Twee jaar geleden mocht ik al eens een album van Christien Oele, beter bekend als VanWyck, recenseren. Ik was daar blij mee, want wat kan die vrouw liedjes schrijven en mooi zingen. Destijds schreef ik dat VanWyck een van Nederlands best bewaarde geheimen van Nederland is en dat daar maar eens verandering in moet komen. Blijkbaar is dat niet gelukt, want ik zag haar nieuwe album in eerste instantie volledig over het hoofd. De vijfde kwam eind september uit, maar dat had ik toen niet door. Normaliter haal ik dan noodgedwongen mijn schouders op – we zijn met een klein team bij MuziScene, dus we kunnen helaas niet alles recenseren – maar in dit geval wil ik er na beluistering graag alsnog aandacht aan schenken.
Het ontstaan van Dust Chaser mag worden gekenschetst als een geluk bij een ongeluk, want door een valpartij dwong een pijnlijke pols Oele drie maanden absolute rust te nemen. Tijd voor reflectie en opdoen van inspiratie, zo blijkt. De twaalf nummers op Dust Chaser klinken anders, al blijft de stem van Oele die soms in de verte doet denken aan die van Natalie Merchant en soms vaag aan die van PJ Harvey, gelukkig een van de krachtigste elementen. Bevrijd van de druk om door te moeten, verkende Oele nieuwe paden en het resultaat is een uiterst divers album, dat een breed spectrum aan muziekstijlen bevat die nergens botsen.
Dust Chaser opent subtiel met lichte piano, die al gauw bijval krijgt van gitaar en gaandeweg steeds steviger wordt. Dit is een opener van jewelste, eentje die aandacht opeist. En terecht want wat volgt is al even prachtig. Niet dat VanWyck direct effect gedreven doorpakt, want daarvoor is Burning Of Dawn te klein en te fragiel. Flowers In The Fields daarentegen is rauwe americana met een zweem van desert rock. Hier pakt VanWyck wel op door met de ballad Desert Bride.
Ronduit bluesy is Jump In, dat wordt voorafgegaan door het mysterieuze The Swell, dat zich nog het best als murder ballad laat omschrijven en dat wordt gevolgd door de pianoballad Another To Do, waarna Carry Me wederom voor een broeierige, bluesy sfeer zorgt. Beer Fizz combineert heel knap voorgaande sferen: het is niet bluesy qua muziek, maar wel vanwege de tekst die erg verdrietig is. Gelukkig volgt Towards The Sun, dat ronduit hoopvol klinkt en waarin Oele zingt dat het tijd is om door te gaan. “With my hands free and my head strong / I turn towards the sun / I think it’s time babe / I think that it’s time that I’m moving on.”
Ook de slotnummers van het album klinken hoopvol. Neem Unleash, dat ronduit opgewekte bluesrock is. “Unleash, unfold / Stretch your assets to the limit / And let your blessings flow.” Titel- en slotnummer Storm Chaser is weliswaar donkerder, maar we lopen nu zo lang aan de hand van VanWyck, dat we de zwaarte aankunnen en het ons laten omarmen, in plaats van dat we er ontmoedigd door worden.
Mocht je net als ik dit album hebben gemist, dan raad ik je aan om het alsnog te beluisteren. Bovendien is er volgend jaar volop kans om deze bijzondere band live te zien. Tot en met mei zijn er bijna twintig optredens gepland en als programmeurs wakker zijn, kan het niet anders dan dat de band eindelijk van de zomer ook op festivals is te zien.