Maanden geleden werden we bij een borrel voorgesteld aan een dame die voor een groot Nederlands festival bleek te werken. Ze vroeg verveeld wat wij deden en zei vervolgens: ‘Left of the Dial? Oh ja, daar ben ik wel eens geweest, allemaal van die nietszeggende bandjes in kleine zalen, vond ik echt helemaal niks aan.’
We hebben vriendelijk geglimlacht en gezegd dat dat natuurlijk kan, maar eigenlijk dacht ik maar één ding:
Trut.
Tegelijkertijd snap ik het wel. Het blijft altijd een dunne lijn tussen je mening geven en als een onbeleefde hork overkomen.
Het arrogante toontje zat me ook niet echt dwars. Sterker nog, iedereen mag ons festival stom vinden, maar je bent toch wel ongelooflijk dom als je voor een groot festival werkt en niet inziet dat de artiesten die bij jou staan, eerst ervaring op moeten doen bij een kleiner festival.
Desondanks heb ik sinds die ontmoeting heel vaak nagedacht over of de bands die wij neerzetten nou zo nietszeggend zijn. Ik vind van niet natuurlijk, maar ik had kennelijk ook nog de mening van iemand anders nodig.
Een oplettende kaartkoper wees ons erop dat dit weekend Left of the Dial genoemd was in een radioprogramma op de BBC. De dienstdoende dj heeft als vast onderdeel dat ze een plaat van een Franse artiest draait. Soms eentje van lang geleden, dit keer was het een gloednieuwe band die ze geweldig vond.
Ze legde uit dat ze die had gevonden toen ze naar de Spotify-lijst van het Rotterdamse festival Left of the Dial aan het luisteren was. Een festival waar ze dolgraag naartoe wil, omdat er zoveel nieuwe muziek te ontdekken valt.
De onbeleefde trut van het grote festival zal het niet hebben gehoord, maar voor mijn gevoel is er op zaterdagochtend toch eindelijk iets rechtgezet.
Minke Weeda