Als de recorder die het gesprek opneemt wordt stilgezet, kijkt Rolf Hupkes op en vraagt ‘als je ons nu zo hoort praten, vind je ons dan een eigenaardige band?’ Het wordt even stil in de kleedruimte van Rotown in Rotterdam terwijl ik zoek naar een tactisch antwoord.
Foto’s: Marcel van Leeuwen
Voor de deur van het Rotterdamse podium verzamelt zich vanavond een opvallend luidruchtig groepje waarvan enkelen een t-shirt dragen met de opdruk ‘Team Arnoud’. Het blijken leerlingen van de school waar Rats On Rafts-gitarist Arnoud Verheul les geeft; een heuse fanclub. Dat geeft de muziekliefhebbers in die rij toch een ongemakkelijk gevoel. Worden dit luidruchtige Beatlesque taferelen? En dat terwijl vanavond enkel luistermuziek op het programma staat: de Rats met hun nieuwe, erg stemmige materiaal en Nouveau Vélo dat op hun nieuwe plaat ook voor een rustiger weg kiest.
Binnen trekken zanger/drummer/toetsenist Rolf Hupkes, gitarist Niek Leenders en bassist Bart Haverkort van Nouveau Vélo in de kleedruimte een eerste biertje open en kletsen met verve over de nieuwe plaat. Op de achtergrond klinkt Rats On Rafts dat op het podium bezig is met de soundcheck. Het Brabantse trio mag vanavond opwarmen en kijkt uit naar spelen voor een uitverkocht huis. Het is hun eerste optreden sinds het verschijnen van Fruit – dat spreek je op zijn Engels uit – hun vierde album. De sfeer voelt aan alsof ze met zijn drieën op schoolreisje gaan. De opwinding voor de tour door het land die vandaag aanvangt, is bijna tastbaar.

Als je ze vraagt waarom die plaat Fruit heet, volgt een eigenaardig verhaal vol associaties die vooral voor de drie betekenis hebben. Want ja, het was de naam van een demo, en dat nummer staat wel op de plaat maar heet nu anders. En bij het nadenken over een titel, dan zoeken ze naar een naam waar ze alle drie iets in zien. En in dit geval viel het kwartje met de vaststelling dat deze plaat de vrucht is van hun arbeid de afgelopen jaren; vrucht… fruit! En vraag je dan vervolgens naar wat we eigenlijk op de hoes van Fruit zien, volgt er weer zo’n voor buitenstaanders lastig te volgen verhaal: het is werk van een bevriend kunstenaar en die werkt met schimmels… levend materiaal… fruit… dat past mooi toch?
Je kunt dan denken dat er genoeg reden is om direct volmondig ‘ja’ te zeggen op de vraag van Hupkes of Nouveau Vélo een eigenaardige band is. En tegelijkertijd natuurlijk ook niet. Want dit trio maakt al zo’n vijftien jaar onder de naam Nouveau Vélo muziek met elkaar. Dan ontstaat er een eigen belevingswereld, een eigen taal, een eigen logica, die voor buitenstaanders misschien niet is te volgen. De drie praten vrolijk door elkaar heen, maar wat opvalt is dat ze elkaar daarbij voortdurend aanvullen. Geen gekissebis, al geeft Niek Leenders wel veel signalen af dat het niet altijd koek en ei is. Zo loopt volgens hem de muzieksmaak van de drie meer uiteen dan vroeger, is er ‘geen lijn in te ontdekken’ en hij zegt zelfs dat ‘om de zoveel maanden er wel iemand anders geen zin meer heeft’. De hints worden zonder repliek aangehoord door zijn bandmaten, maar de laatste opmerking gaat het Rolf Hupkes kennelijk toch te ver: ‘Zo heb ik dat niet ervaren. Al was het wel weer even zoeken naar een koers na Bogland‘.
Uitleg volgt over de gevolgen van de corona-periode waarin de drie elkaar minder vaak zagen. Ooit speelden ze in een coverband de muziek die ze alle drie leuk vonden, en was er een gemeenschappelijk denkkader. Corona schepte een situatie waarin hun muzieksmaak uit elkaar kon groeien. Als overeenkomst roepen ze nu enkel nog Yo La Tengo.
Daarnaast zijn de twintigers die ooit zo’n vijftien jaar geleden een band met elkaar begonnen in een nieuwe levensfase beland. ‘De oudste is bijna negen en de jongste twee maanden’, vat Bart Haverkort de essentie daarvan samen; alle drie hebben nu gezinnen met kinderen. Er is dus niet enkel meer tijd voor muziek maken. Het werk en het gezin dringen de band naar de achtergrond. Schrijven van nieuw materiaal gaat daarom trager. En toch, toch slaagt het trio er weer in om een boeiende gitaarplaat te maken, die nota bene ook weer door Excelsior Records wordt uitgegeven; iets waar menig muzikant jaloers op zal zijn.

Ongeduld
‘Wij zien elkaar als we muziek maken. Daarnaast vrij weinig’, kenschetst Haverkort de vriendschap tussen de drie. Die draait dus om de wil om muziek te maken en dat vast te leggen en uit te brengen. De wil om te maken, dat is wat Nouveau Vélo bij elkaar houdt.
Voor Fruit zijn ideeën en demo’s digitaal uitgewisseld. Ieder knutselde er thuis aan verder. ‘We zijn ooit begonnen te knutselen met een digitale achtsporen recorder. Nu zijn we in die zin weer een beetje terug bij af’, vertelt Niek Leenders. ‘De vorige albums hebben we veel live ingespeeld. Nu hebben we weer sporen gestapeld. Toen waren we heel veel samen, ook bij het maken van nummers, nu meer los van elkaar. En het ging deze keer meer alle kanten op. Je merkt wel dat het gewoon meer zoeken is, ook qua smaak.’
Rolf Hupkes werkt in zijn eentje op zijn zolderkamer aan ideeën. ’We hebben een app en daar wordt af en toe een demo gedropt. Daar volgt dan een reactie op, of niet… En dan komt er wel een moment waarop iemand zegt ‘zullen we weer gaan repeteren?’ Ja, dat is goed.’ Dan nog belette het leven uitvoering van die plannen wel eens, of, zoals Hupkes het kenschetst, ‘omdat er elke keer weer een vrouw zwanger was’.
Het is voor de Brabanders dus woekeren met de beschikbare tijd. ‘Op een woensdagavond na je werk, eerst de kinderen op bed: de effectieve repetitietijd is dan max 3 uur. Terwijl we vroeger weleens complete zaterdagen repeteerden. Dat is echt anders’, legt Haverkort uit. Hij mijmert over hoe ‘gaaf’ het ooit was om met elkaar in een oefenruimte te jammen en ideeën uit te werken. Rolf Hupkes: ‘Nu is het zoeken naar een weekend om samen op te kunnen nemen. Je moet meer plannen. Dat maakt het ook wel weer effectiever. Op repetities ben je meer gefocust.’
Zo verstreek veel tijd vooraleer de tijd rijp was om een nieuwe plaat te maken. Hupkes: ‘Ik denk ook wel eens, zijn wij dan zo lui, of komt het dan gewoon niet, of hebben we het druk met andere dingen?’ Leenders: ‘Ik denk dat wij ook wel veel tijd nodig hebben omdat we zoeken naar ideeën die goed zijn. Waarbij we dan nog een beetje moeten uitvechten welke nummers we pakken.’ Haverkort nuanceert: ‘Iedereen heeft het maar over die vijf jaar die het heeft geduurd. Maar ik denk dat als je de uren optelt die er aan is gewerkt, we er in feite net zo lang over hebben gedaan’.
Nouveau Vélo zit in een fase zitten waarin veel bands er de brui aan geven. Teken aan de wand en potentieel levensbedreigend voor een band is dat Leenders genoeg ongeduldig werd dat hij met zijn vrouw en zijn broer een andere band is begonnen: Free Dust. Een eerste album van deze ‘familieband’, zoals Niek Leenders het met een mooie woordspeling noemt, verschijnt in mei via Subroutine.
Maar deze drie muzikanten slagen er toch in om door te gaan. Hoe kan dat? Haverkort: ’Samen maken we muziek, ik denk dat dat de kern is.’ Hupkes: ‘Ik vind het fijn dat het zo kan. Ik heb persoonlijk steeds meer waardering gekregen voor wat we hebben. Dat je gaat inzien hoe belangrijk, hoe fijn het eigenlijk is dat je dit hebt. Ik vind het uniek.’ Leenders: ‘Ja, maar dat gaat niet altijd vanzelf. Zeker in de aanloop hiernaar toe, toen we nieuwe dingen gingen maken. Dan moest je wel altijd weer iedereen aan boord houden.’ Haverkort: ‘Uiteindelijk willen wij wél graag die plaat maken.’ Leenders: ‘We vinden het allemaal waardevol. Daarom krijgen we het ook nog aan de praat.’ Hupkes: ‘Maar het kan goed zijn dat het hierna helemaal plat valt hè.’

Theedoek
Toegegeven, hoe Nouveau Vélo zich live presenteert is niet doorsnee. Maar het gaat misschien wat ver om ze ‘eigenaardig’ te noemen omwille van de plek die ‘drummer’ Rolf Hupkes op het podium inneemt. Hij staat middenvoor, achter een snare en een floor tom met een dikke theedoek er overheen zodat een klap erop dof en afgebeten klinkt, net als een bassdrum. Hupkes zingt er bij en heeft nu ook een drumcomputer en een keyboard naast zich staan. Die drumcomputer speelt een belangrijke rol op Fruit en is nieuw in het geluid van de gitaarband die vaak in één adem wordt genoemd met The Feelies, REM en Real Estate. Het nieuwe album heeft met name een sfeer die doet denken aan de laatst genoemde; zacht, melodieus, mooi. Van het concert in Rotown spetteren de vonken daarom niet af, maar ligt de focus op de luisterliedjes. De Brabanders komen live directer voor de dag dan op de plaat. Niet alleen omdat de laag reverb ontbreekt, ook omdat de gelaagd opgenomen liedjes meer sober worden uitgevoerd met in principe maar drie instrumenten.
‘In de studio hebben we veel sporen gebruikt. Het was wel even zoeken hoe we dit live wilden spelen’, legt Hupkes uit. Even is overwogen er een drummer bij te zoeken. Maar het drietal is zo vergroeid met elkaar, dat ze er de voorkeur aan geven een weg te zoeken waarmee ze ook alles met zijn drieën kunnen doen. Haverkort schaterlachend: ‘Bovendien, de vorige drummer zei altijd, jullie zijn beter zonder mij’.
’Ik doe nu wel allemaal nieuwe dingen’, vervolgt Hupkes. ‘Vandaag voor het eerst, dus dat is ook wel een beetje spannend. Als ik naar een band ga kijken en ik zie dat er iets fout gaat, dan vergeef je als kijker dat vaak, of je ziet het zelfs als een mooi moment. Maar als je zelf op het podium staat, dan is het kut. Ik heb vooruit nog gedacht – ik vond het gewoon echt spannend om hierheen te komen – vinden mensen het überhaupt nog wel leuk? Dat is ook een beetje zo’n bedachte die erin sluipt.’
Eenmaal op het podium, na een wat rommelige soundcheck, draait de band als een gesmeerde machine. Leenders – een begenadigd gitarist – gaat volledig op in zijn expressieve spel en is daarom mooi om bezig te zien. Hupkes zingt prachtig zuiver en zijn handen vinden ogenschijnlijk moeiteloos hun weg langs de drums, toetsen en knoppen. Bassist Haverkort speelt accuraat en in volle concentratie. Live is er veel dynamiek, met name in de meer experimentele nummers wordt het volume mooi opgeschroefd. De drie krijgen met hun liedjes de gestaag volstromende zaal stil. Zelfs ‘Team Arnoud’ kijkt zwijgend toe en luistert vol aandacht.

Het nieuwe geluid van Nouveau Vélo vergt wel wat van de concentratie van de luisteraars. De popliedjes zijn op Fruit in vergelijking met de voorgaande platen langzamer, meer slepend, introspectief. ‘Het begon met de drumcomputer die jij kocht’, begint Haverkort de uitleg hoe die nieuwe sound van de band tot stand is gekomen. ’Roel Blommers, in wiens studio we hebben opgenomen, was enthousiast en wilde alles met die drumcomputer doen. Ik dacht, we nemen het daarmee op en dan kunnen we altijd nog weghalen. Wij hebben er ook best wel een tijdje aan moeten wennen’, vervolgt Hupkes. ‘Langzaamaan hebben we ons er meer aan overgegeven. Alleen, als je met live drums speelt, kun je het tempo opschroeven. Dat geeft de dynamiek een boost. Dat ben je nu kwijt. Dus moet je het op een andere manier dynamisch en interessant maken. Of dat gaat lukken?’

Excelsior
Als je dan toch iets moet noemen dat eigenaardig is aan Nouveau Vélo, dan is dat de band die de band heeft met Excelsior Recordings. Dat label heeft de drie meest recente platen uitgegeven; de eerste verscheen nog op het sympathieke Groningse Subroutine. ‘Toen ik Ferry (Roseboom, red.) weer belde met de mededeling ‘we hebben weer iets af’, reageerde hij direct weer zo enthousiast! Dat waardeer ik heel erg’, zegt Rolf Hupkes glunderend. Toch voelde het voor de band dit keer niet helemaal als vanzelfsprekend dat ze weer bij Excelsior terecht zouden kunnen. In de jaren tussen de platen is er geen contact geweest. Dus hoe gaan ze in Amsterdam reageren als ze ineens een telefoontje krijgen dat Nouveau Vélo weer een plaat heeft gemaakt? ‘Zo in de jaren 2021, 2022 waren we aan het repeteren. Durven we ze nog te appen? Op dat moment voelt het echt alsof niemand meer naar ons om gaat kijken’, vertelt Leenders. Haverkort: ‘We zijn ze pas gaan benaderen toen we echt al ver in het proces zaten om de plaat af te maken.’ Hupkes: ‘Het was ook wel weer spannend. Wat gaan ze er van vinden? Voor hetzelfde geld hadden ze gezegd, ‘bellen jullie nu pas? Na drie jaar?’ Je raakt toch een beetje uit zicht. Maar ik benaderde Ferry, we hebben een belafspraak gemaakt, en hij was meteen enthousiast. We voelen die waarderingen wel echt.’
Hoe die bijzondere band met Excelsior is ontstaan, daarover lopen de herinneringen in de kleedruimte van Rotown uiteen. Er was eens een gesprek bij een bioscoop in Amsterdam, maar wie daartoe het initiatief nam? ‘Ik weet niet wat de reden precies. Wij zaten bij Subroutine, daar voelden we ons thuis en gezien. Subroutine deed toen ook wel veel aan shows om de release van het album heen en de bands van dat label namen elkaar wat mee op tour. Dat was een scene die warm aanvoelde. En dan die fijne mensen eromheen.’ Toch kwam er op een gegeven moment dat gesprek met Excelsior. Leenders: ‘Dat gesprek met Ferry was ongemakkelijk, maar wel een prima gesprek.’ Hupkes: ‘Wij waren een stel provinciaalse kikkers, en zaten eigenlijk supergoed bij Subroutine.’


Vruchten plukken
Terwijl Rats On Rafts een sublieme set speelt in afgepakt Rotown en ‘Team Arnoud’ geeft waarvoor zij zijn gekomen – de leerlingen luisteren nog steeds muisstil en slaken alleen tussen de nummers door bewonderende kreten – komt het trio bij van wat moet aanvoelen als een ‘hit and run‘; hun set waarin ze op het nummer Bogland na enkel nummers spelen van Fruit, duurt een half uurtje. ‘We zijn er wel even lekker uit met z’n drieën. Dat is ook wel iets wat wij leuk vinden om te doen, samen optreden’, zegt Leenders. Haverkort: ‘Het is goed om even te ontladen van het ‘maken’. Bij het schrijven en opnemen ben je continu met z’n drieën bezig. Dan is dit wel een heel lekker moment om nu de vruchten te plukken van het werk. Je hebt iets gemaakt, we zijn er blij mee, en anderen vinden het kennelijk ook nog eens de moeite waard om het uit te brengen.’
Hupkes: ‘En toch heb ik het idee dat maar heel weinig mensen naar onze muziek luisteren. Ik ben daar zelf bang voor. Op Spotify luisteren gemiddeld 900 mensen – nu de nieuwe plaat uit is weer even meer. In elke stad zijn er misschien 15 mensen die ons kennen en die graag naar ons komen kijken. Maar, dat is voor mij al genoeg.’ Haverkort: ‘Zet die allemaal maar eens bij elkaar in een zaal! Nee, wat we samen gemaakt hebben, vind ik eigenlijk al mooi. Dat we dit weer af hebben. Maar het zou natuurlijk wel leuk zijn als er mensen ook komen kijken.’ Hupkes tot besluit: ’Ik heb thuis in mijn platenkast nu vier van onze platen staan. En als ik er niet meer ben, dan staan die platen er nog heel lang. Dat vind ik eigenlijk een mooi idee. Het aantal mensen dat er wel of niet naar luistert, maakt dan eigenlijk helemaal geen reet meer uit.’