Je danst nooit alleen

Deze zomermaanden zijn maanden van uitersten. Aan de ene kant heb je het festivalseizoen waarin het continu feest lijkt. Aan de andere kant is er het dagelijkse leven met slecht nieuws. 

Vorige week was ik op een festival en wat me het meest is bijgebleven, zijn de momenten dat er werd gedanst. 

Elke festivaldag was er in een café een duo geprogrammeerd dat bestond uit vrij broos ogend meneertje en een dame die er uitzag alsof ze in een Engelse schoolkantine werkte.

Het meneertje zette de plaatjes op. De dame zat naast hem op een stoel te wachten. Zodra iemand zich de dansvloer op waagde, sprong ze op om mee te dansen, zodat de dappere eerste danser zich niet alleen hoefde te voelen. Als iemand een beetje twijfelend aan de zijkant stond te wiebelen, kwam ze even in de buurt dansen. Niet opdringerig, maar gewoon om te kijken of zo iemand een beetje aanmoediging kon gebruiken. 

Ergens anders zag ik het ook gebeuren. Engelse mannen die je eerder in een voetbalstadion zou verwachten, zaten op zondagmiddag met enorme glazen bier aan een tafel naast de dansvloer van een soort tearoom. Als iemand aanstalten maakte om te gaan dansen, man of vrouw, jong of hoogbejaard, lieten ze hun bier direct staan om ook de vloer op te gaan. 

Het voelde wonderlijk warm en verbroederend aan en ik ging met een hersteld vertrouwen in de mensheid terug naar Nederland.

Eenmaal thuis had ik mijn tas nog maar net uitgepakt toen ik hoorde dat mijn neefje kanker heeft. De prognoses zijn niet slecht, maar toch een afgrijselijk bericht. Iedereen die ooit zoiets van dichtbij heeft meegemaakt, weet dat je dan eigenlijk helemaal niks kunt doen. Hoe graag je ook zou willen, je kunt niet echt helpen, iemand moet er zelf doorheen. Je hoopt hooguit wat morele steun te kunnen bieden. 

En toen dacht ik aan het Engelse festival. 

Je moet in je eentje de dansvloer op en niemand kan je voeten voor je bewegen, maar uiteindelijk dans je nooit alleen. Hopelijk voelt mijn neefje dat ook.

Minke Weeda

Plaats een reactie