En toen was het plezier er opeens weer. Ruim twintig jaar na de split in 1999 was daar in 2022 uit het niets nieuw plaatwerk van The Boo Radleys, middels het zeer aardige album Keep On With Falling, en amper een jaar later nog een ( Eight). Ook een volgende is al in de maak. The Boo Radleys zijn terug, en dus staat op een druilerige, natte herfstmiddag een bijna volledig originele Boo Radleys-bezetting een bandbus uit te laden voor een show in het Amsterdamse Bitterzoet. Ronald Renirie en fotograaf Ron de Vos liepen voor MuziScene een dagje met de band mee.
Foto’s: Ron de Vos Tekst: Ronald Renirie
De Britse band The Boo Radleys liet voor het eerst van zich horen tijdens de hoogtijdagen van de vooral in het thuisland florerende shoegaze scene, met het album Ichabod & I (in eigen beheer) en singles Kaleidoscope en The Finest Kiss, om vervolgens een contract te tekenen bij het befaamde Creation label van Alan McGee. Na de albums Everything’s Alright Forever en meesterwerk Giant Steps (1993) verscheen in 1995 het meer op pop georiënteerde album Wake Up!, waarvan radiohitje Wake Up Boo! de band zelfs een top 10-notering opleverde in thuisland Engeland. Daarna verschenen nog de albums C’mon Kids en King Size, waarna de band er in 1999 het bijltje bij neer gooide.

De reden van die split was het feit dat gitarist Martin Carr er gewoonweg geen zin meer in had om albums met The Boo Radleys te maken. Hij is dan ook het enige originele bandlid dat ontbreekt in Amsterdam. Carr is vervangen door jongeling Louis Smith, en laadt vanmiddag samen met oerleden Tim Brown (bas) en drummer Rob Cieka, en gelegenheidstrompettist Nick Etwell de bandbus uit, om zich snel en professioneel aan de soundcheck te wijden. Zanger en boegbeeld Simon ‘Sice’ Rowbottom is niet helemaal lekker uit het optreden in Engeland gekomen, de vorige avond, en blijft overdag op zijn hotelkamer om zich pas ruim na de soundcheck bij de rest te voegen.






Na de soundcheck is er tijd om bij te komen, even in de kleedkamer te hangen en een fotoshoot te maken met bassist Tim Brown, die vanwege het ontbreken van Sice vandaag fungeert als woordvoerder van de band. Als de overige bandleden Amsterdam in gaan om ergens iets te eten, besluiten wij het nuttige met het aangename te verenigen en duiken met Brown een kroeg in vlakbij Bitterzoet.

Onder het genot van een flinke pint vertelt hij onder meer over het ontbreken van gitarist Martin Carr, die in de begindagen van de band de meeste songs schreef. „Martin had gewoon helemaal geen zin om aan de herstart van The Boo Radleys mee te doen. Hij is liever met zijn soloprojecten bezig. Wat zijn goed recht is natuurlijk. Maar wij, Sice, Rob en ik, zijn elkaar in 2020 ergens tegengekomen, en toen bleek er voldoende nieuw materiaal te zijn voor een EP en daarna dus twee albums. En we hadden alle drie zin om weer aan de slag te gaan. En nu zijn we dus alweer bezig met het derde album.” De band speelt trouwens helemaal niets van dat nieuwe materiaal tijdens hun optredens. „Nee, daar waren we vrij snel over uit. Het publiek komt toch vooral voor de oude songs. En dat vind ik prima. We hebben zoveel oud materiaal om te spelen, en zijn niet zo naïef om te denken dat mensen speciaal voor die nieuwe songs komen. Maar wie weet, in de toekomst.”











Terug in Bitterzoet is inmiddels ook zanger en gitarist Sice aangesloten bij de band. Hij is aanvankelijk nog wat nors, maar gaat zich naarmate de tijd verstrijkt langzaam iets beter voelen, getuige de glimlach die steeds vaker op zijn gezicht verschijnt. Zijn timing is perfect, want vanaf het moment dat het optreden begint, lijkt Sice zich helemaal thuis te voelen op het podium van de goedgevulde zaal. Hij maakt praatjes met het publiek, vertelt anekdotes, en lacht er flink op los. Hoewel de setlijst voor het grootste gedeelte bestaat uit ‘latere’ songs van Wake Up! (1995) en C’mon Kids (1996) valt er meer dan genoeg te genieten voor de liefhebbers van het echte oude werk. Behalve opener I Hang Suspended, Upon 9th And Fairchild, If You Want It, Take It, Wish I Was Skinny en Barney (…and Me), van meesterwerk Giant Steps (ik zeg het nog maar een keer), komen ook hele vroege tracks (en publieksfavorieten) als The Finest Kiss (1991) en Lazy Day (1992) voorbij.
The Boo Radleys weet ouderwets te boeien in Amsterdam, en sluit af met een lange, gloedvolle versie van klassieker Lazarus. Missie geslaagd!

Na het optreden is er even kort tijd voor een fotoshoot en spoedt de band zich naar de merchandise stand om te signeren en een enthousiast babbeltje te maken met de mensen die The Boo Radleys meer een kwart eeuw gemist hebben. Er volgt nog een biertje in kleedkamer, waarna de band voldaan richting hotel gaat. Er wachten namelijk de komende dagen nog vier shows in Frankrijk.