Another One Bites The Dust

God straft niet alleen wie rocker in Nederland wil zijn. Ook wie in een dorp een festival wil organiseren dat niét mikt op plat vermaak en de grootste gemene muzikale deler qua programmering, legt vaak na jarenlang vechten tegen de bierkaai het loodje. 

Zo ging een aantal jaren geleden het kleine, maar fijne festival Wessummerbreeze ter ziele. Opgezet door enkele muziekliefhebbers die wat anders wilden dan de obligate dertien in een dozijn artiesten die tijdens de kermis of de lokale braderie ten dans spelen, werd er in het Limburgse Wessem een festival opgetuigd voor muzikale meerwaardezoekers. Jonge Limburgse, Nederlandse en Belgische bands bevolkten er met onder meer garagerock en psychedelica de twee podia in een intieme setting. Qua opkomst viel er soms een piek in het bezoekersaantal te noteren, zoals bij het geweldige Moss. Maar zoals dat zo vaak gaat: de ‘echte liefhebbers’ lieten het schromelijk afweten. De lokalo’s liepen ook niet altijd in grote getale uit, behoudens de dorpelingen die vernomen hadden dat ‘er wat te doen was’.

Die inboorlingen legden dan weer geen bovenmatige belangstelling aan de dag voor de optredende bands, maar wel voor de tapkraan. Met als gevolg dat talentvolle, maar onbekende bands voor de spreekwoordelijke anderhalve man en een paardenkop, plus de dorpsgek stonden te spelen, terwijl de rest van het publiek ongeïnteresseerd bier stond te hijsen. Bij de laatste editie van Wessummerbreeze kon ik het niet meer aanzien. Ik verontschuldigde me bij de organisatoren met de mededeling dat mijn tenen inmiddels zo krom in mijn schoenen zaten dat ik bijna niet meer kon lopen, waarna plaatsvervangende schaamte me weer naar huis dreef. De organisatoren zelf wisten ook niet meer van welk hout pijlen te maken. Hun muzikale smaak en gedurfde programmering ging het dorp ver te boven en moedeloos werd het bijltje erbij neergegooid.

Deze week kwam het bericht dat ook voor MiniRok het doek is gevallen. Het festival in het ruraal gelegen Limbugse Stramproy gooit na zestien edities de handdoek, naar eigen zeggen vanwege de trend van gestegen productiekosten versus dalende inkomsten. Ook hier een festival georganiseerd door lokale enthousiastelingen die het dorp op wilden stuwen in de vaart der muzikale volkeren. Ik kwam er graag, als bezoeker en als dj. Hoogtepunt: de editie waar Triggerfinger in een vroeg stadium op het podium stond, met 1200 bezoekers. Maar alle nobele intenties ten spijt: wat de boer niet kent, dat vreet ie niet. Het festival deed nog een knieval om meer bezoekers te trekken door het programmeren van tributebands, een kwaal die hardnekkiger is dan platjes en nóg harder jeukt. Tevergeefs. 

Bijzonder spijtig en frustrerend voor de organisatoren en voor liefhebbers van kleinschalige, maar daarom niet minder aantrekkelijke festivals. Mogelijk hebben schnabbelende artiesten uit het B-, C- en D-segment nog een gaatje vrij in de agenda om dit gemis op te vangen.

DJ 45Frank

Plaats een reactie