Voor ons magazine spraken we een artiest over merchandise en die bevestigde wat we eigenlijk allang wisten, maar waar we verder nooit bij stilstaan: bij sommige festivals mogen bands alleen hun shirts en platen verkopen als ze 20% van hun omzet afstaan aan de organisatie.
Een vijfde van je inkomsten inleveren. Ik vind dat best veel.
Als we dat percentage hadden gehanteerd bij de vorige editie van Left of the Dial, had de merchandise-stand ons geen stuiver gekost. Sterker nog, na alle kosten voor de pinbetalingen, het personeel, de aankleding van de stand en de inkoop van de blanco shirts was er nog steeds wat geld overgebleven.
Maar ja, dan waren de bands met minder naar huis gegaan en dat vonden we niet eerlijk, dus leggen we er liever zelf wat op toe. Veel bezoekers vinden een goedgevulde merch-stand heel erg leuk, dus wij hebben die kosten gewoon toegeschreven aan de post ‘aankleding, sfeer en andere gezellige dingen’.
Of we dat tot in de eeuwigheid kunnen blijven doen, durf ik niet te zeggen. Misschien wordt er ooit zoveel verkocht dat we alleen al aan alle banktransacties om de omzetten weer bij de artiesten te krijgen een fortuin kwijt zijn. Zover is het nog niet, maar ook voor ons houdt het ergens op natuurlijk.
Misschien moeten we tegen die tijd als tegenprestatie van elke band een shirtje vragen. Er worden tegenwoordig bandshirts uit de jaren 90 voor honderden euro’s verkocht, dus daar zou de oplossing kunnen zitten.
Niet een heel erg snelle, dat geef ik meteen toe. Het kan een paar decennia duren, maar met een beetje geluk worden we vanzelf merch-miljonairs zonder dat de bands eronder lijden.
Minke Weeda