Plexi is het derde album van de Kempische garagerock/punkband Crackups. Het viertal trapt het gaspedaal flink en laat vette slipsporen na. Er is duidelijk een need for speed. En waarom ook niet? Vooral wanneer je het zo goed en retestrak kunt neerzetten. Plexi is met tien nummers goed voor een woeste rit van ruim twintig minuten die geen moment verveelt. Sterker nog, zodra het slotakkoord van het slotnummer wegsterft, voelt de stilte onwerkelijk, terwijl ik, stijf van de adrenaline, alleen maar denk: meer, meer… meer!
Het enige wat valt aan te merken op Plexi, is dat het zo kort is. Maar dat is een non-argument voor zeikerds en krentenwegers die de impact van de nummers buiten beschouwing laten. Crackups pakt de luisteraar namelijk volledig in en geeft hem absoluut een vrijwel ongeëvenaarde luisterervaring. Laten we de tien nummers eens onder de loep nemen.
Met The Phallus valt het Belgische viertal met de deur in huis. Wreed snelle en strakke psychpunk over een heerschap dat zijn lul achternaloopt. De zang is ronduit schreeuwerig, maar in dit geval uiterst passend. Reeds na anderhalve minuut lijkt het nummer ten einde, maar niets blijkt minder waar. We mogen even op adem komen en vervolgens gaat het keihard door. Sgt. Haze is voor punkbegrippen behoorlijk dansbaar en valt enigszins te vergelijken met wat de Rotterdamse formatie Smudged laat horen. Een vergelijking die zich ook opdringt bij het nummer Rock Bottom, onder andere door de sirene die veelvuldig klinkt en het nummer, dat verder toch echt snoeiharde garagepunk is iets elektronisch geeft.
Van het stuiterende Sgt. Haze belanden we bij de aanstekelijke single S.A.T.A.N., die kan worden gekenmerkt als old-school 60’s garagerock, inclusief orgeltje. Naar verluidt zijn de backingvocals van de vriendinnen en kinderen van de bandleden, wat een heerlijke DIY-mentaliteit verraadt. Wat een contrast met Pisshead, dat zich in ongeveer iets meer dan een halve minuut naar het einde spoedt, en dat ik graag zou gebruiken om de boel op kantoor zo nu en dan eens op te schudden. In dat kader kan ik ook Plane Crash van harte aanbevelen. Volumeknop naar rechts en kijken wie zijn koffie morst zodra de titel door de luidsprekers schalt. Maar goed, van ultrakort Pisshead schakelt de band naar White Ash, dat een kruising is van eerdergenoemde 60’s garagerock en 70’s punk, enigszins psychedelisch en bij vlagen toch uiterst dansbaar.
Titelnummer Plexi lijkt tot stand gekomen doordat een van de kinderen in de studio is achtergebleven en niet van de pitch kon afblijven. Hierdoor heeft het wat weg van psychedelische folk, wat het eigenlijk wel een vermakelijk intermezzo maakt. Het wordt gevolgd door Knocking On Heavensgate, een kruising van speedmetal en hardcore die het toch al aanzienlijke niveau adrenaline in mijn bloed opstuwt naar ongekende hoogten. En zo racen we naar slotnummer Lost In The City, waarop de band dan toch een heel klein beetje gas lijkt terug te nemen en waar de band eigenlijk nog het meest toegankelijk klinkt.
Plexi is recht voor zijn raap en klinkt goudeerlijk, oprecht en in al zijn razernij weldoordacht. In de basis klinkt de garage waar de band mee doorbrak, maar de rode draad is punk, die zo gevarieerd is dat het na beluistering lijkt alsof tijd kan vliegen. Dit waren toch geen twintig minuten? Ik heb genoten voor een uur, denk ik, terwijl adrenaline ruimbaan maakt voor dopamine.
Volgende week speelt Crackups op Left Of The Dial in Rotterdam. Mocht je in de buurt zijn, dan zou ik die show zeker even checken.