Joh

Als organisatie van een stadsfestival heb je de verantwoordelijkheid om bezoekers van verder weg zo snel mogelijk tijdelijk te laten inburgeren. 

Vinden wij dan. 

Bij Left of the Dial hebben we dus al jaren de kapsalon op het menu, we laten een stukje van de haven zien en we zorgen dat ons personeel zoveel mogelijk praatjes maakt met alles en iedereen.

Om de bezoekers en artiesten zich nog meer thuis te laten voelen, proberen we ze nu het woord ‘joh’ aan te leren.  

Ik heb een vriendin van Chinese afkomst. We kennen elkaar al van ver voor er mobiele telefoons waren, dus als ik haar vroeger wilde spreken, belde ik naar haar huis. Haar ouders spraken niet zo goed Nederlands en omdat mijn vriendin nogal eens op pad was, had ik in het Chinees ‘ik bel later wel terug’ geleerd. Dat werkte heel goed. Tot ik een keer naast een Chinese jongen in de trein zat en het zinnetje op hem uitprobeerde. Hij antwoordde verschrikt: ‘no no, please don’t hit me!’ 

Woorden kunnen in het Chinees iets heel anders betekenen als je ze op de verkeerde toonhoogte uitspreekt, leerde ik toen.  

Zo is het ook met ‘joh’; de intonatie bepaalt de betekenis. 

Met een laag, kort afgemeten, licht snauwerig ‘joh’ bedoel je bijvoorbeeld ‘dat weet ik zelf ook wel’, terwijl een hoger en wat zangerig ‘joh’ duidelijk ‘oh wat ontzettend leuk’ betekent. 

Een beetje Rotterdammer gebruikt ‘joh’ om te reageren op mededelingen van wat voor aard dan ook. Zelfs ‘ik ben ontslagen, mijn verkering is uit en de kat is dood’ kun je met een langgerekt ‘joh’ beantwoorden en iedereen zal dat uitleggen als oprecht medeleven.  

Het is echt het ideale woord. 

De eerste resultaten zijn hoopvol. Op de post waarin we het juiste gebruik van ‘joh’ uitlegden, kwamen in elk geval goeie reacties. 

Dat zette me aan het denken.   

Het liefste wil ik dat Left of the Dial het grootste showcasefestival van de wereld wordt, maar als we in plaats daarvan ‘joh’ in alle internationale woordenboeken krijgen, ben ik ook dik tevreden. 

Minke Weeda

Plaats een reactie