Afgelopen weekend was ik op zo’n beetje het laatste zomerfestival van dit seizoen en ik was jaloers op de gemoedelijke sfeer. Buiten in het zonnetje bands kijken, ’s avonds zonder jas van de ene tent naar de andere sloffen, niet bij een zaal in de rij hoeven te staan om een optreden te kunnen zien… Allemaal dingen die Left of the Dial niet heeft.
Ik kon ineens niet zo goed meer verzinnen wat de voordelen van een stadsfestival zijn.
In mijn hoofd probeerde ik een lijstje te maken, maar ik kwam niet heel ver. Als het niet regent, is het moeilijk de keerzijden van een buitenfestival te verzinnen.
Totdat ik naar de wc’s liep en iemand vanuit het niets tegen me op botste.
Iemand zonder shirt.
Ik snap dat hitte uitnodigt tot het ontbloten van het bovenlijf. Maar het zou dan toch ook niet meer dan beleefd zijn dat je daarna extra uit je doppen kijkt. Bij de wasbakken heb ik licht gruwelend andermans zweet van mijn armen gewassen.
De kans dat iemand in oktober zijn shirt uitdoet, is niet geheel uitgesloten, maar wel aanzienlijk kleiner.
Ik geef toe, het is een mager voordeel, maar het is er in elk geval één.
Minke Weeda