Bonnie ‘Prince’ Billy – The Purple Bird

„Just do your shit, Will”, zei producer David Ferguson tegen Will Oldham, alias Bonnie ‘Prince’ Billy, toen ze begonnen aan het project The Purple Bird. Het resultaat is een plaat waar de producer een flinke vinger in de pap heeft gekregen. Omwille van de uitstekende samenwerking tussen de twee. Aan de keukentafel van Ferguson kwamen de meeste liedjes tot stand, en hij krijgt dat ook songwriting credits voor zeven van de twaalf songs op het nieuwe album van Oldham.

Ook in die zin is The Purple Bird een echte ‘Nashville-plaat’ geworden. Daar opgenomen en in samenwerking met een klein leger aan de beste sessiemuzikanten die daar dik gezaaid zijn. Het is toch geen country-album, maar wel een plaat waar de wortels van de muzikanten goed terug te horen zijn. Nashville vertolkt door uitstekende muzikanten, onder aanvoering van een muzikant die heeft samengewerkt met het neusje van de zalm uit de Amerikaanse indie-hoek. En dat hoor je terug in een prachtig klinkende plaat met uitzonderlijk mooi songmateriaal.

Alles wordt subtiel en met gevoel uitgevoerd, gebruikmakend van een grote verscheidenheid aan traditionele instrumenten. Meest stemmig en ingetogen, met als mooi toppunt het liedje Downstream dat in sfeer en instrumentarium – hoor die ‘fiddle‘ en dat fluitje fladderen – klinkt als een oude traditional. Maar er is ook ruimte voor een enkele uitbarsting van ‘community-singing’ in Our Home, en in Guns Are For Cowards is het een en al tongue-in-cheek vrolijkheid.

Het opnemen van de liedjes gebeurde in korte tijd en meestal in hooguit vier takes. Die losse spontaniteit hoor je terug in ontspannen spel van al die doorgewinterde muzikanten, maar ook in bijvoorbeeld de loepzuivere samenzang. Allemaal in dienst van die doorleefde stem van Will Oldham. Een plaat om blind aan te schaffen voor iedereen met een liefde voor alt-country. ‘Come on in, the water’s fine‘.

Plaats een reactie