The Ramona Flowers: ‘We zijn een ambitieuze band’

‘Ze staan op de drempel van grootsheid’, schreef de gezaghebbende Engelse krant The Guardian onlangs over het vijftal uit Bristol The Ramona Flowers. En het leuke is dat ze dat zelf niet ontkennen. „We zijn een ambitieuze band en we willen succesvol zijn”, zegt zanger Steve Bird zonder blikken of blozen.

Bassist Wayne Jones trekt een stoel bij in de kleedkamer van de Rotterdamse schouwburg en vertelt vol bewondering over de plaatsen waar zij spelen in Nederland. „Wat een prachtige zaal hier in Rotterdam. En gisteravond in Nijmegen was het ook al zo’n mooi poppodium.” The Ramona Flowers trok onlangs in de kielzog van Lamb door Nederland. De band presenteerde in juni hun debuutalbum Dismantle and Rebuild en pakt nu elke kans om zich bij het grote publiek bekend te maken.

Voor de spiegel in de kleedkamer staat een laptop met wat kleine metalen doosjes er omheen die het mogelijk maken muziek op te nemen. Wayne Jones speelde in de kleedkamer nog baslijntjes in voor wat nummers moeten worden voor het tweede album. „We hebben al een stuk of zes nummers klaar. Nog niet tot in de puntjes, maar we zijn al goed op weg om materiaal te hebben voor de tweede plaat. Het idee is om ergens in het voorjaar van 2015 de studio in te gaan zodat de plaat ergens volgend jaar kan verschijnen”, legt gitarist Sam James uit.

Momentum
The Ramona Flowers wil er graag de vaart inhouden. „We willen het momentum dat we nu hebben goed gebruiken”, zegt James, de oudste van het gezelschap twintigers en voornaamste woordvoerder. „Wat je vaak ziet is dat een band erg lang doet over een eerste plaat. Als ze daarmee succes krijgen, gaan ze toeren en hebben ze nergens anders meer tijd voor. En als de plantenmaatschappij dan vraagt waar de opvolger blijft moeten ze zeggen ‘we hebben nog niks’, fluistert Bassist Wayne Jones van achter zijn hand alsof hij een geheimpje vertelt. „Daarom doen wij nu onze best om nieuwe nummers te schrijven. Zodat we iets hebben om op voort te bouwen als we succes krijgen.”

Ook onderweg ontstaat nieuw repertoire. „Het begint vaak met een baslijn of een stuk gitaar en laag voor laag bouwen we het dan verder op.” Sam Bird doet het klinken alsof het kinderspel is. De apparatuur is tegenwoordig klein en licht zodat zelfs in een kleedkamer kwalitatief goede opnamen te maken zijn. In elk geval goed genoeg om nieuwe nummers te schetsen. „Met al die programmatuur kun van alles doen. Hartstikke eenvoudig: iedereen kan het tegenwoordig. In zo’n laptop zit een compleet orkest; je kunt je fantasie te vrije loop geven en het is gewoon enorm leuk om te doen.” „En het werkt vaak ook beter dan met een groep mensen met allemaal andere ideeën in een oefenruimte te staan. Bij ons beginnen nieuwe nummers vaak met een idee enkele bandleden waarna de rest hun partijen er aan toevoegen”, zegt Wayne Jones.

De in Bristol gevestigde band is nog maar relatief kort bij elkaar. Zo’n drieënhalf jaar geleden zochten ze elkaar op, en vroegen de in Londen wonende zanger Steve Bird om de gelederen te versterken. Een eerste jaar werd verknoeid met het zoeken naar een eigen gezicht, een eigen geluid. Een echte gitaarband was het toen nog, die pure indie speelde. Daarna ging het roer rigoureus om en de eerste stappen gezet naar een fusie tussen rock en electronica. De weinig stijlvaste debuutplaat is daar een bewijs van. „Dat komt omdat we tijdens die plaat nog volop in ontwikkeling waren. Er staan nummers op uit de tijd dat we nog een rockband waren en nummers die al aardig elektronisch zijn. Die hebben we op de plaat bij elkaar gezet. Omdat we dachten, wat maakt het eigenlijk uit, een beetje afwisseling…” De tweede plaat zal consistent zijn, verzekert Sam James. „We weten nu waar we heen willen en de nummers hebben meer een eigen identiteit. We gaan verder in de lijn van het nummer Tokyo op de debuutplaat: echt een mengeling van een live rockband met elektronica.”

Productie
Bij het vinden van hun eigen stem is Andy Barlow, de muzikale kracht naast zangeres Lou Rhodes van Lamb, erg belangrijk geweest. Hij nam The Ramona Flowers onder zijn hoede en produceerde de eerste plaat. „Wij hebben veel van hem geleerd. Een deel van de credits voor onze sound gaat naar hem. Hij was voor ons ook een ideale producer omdat hij heel goed thuis is in elecronica. Hij heeft ons geholpen bij het vinden van een goede combinatie tussen rock en electro.”

„Maar ook bij het arrangeren van de nummers heeft hij veel invloed gehad. Dismantle hadden wij met elkaar geschreven. Hij plukte alle elementen uit elkaar en gaf ons het inzicht dat er eigenlijk te veel ideeën in zaten. Bij elk onderdeel vroeg hij ‘is het essentieel voor het nummer? Hoe klinkt het als we het weglaten? Wordt het daar beter van? Dan laten we het weg’. Wat er dan gebeurt is dat je meer gaat horen omdat er minder in zit. Alles viel met die aanpak in dat nummer ineens op zijn plek. Bij deze song haalde hij bijvoorbeeld de drums weg en verving die door een drumcomputer. Dat maakte de sound vetter en tegelijk meer transparant”, legt toetsenist Dave Betts uit.

Steve Bird: „Het titelnummer van de plaat heeft hij mij met mijn kopstem laten zingen. Dat had ik daarvoor nog nooit gedaan en zo hadden wij het ook niet bedacht. Mij verraste het, maar het pakt heel goed uit en geeft het hele nummer een speciale vibe.”

Opmerkelijk is dat de debuutplaat van The Ramona Flowers qua sound grote overeenkomsten vertoont met de laatste van Lamb: Backspace Unwind. Met name als het gaat om het gebruik van technieken die uit de dubstep afkomstig zijn; iets dat meer en meer terug te horen is in hedendaagse popmuziek. „Over een paar jaar is dat misschien wel een kenmerk waaraan je kunt herkennen dat het bands uit deze tijd zijn. Als je die dubstepgeluiden goed mixt met een live band, kan dat heel cool zijn”, zegt gitarist Sam James. „Wij luisterden ook tijdens het opnemen van de plaat veel naar dubstep. Het nummer Remote Control heeft de plaat niet gehaald, maar heeft nogal wat van die invloeden. Maar de bassen waren gewoon te, en daardoor paste het nummer minder goed bij de rest op de plaat.”

U2
De snelle opmars van The Ramona Flowers blijft niet onopgemerkt in Engeland. In de publiciteit worden ze met van alles vergeleken – „die verwijzing naar U2, daar snap ik echt niks van en die naar Radiohead klopt ook niet maar vind ik veel leuker”, zegt Steve Bird – en soms ook stevig op de korrel genomen. Zo wordt de zangstijl van Steve Bird pretentieus en bombastisch genoemd. „In het begin trok ik me dat soort kritiek persoonlijk aan. Maar nu lukt het beter het van mij af te laten glijden. Ik weet dat het niet pretentieus is. Laat iedereen maar zelf zijn eigen conclusies trekken. Ik zing op een manier die voor mij natuurlijk is. Krachtig, omdat ik wil dat het impact heeft.” „En live kunnen die grote gezongen noten ook indrukwekkend zijn, niet waar? Live willen we indruk maken met grootste dramatische momenten, maar ook met kleine delicate. Naar die afwisseling streven we”, vult Sam James aan. „Soms weet je ook niet wat je met kritiek aanmoet. Ik herinner me er een die schreef dat het live allemaal zo goed en perfect is en dat hij het daarom niet leuk vond. Tsja…”

De Engelse krant The Guardian voorspelt dat The Ramona Flowers op weg is naar grootsheid. „Dat is raar om te lezen”, zegt zanger Steve Bird. „Maar we zijn een ambitieuze band en we willen graag zover komen dat we muziek kunnen maken zo lang wij daarvoor kiezen. En we willen graag succesvol zijn.” „We willen graag organisch groeien en langzaam een steeds grotere fanbase opbouwen. En uiteindelijk bij de grote acts horen, maar wel met behoud van onze geloofwaardigheid”, vult Sam James aan. „En niet dat we heel snel bij de top horen maar het volgende moment weer terug bij af zijn.” „Nee, het moet wel duurzaam zijn. Geleidelijk groeien door veel te spelen. Dat is de beste manier. Al ben je soms ongeduldig en zou je snel meer willen”, verzucht Steve Bird.

Maar jullie carrière gaat al zo hard
Steve Bird: „Misschien zijn we gewoon ongeduldig…”
Sam James: „Maar op BBC Radio 1 worden we nog niet gedraaid.”
Steve Bird: „Dat komt wel met de tweede plaat.”

Feitjes

The Ramona Flowers is vernoemd naar een karakter in de fantasyfilm Scott Pilgrim vs. The World. Ramona Flowers is daarin een punky tienermeisje met paars haar en ongekende talenten. Bassist Wayne Jones: „En ik vind dat ze er leuk uitziet.”

Dismantle and Rebuild: De titel van het debuutalbum verwijst naar de ontstaansgeschiedenis van de band. Na een jaar ging de koers volledig om en begon de band als het ware opnieuw met nieuw repertoire en een nieuw geluid. Ook verwijst het naar de aanpak van producer Andy Barlow met de nummers op de debuutplaat: alle originele versies zijn uit elkaar gehaald en opnieuw in elkaar gezet. Gitarist Sam James: „Dat maakt de composities interessanter.”

Invloeden: Een deel van de band komt uit Bristol, en groeide dus op met de muziek van stadsgenoten als Portishead en Massiv Attack. Radiohead, Bombay Bicycle Club en de Amerikaanse electroartiest Baths noemt de band als invloeden. Friendly Fires vindt gitarist Sam James een aanmerkelijk betere referentie dan de vaak in de pers genoemde U2 en Radiohead.

Plaats een reactie