte dus aan Play It Right. Het moeilijke was dat ik weg wilde blijven van haar zanglijn. Ik ben een enorme fan van haar stem, haar manier van zingen en componeren.. en alles…. Het was voor mij dus een zoektocht naar wat ik kon doen om haar te ondersteunen, maar net genoeg om het te versterken zonder dat het in de weg gaat zitten. Het moet in elk geval niet de aandacht trekken maar het nummer juist naar een hoger plan trekken.”
Dat is dus het geheim van de begeleiding die de electro van Sylvan Esso zo bijzonder maakt. De begeleiding is minimaal; een beat, een hint van een toon. Meath: „Bij het opnemen zijn we vooral bezig uit te vinden wanneer we moeten stoppen met het toevoegen van dingen. Dat weet je als het minder wordt als je er iets bij doet en weer beter als je het weghaalt. Zo ontdek je dat.”
Sylvan Esso is uitgegroeid tot een koekoeksjong dat vrijwel alle andere muzikale activiteiten van Sanborn en Meath uit het nest heeft verdrongen. Deze band is nu waar zij al hun energie in steken. En eigenlijk voelden ze dat al aan toen zij voor het eerst samen liedjes componeerden. „Je moet je er ook aan over kunnen geven, anders wordt het sowieso niks”, zegt Meath stellig. Sanborn: „Toen we begonnen heb ik bedacht dat we ook niet veel nodig hebben omdat we maar met zijn tweeën zijn. Als we alleen benzinekosten hebben, bij vrienden kunnen slapen, dan moeten we er van rond kunnen komen als we per jaar een half jaar kunnen optreden en we per optreden 300 dollar verdienen. Zo zijn we begonnen, nu gaat het goed en ik ben er erg tevreden mee.”
De twee brengen nu veel tijd samen door en werken aan hun derde album. Hun muziek begint meestal met een zanglijn van Meath waar Sanborn dan zijn bouwblokken onder schuift. „We praten heel veel”, zo beschrijft Meath het schrijfproces. „Ik leg Nick dan bijvoorbeeld uit wat voor emotie ik wil dat een luisteraar in een nummer voelt. Bijvoorbeeld: het moet voelen als het moment dat je een feestje verlaat, de deur achter je dichttrekt en dan merkt dat het buiten sneeuwt. Dat soort weirde shit.” „Tja”, verzucht Sanborn, terwijl hij naar het plafond van de kleedkamer staart. „Maar zij moet ook heel wat met mij doormaken. Ik ga raar ademhalen als ik met een koptelefoon op aan het mixen ben. En dat klinkt zo…” Sanborn zucht, steunt en hakkelt luidruchtig. „Pfft, ja, dat heeft te maken de spanningsboog in een nummer. Die is vaak heel belangrijk en draagt het hele arrangement. En in die eindfase van het mixen, dan is het alsof je weet wat er nodig is voor de song. Ahhh, ffff, ppfff, telkens als het me nog teleurstelt wat ik hoor, dan ga ik dus heel zwaar ademen. Daar moet ik eens wat aan doen, ik weet het…”
Lees de recensie van het onlangs verschenen tweede album van Sylvan Esso What Now
