Gimme a break

Een blik in de achteruitkijkspiegel stemt me niet bepaald vrolijk. Het jaar 2024 leverde me – behalve wat meer buikvet en wat minder haar – ook een bloedend hart op. Afgelopen jaar kreeg de undergroundscene in het zuiden des lands namelijk klap na klap te verwerken. 

Allereerst was er de liquidatie en het met de grond gelijk maken van jongerencentrum The Curve in mijn woonplaats. Het kleinste podium van Limburg moest ter meerdere eer en glorie van de economische vooruitgang wijken voor een parkeerplaats voor een foodmarket. Het was de plek waar in mijn tijd als beheerder/programmeur enkele honderden, veelal beginnende bands een podium vonden voor hun eerste stappen in het live-circuit.

Vervolgens was er de brand die het Stroomhuis in Eindhoven in de as legde. Een tragisch lot dat ook de Oefenbunker in Landgraaf was beschoren. En verder staat het Landbouwbelang in Maastricht op punt van verdwijnen, ten faveure van wat voor ‘sjiek en sjoen’ moet doorgaan in de provinciehoofdstad.

Wat deze vier plekken met elkaar gemeen hebben, is dat ze een broedplaats zijn/waren voor alles wat afwijkt van de mainstream. Plekken waar creativiteit, gekoppeld aan een DIY-mentaliteit momentum bood aan nieuw te ontdekken werelden, veelal gerund door vrijwilligers. Naast podia waren er repetitieruimtes voor bands en waren ze ontmoetingsplekken voor wie van de platgetreden paden wilde afwijken. Plekken waar een grote verbondenheid en saamhorigheidsgevoel heersten en waaruit tal van nieuwe initiatieven ontstonden.

De branden in het Stroomhuis en de Oefenbunker toonden aan hoe belangrijk deze plekken voor velen waren. Crowdfunding-acties werden opgestart waarbij gul werd gegeven voor een herstart. Tal van mensen boden zich aan om op welke manier dan ook, belangeloos een handje te helpen. Het medeleven was hartverwarmend. Allemaal mooi en lovenswaardig en hoe succesvol en nobel het ledigen van de eerste, financiële nood van deze rampspoed ook mag zijn: wat geweest is komt hoogstwaarschijnlijk niet meer terug.

Het is te hopen dat alle ellende niet de energie uit de direct betrokkenen zuigt, dat de betreffende gemeenten oor en oog hebben voor de unieke plek die deze underground-enclaves innemen in het culturele landschap en de uitgesproken politieke steun zich niet alleen in woorden, maar ook in daden vertaalt. Want waar een goede voedingsbodem ontbreekt, zal nooit iets moois bloeien.

Nou ben ik niet de meest opgeruimde of optimistische ziel die er hier in dit ondermaanse rondloopt, maar ik klamp me dan maar vast aan een aloude Duitse wijsheid: die Hoffnung stirbt zuletzt

DJ 45Frank

Plaats een reactie