La Ratte – Triptyque de La Ratte

La Ratte is een Nederlands/Duits trio, dat een rauwe, ongepolijste mix van Rhythm & Blues en Rootsrock ten gehore brengt. Enige tijd geleden zag ik deze driemansfor­matie, die zijn inspi­ratie haalt uit energieke Texasblues, hyp­no­tis­erende Mis­sis­sip­pi Hill Coun­tryblues en aansteke­lijke Louisiana Swamp, live tijdens het festival Blues Rond de Kerk in Lochem. Daar knalde het drietal onder aanvoering van zanger/gitarist Harm van Essen met een smerig goeie show en ik was daarom blij verrast dat de band toen liet weten dat er een album in de pijplijn zit. 

Helemaal nieuw is de muziek op het album Triptyque de La Ratte niet, want het bevat nummers die eerder dit jaar in maart en mei op twee ep’s uitkwamen, Triptyque de La Ratte vol.1 en vol.2, aangevuld met vijf nieuwe nummers, waarmee het drieluik voltooid is. Omdat vandaag de derde ep online komt, nemen we vast een voorschot op het te verschijnen album, dat middels een release show in Luxor Live in Arnhem op 1 oktober verschijnt. Spoiler alert: early adaptors zullen zeker hun verzameling ep’s willen uitbreiden, terwijl anderen de drie ep’s voor de prijs van een full length album met een gerust hart kunnen aanschaffen. 

Deel drie van de Triptyque de La Ratte sluit goed aan bij de eerdere delen. Wederom laat het trio zien, dat het van alle markten thuis is, want net als op de voorgaande twee delen verkennen gitarist Van Essen, bassist Nikolas Karolewicz en drummer Jochem Jorissen een breed spectrum aan grooves, waardoor ook de derde helft bijdraagt aan de toch al gevarieerde sfeer, terwijl de band trouw blijft aan de zompige, energieke roots-sound die zowel optredens als albums van La Ratte kenmerkt. Goed, het lijkt er na een eerste beluistering op dat La Ratte met de laatste vijf nummers wat gas terugneemt, maar schijn bedriegt. 

Omdat de volgorde van de nummers op het album niet is veranderd, kan je duidelijk de drie ep’s herkennen. De eerste zes nummers zijn ronduit uptempo. Albumopener Ain’t No Fun is behoorlijk bluesy en wordt gevolgd door het meer rhythm and blues meets rockabilly-achtige Hole In My Heart. Ook het tweede deel opent bluesy met Rushing, waarna wordt doorgepakt met de soulvolle ballad Walking At Night, met daarin coole sax-arrangementen. Saxofoonklanken zijn ook terug te vinden op het daaropvolgende nummer Look at the Clock, terwijl My Poor Heart, ook heerlijk mondharmonicaspel laat horen. Doordat vol.2 wordt afgesloten met het meeslepende instrumentale bluesnummer South Austin Roadcase, zal het niemand verbazen dat het laatste deel wederom bluesy begint. Volgens mij hebben we nu een rode draad te pakken, want het daaropvolgende Meet In The City is meer roots rock en rhythm and blues, met uitstekend drumwerk van Jorissen, terwijl Karolewicz, de lijntjes uitzet waarbinnen de overige muzikanten mogen kleuren. Nice Guy, is dan weer wat rustiger, en heeft ook wel iets meditatiefs, op een bluesy manier, en She Don’t Dance is dan weer een uitstekende showcase van hoe goed La Ratte is in het vermengen van stijlen. 

Dat La Ratte, dat zich live als drietal heel goed weet staande te houden, ervoor gekozen heeft om zich op dit album te laten bijstaan door gastartiesten als Greg Izor (mondharmonica), Guitar Ray Nijenhuis, Jan Hidding (zang) en Louie the Honk (sax), komt de diversiteit van de nummers zeker ten goede. Wat ongetwijfeld meespeelt is dat ouwe rot in het vak Big Bro Brocken bij Natural Records aan de knoppen zat tijdens het opnameproces, maar het zou mij niets verbazen als de muzikanten van La Ratte zelf ook een dikke vinger in de pap hebben gehad. Nadat ik de band live zag, kan ik namelijk niet anders dan vaststellen, dat Triptyque de La Ratte heel natuurlijk en La Ratte-eigen overkomt. Laten we het dus houden op een goede chemie, die op dit album uitstekend uit de verf komt. 

Hoewel de drie ep’s elk subtiel een eigen sfeer hebben, smelten ze in dit drieluik wonderwel samen, waardoor van een zeer geslaagd album kan worden gesproken. Triptyque de La Ratte is doordesemd van live-sensatie en de diversiteit van de nummers maakt het een sympathiek album dat een bepaalde spontaniteit ademt, waardoor het een breder publiek zal aanspreken, dan slechts verstokte bluesliefhebbers.

Plaats een reactie