Als je informatie zoekt over de Nederlandse band Dorpsstraat 3 lees je al snel een mooi verhaal over een leegstaand huis waar ooit een priester woonde. In de kelder ontdekken de bandleden restanten die wijzen op activiteiten die je niet direct met een priester associeert; tekenen van alcoholconsumptie, een wonderlijke verzameling lp’s en muziekinstrumenten zoals een synth en een ritmebox. Dat vormt volgens de overlevering de inspiratie voor de stijl en sound van de band. Merlijn Breedland glimlacht: „Dat adres bestond wel. Misschien was het niet per se nummer 3, maar dat klinkt in de bandnaam gewoon mooi met de alliteratie. Zo doe ik dat ook in mijn teksten. Ik smeer gewoon een laagje fictie over alles heen.”
Foto’s: Mette Krah
Dat verhaal over dat leegstaande huis klinkt natuurlijk al direct weinig geloofwaardig. Toch klopt het deels, vertelt Merlijn Breedland, de drijvende kracht achter de liedjes en de ideeën van Dorpsstraat 3. „Die spullen zijn er natuurlijk niet. Er is wel een pand dat zo tot de verbeelding spreekt, dat je er dit soort verhalen mooi aan kan ophangen. Maar dit is vooral een leuke manier om… Je kunt wel zeggen, hallo, ik vind Turkse muziek leuk, ik vind Kraftwerk leuk en ik vind Nederbiet leuk. Maar dit verhaal klinkt natuurlijk veel spannender en spreekt meer tot de verbeelding.”
Die laag fictie die de voorman van de formatie uit de regio Amsterdam gebruikt om de biografie en de bandnaam op te leuken, die wordt ook naar harte lust toegepast op het debuutalbum van Dorpsstraat 3 dat vrijdag 14 februari verschijnt: Staal op Staal. Dat hoor je bijvoorbeeld aan het archaïsch taalgebruik, passend bij de jaren vijftig of zestig. De stijl van de muziek past ook in dat plaatje. Het is electronisch, industrieel, gebruikt eigenaardige klanken, oude ritmeboxen, Oosterse invloeden. De zang is laag en hoegenaamd emotieloos. Het doet denken aan de avant-garde van Blaine Reiniger en Tuxedomoon, Minimal Compact, de discipline van Wire, of aan de navolgers in de Nederlandse kraakscene zoals The Ex, De Kift of Nasmak. Ook de beelden op de collage op de cover sluiten er direct bij aan: een gestileerd beeld van oude industrie.
Staal op Staal is een conceptplaat. Knap uitgevoerd, aan alles is gedacht, het klopt als een bus. Breedland en zijn bandmaten nemen ons mee naar een fictieve wereld. „Het is een dorp waar een fabriek stond. Maar die fabriek is weg. En het dorp loopt een beetje leeg. De teksten van de liedjes zijn de verhalen van de mensen die daar wonen. Ik heb zelf tijdens covid in een fabriek gewerkt. Op een gegeven moment had ik twee liedjes die in die thematiek zaten. Het leuk mij leuk om dat verder te onderzoeken. Misschien zie je deze niet aankomen, maar het is wat geïnspireerd door John Prine. Dat is een countryzanger en die zingt verhalen over de mensen in zijn dorp. Zo’n lied als Angel of Montgomery gaat gewoon over het dagelijks leven van een bejaarde vrouw. En dat vind ik mooi. Zoiets probeerde ik de pakken, maar dan in een setting van een dorp waar ooit veel werk was.”
„Dit soort thema’s kun je ook wel naar nu trekken. Maar ik vind het wel nice om er een laag van fictie omheen te plaatsen. Dat vind ik ook leuk, omdat je dan een heel duidelijk verhaal neer kan zetten. De thematiek en de esthetiek daarvan heeft wel te maken met dat ik uit de buurt van IJmuiden kom. Ik heb dus wel wat met de hoogovens. Daar fietste ik altijd langs op weg naar mijn werk bij een strandtent. Daar komt ook die foto’s op de albumcover vandaan, die zijn in die regio genomen.”

Televisie
Wat op Staal op Staal je direct naar het verleden verplaatst is het taalgebruik en de onderwerpen die aan de orde komen. Zo klinkt het in een lied belerend ‘zoek je heil niet alleen bij de tv‘. Dat klinkt nu wat ouderwets, in de tijd dat jongeren nog nauwelijks tv kijken, laat staan in real time. Merlijn Breedland grinnikt: „Niemand, niemand van mijn generatie zegt zo vaak tv als ik op dit album. Het doet mij denken aan mijn oom die musicals schrijft. Laatst vertelde hij dat hij een beetje op zijn vingers was getikt door spelers van die musical. Daarin is een scène waarin allemaal mensen het hebben over het nieuws. En daarin zegt hij dat ze ‘het zien op het nieuws en het lezen in de kranten’. Maar als het in het nu moet afspelen; niemand leest fysieke kranten of kijkt het nieuws op de televisie. Dus wat dat betreft is het natuurlijk wel een beetje gedateerd taalgebruik op Staal op Staal, maar dat vind ik juist ook leuk.”
Tegelijk ligt dat wat ouderwets aandoende taalgebruik en het benutten van woorden die je niet meer zo vaak hoort dicht bij de muzikant. „Een eerste ep die ik maakte met een band is geïnspireerd op Nederbiet uit de jaren zestig. En dat is wel een beetje in mijn stijl van Nederlandse teksten schrijven blijven plakken. In vermijd bij het luisteren van muziek ook dingen die heel sterk naar nu verwijzen. Ik zal zelf ook niet zo snel gaan schrijven over social media of dergelijke dingen. Het kan wel in tekst of in thematiek voor komen, maar dan zit het wel achter drie laagjes verstopt. Ik zou ook nooit zo snel moderne spreektaal in mijn tekst verwerken. Maar ik heb ook wel een handje van opzettelijk zulke taal te gebruiken. Dus zo spreek ik ook.”
Op de plaat komen gespeelde fragmenten langs die lijken op een Polygoon-journaal. „Ik heb de teksten daarvoor wel zelf geschreven. Wie je hoort, is gewoon een vriend van me. Het is wel geïnspireerd op het Polygoon-journaal. Ik heb wel wat fragmenten uit die tijd bestudeerd om het taalgebruik een beetje daarop af te stemmen. Sommige zinnen zijn wel… ‘de eerste naoorlogse industrialisatieperiode’ bijvoorbeeld. Dat vond hij wel een tongbreker hoor. Ik heb echt een partijtje takes van die zin. Die heeft hij heel vaak moeten doen.”

Jachtseizoen
Niet alleen in de taal en de onderwerpen, ook in de muzikale uitvoering brengt Dorpsstraat je terug naar het verleden. Dat begint met de keuze van benutte instrumenten. De drummachine is bijvoorbeeld een bepalend element in de sound van Dorpsstraat 3. „Ik heb wel een assortiment. Maar degene die het meest wordt gebruikt is een Hammond Auto Vari 64. En die komt uit het begin jaren 70. En dat is gewoon zo’n los apparaat die je bovenop je orgel kon leggen. Om daar dan je ritmes uit te halen is gaaf. Ik ben altijd op zoek naar dat soort dingen.”
„De apparatuur die ik gebruik is redelijk bepalend voor hoe het eindproduct klinkt. Bij Dorpsstraat gebruiken we eigenlijk nooit dingen uit de computer. Het zijn altijd dingen die ik echt in huis heb staan. Ook dat eerste ep’tje is het leeuwendeel ingespeeld met twee keyboards die ik voor 20 euro bij de Rataplan heb gekocht. Bij de lokale kringloop. En bij die tweede ep had ik wel weer wat nieuwe dingen verzameld die ik dan allemaal wilde uitproberen. Redelijk aan het begin van het schrijven van een collectie liedjes heb ik meestal ook wel een beetje bepaald welke kant die het opgaat. en welke instrumenten ik ga gebruiken. Ook om het samenhangend te krijgen. Op Staal op Staal staan de meest chaotische liedjes van onze discografie tot het moment nu toe, maar ook de rustigste. Omdat ik veel dezelfde instrumenten en dezelfde drumcomputers gebruik – en het ook door dezelfde oude spring-reverb haal – heeft het toch wel allemaal een karakteristiek geluid. Daardoor klinkt het wel goed als een geheel.”
„Nu zit ik tussen twee platen, en ga ik weer nieuwe liedjes schrijven. En ik heb ook alweer wat nieuwe dingen gekocht. Dit is het jachtseizoen. Ik zoek in kringloopwinkels, maar ook wel veel op marktplaatsen. Rare goedkope keyboardjes, als je er daar vijf of zes van hebt, dan is het wel leuk geweest. Nu heb ik een paar ook echt wat duurdere mooie oude synths gekocht. Maar een grappige drumcomputertje is nog steeds altijd leuk.”
„Ik vind het leuk als een plaat ook echt zijn eigen karakter heeft. Dus ik ben al aan het bedenken hoe dat moet gaan klinken. Het is nog niet in steen gehouwen, maar ik heb wel een idee hoe ik een volgende anders kan laten klinken dan deze.”

Glazen halen
De stijl van de muziek van Dorpsstraat 3 maakt het plaatje van het conceptalbum compleet. Het doet denken aan een rijk verleden: van postpunk tot avant-garde met herkenbaar Oosterse invloeden. Deels komt de muzikale smaak van Merlijn Breedland voort uit de platenkast van zijn moeder. „En ik heb een tijdje bij Pacific Parc in Amsterdam gewerkt. Dat was een grote kroeg met live muziek. Daar speelden heel veel coole bands. Ik ben daar gaan werken toen ik net twee maanden achttien was, ging ik ’s nachts glazen halen. Alles wat ik daar zag en hoorde heb ik als een spons opgezogen. Altin Gün heeft daar nog hun allereerste concert gespeeld en kwam ik in aanraking met Anatolische rock. Op die plek waren veel mensen met muziek bezig. Die kwamen dan met compilatieplaten en dat soort dingen aan. ‘Ik heb dit in een of andere tweedehands bak gevonden toen ik in Berlijn op vakantie was, what the fuck, check dit! Ik heb me altijd wel omgeven met nerds die in dezelfde dingen geïnteresseerd zijn. Dat vindt op een manier zijn weg naar mij en dat is dus waar ik die invloeden dan weer vandaan heb.”
De Vier Van…
Welke albums hebben de muzieksmaak van Merlijn Breedland beïnvloed?

De Kift – Koper
Met de paplepel ingegoten. Mijn moeder vindt het heel erg mooi. Koper staat ook als cover op Staal op Staal en hebben we eerder met de Paradiso Vinylclub op single uitgebracht. Op Staal Op Staal staat nog een cover: Niet Terug van Toni Valen een Tilburgse muzikant uit de jaren tachtig.

Nick Cave & The Bad Seeds – Let Love In

Het compilatiealbum Biet Het Vol. 1
Nederbeat is een singeltjesgenre. Heel veel van die bands hebben niet eens albums uitgebracht. Maar je hebt één goede compilatiealbumreeks: Biet Het. Er zijn er in totaal vier van. Die bevatten allemaal zo’n twintig liedjes met alleen maar Nederlandstalige muziek uit de jaren zestig. Dat heb ik echt heel veel geluisterd.

Heimat – Heimat
Een Franse band die zingt in het Duits.
Een gedachte over “Dorpsstraat 3 smeert over alles een laagje fictie heen”