‘Ground floor: perfumery/Stationery and leather goods/Wigs and haberdashery/Kitchenware and food/Going up. First floor: telephones/Gents’ ready-made suits/Shirts, socks, ties, hats/Underwear and shoes/Going up. Second floor: carpets/Travel goods and beddings/Materials and soft furnishing/Restaurant and teas/Going down.’
Wie bovenstaande tekst kan herleiden tot het bijbehorende liedje, is waarschijnlijk net als ik ‘of a certain age’. Het is de herkenningstune van de oude Britse komische serie Are you being served? (‘Wordt u al geholpen?’, in het Nederlands), die zich afspeelt in het fictieve warenhuis Grace Brothers. Een serie die de draak steekt met de Britse klassenmaatschappij en hiërarchische structuren. Hoofdpersonages zijn onder meer de verkapt homoseksuele Mr. Humphries (‘Are you free?’) en de met wisselende, felle haarkleuren uitgedoste Mrs. Slocombe, die in zowat elke aflevering toespelingen maakt op haar ‘pussy’ Tiddles.
Wat dit verder met muziek te maken heeft, wil je weten? Welnu, afgelopen zondag bezocht ik na enige tijd weer eens Tivoli-Vredenburg in Utrecht voor een concert en ik kon het idee maar niet van me afschudden dat ik me in de V&D onder de vaderlandse poptempels bevond. Natuurlijk, Tivoli ligt bijna tegen Utrecht CS aan, heeft een mooi terras aan het water en is van alle gemakken voorzien. De concertzalen liggen op verschillende verdiepingen, die met roltrappen bereikbaar zijn. Er zijn verschillende bars, het uitzicht over de Domstad is op de bovenste verdiepingen fenomenaal, alles is perfect geregeld via bewegwijzering en ga zo maar door. En toch vroeg ik me af: waar heb dat nou voor nodig? ‘Rock & roll it ain’t‘, tenminste niet in mijn beleving. Tevens vroeg ik me af hoe al die vierkante en kubieke meters loze ruimte tot een gezonde financiële bedrijfsvoering kunnen leiden. De grandeur spat er bij vlagen van af en ‘prestigieus’ is een understatement voor dit warenhuis van de popmuziek. En toch liet het mijn nog ietwat vuige rockhart bloeden.
In zaal Pandora speelde Bar Italia ten dans. Bar slecht zou ik het optreden niet willen noemen, maar de onderling inwisselbare indiepopliedjes konden niet beklijven, de zang van elkaar afwisselende groepsleden was soms hemeltergend en het hele optreden baadde in het equivalent van het licht van een tl-buis. Ik had meer verwacht van de band die met onder andere Tracey Denim een alleraardigst album heeft afgeleverd.
Bij uitzondering besloot ik per spoor naar Utrecht te kedeng-kedengen. Zowel op de heen- als terugreis werd de trein bevolkt door succesdronken PSV-fans, die een kampioenschap te vieren hadden en zich daarbij keurig gedroegen. Geen gelal of geschreeuw, geen gedoe. Hetgeen niet gezegd kan worden van een stel jonge meiden in kennelijke staat, die ook wat hadden te vieren. Met name één jonge griet was poepeloerezat, hing in haar treinstoel, voeten bijna in de nek van een vóór haar zittende, niet reagerende treinreiziger, viel dan weer op de grond, schreeuwde wat naar haar vriendinnen, liet haar telefoon waarmee filmpjes en selfies werden gemaakt regelmatig vallen en was een echte ‘pain in the ass’. Het was een – Mag ik dat zeggen? Ja, dat mag ik zeggen – straalbezopen kutwijf, dat een toch al niet bijster memorabele muzikale avond nog wat meer versjteerde. Ik probeerde me een voorstelling te maken van wat er in de Spotify-lijst op haar telefoon stond. Een gedachte die ik vliegensvlug liet varen. Ik was al mooi bediend.
DJ 45Frank