I couldn’t be happier

Het weekendje weg om de vastelaovend (carnaval) te ontvluchten was al eerder geboekt. Het kreeg alleen een iets andere lading. Zo’n anderhalve maand geleden kreeg ik de mededeling dat mijn dienstverband als redacteur bij een maandkrant om ‘bedrijfseconomische redenen’ werd beëindigd. Jammer, lullig, bijzonder vervelend, maar ach… Dan wil het helpen dat je over wat relativeringsvermogen beschikt. Het verlies van een baan is toch net even wat minder dramatisch en gruwelijk dan je leven verliezen in een oorlog aan de rand van Europa, vechtend voor vrijheid en democratie en de zelfbeschikking van je land. Bovendien wordt er boven onze hoofden een levensgevaarlijk pokerspel gespeeld door een stel klootzakken, met als inzet de toekomst, dus laten we maar genieten zolang het kan.

Voor zover überhaupt nodig, meldde ik m’n vriendin dat we het ontslag uitgebreid zouden gaan ‘vieren’, dat ik me niks zou ontzeggen en tot het gaatje wilde gaan wat betreft allround amusement. Zo gezegd, zo gedaan. Antwerpen baadde in een heerlijk voorjaarszonnetje, alsof het een persoonlijk kadootje van de weergoden betrof, om het leed van Koos Werkeloos te verzachten. De poeplap werd getrokken om te shoppen. Een korte plaatjesjacht hoorde daar vanzelfsprekend bij. In een vinyl outlet scoorde ik een dertigtal singles, variërend van Zwarte Lola en Tante Leen tot jazzplaatjes van Art Blakey en Oscar Peterson. Elders nog een paar jazz classics en een funkverzamelaar op vinyl uit de bakken gegraaid. Daarmee was een deel van de missie al geslaagd. Het volgende doel om wat vitaminen voor de geest binnen te halen, was een expositie van de Amerikaanse fotografe Lee Miller. Een vrouw die tijdens haar verblijf in dit ondermaanse wel drie of vier levens leek te hebben geleid. Daarna was het de hoogste tijd om een stevig offer te brengen aan Bacchus.

Daarbij werden we geassisteerd door een bevriend stel, waarmee we afspraken in jazzcafé De Muze, een vaste pleisterplaats tijdens een verblijf in de Sinjorenstad. Het bier en de wijn vloeiden rijkelijk, vergezeld door een moppie jazz. Als ouwehoeren een Olympische sport zou zijn, dan zaten hier vier medaillekandidaten in een kroeg. De stemming werd nog beter dankzij een liveoptreden van jazztrio Mazzle, dat groovy jazz speelde die uitstekend in de smaak viel. Als kers op de taart klonk er na afloop verdomd lekkere jazz en (dub)reggae uit de speakers van het café. Met een stevig stuk in de kraag werd een perfecte middag/avond afgetopt met een vette hap.

Katers, daar doen we niet aan. Alleen een droge bek herinnerde de dag erna aan het drinkgelag en drong het ten ene male tot me door dat je voor je levensgeluk weinig meer nodig hebt dan een dak boven je hoofd, wat te bikken op tafel, een stel geliefden en vrienden om je heen en kunst en cultuur om de zinnen te verzetten. Alles méér dan dat, is een bijzonder welkome bonus. Een bonus die afgelopen weekend ruimschoots werd verzilverd.

DJ 45Frank

Plaats een reactie