Te mooi weer om binnen te zitten en plaatjes te draaien, dus de fiets maar eens onder het stof vandaan gehaald, de ‘innere Schweinehund’ een schop onder z’n kloten gegeven en de paden op, de lanen in. Op een Giant Hurricane mountainbike, die ik nog in het guldentijdperk van een vriend van me voor een zacht prijsje heb overgenomen en waar nu het etiket ‘vintage’ op geplakt mag worden. Rijdt nog als een zonnetje, probleem is alleen dat je zelf moet trappen.
De eerste dag als mooi weer rijder rustig begonnen met een rondje van 25 km. Gezien de erbarmelijke fysieke conditie was het wellicht raadzaam geweest om een fietsroute uit te stippelen langs plekken waar een AED aan de muur hangt, maar ach… De dood of de gladiolen.
Bij het fietsen dringt zich meestal een liedje op dat in ‘endless repeat’ rondjes in je hoofd draait. Met een beetje mazzel is het dan een nummer dat je in een lekkere cadans brengt. Ik kan me nog herinneren dat ooit Vader Abraham’s Smurfenlied me kilometerslang achtervolgde. Niet bepaald doping voor lichaam en geest. Gezien het oude-mannen-tempo dat ik hanteerde, zou iets uit het slowcore-genre ditmaal passend zijn geweest, maar het bleef wonderbaarlijk genoeg doodstil in m’n hoofd.
De tweede dag had ik het geluk om met wind tegen te kunnen bumperkleven bij een dame met een elektrische fiets, die zo’n 10 km als gangmaker fungeerde, daarna moest ik het op eigen kracht zien te redden. Kennelijk had ik een muntje in de interne jukebox gegooid, want nu schalde Tavares door het koppie. ‘Don’t take away the music/It’s the only thing I’ve got/It’s my piece of the rock’. Dat hielp. Althans…op het vlakke. Tegen het einde van een ritje van ditmaal 30 km doemde een col van de eerste categorie op. Een haarspeldbocht, onmiddellijk gevolgd door een steile klim. Een kuitenbijter van formaat. Tenminste…wanneer je pap in de benen hebt en tegen een kanaaldijk op moet fietsen. Tavares verstomde al na honderd meter, de muntjes waren op. Alternatieven dienden zich niet aan. Aangekomen in de ijle lucht op de top – toch een meter of acht boven zeeniveau – even uithijgen vooraleer aan de afdaling te beginnen. De laatste paar kilometers met verzuurde benen in een slakkengangetje afgelegd. Thuis aangekomen schoot er nog een titel van een Queen-single door m’n hoofd: Pain is so close to pleasure. Nou, echt niet…
DJ 45Frank