Het is maar enkele tientallen kilometers verwijderd van de Nederlandse grens en helemaal gratis. Hoewel, je moet niet vergeten wat gebruikte batterijen mee te nemen, want daarmee koop je je toegang tot misschien wel een van de charmantste festivals in België: het Absolutely Free Festival in Genk.
MuziScene-columnist Frank Heythuysen woont in Limburg en uit zijn stukken lees je dat hij frequent concerten bezoekt in Nederland, Duitsland én België. Je kunt je in de Randstad rijk rekenen met het cultureel aanbod, maar wonend op zo’n beetje het drielandenpunt en in het hart van Europa, heb je dus ook niet te klagen. Al jaren keert in de columns van Heythuysen – alias Dj 45 Frank – de lofzang voor het Absolutely Free Festival met regelmaat terug. Dat niet aflatende pleidooi én het prima programma van het festival overtuigde dusdanig dat ik de reis maar eens aanvaardde om een dag rond te kijken in Genk.

Wat tref je er aan? Het festivalterrein ligt dicht bij C-mine, een voormalige kolenmijn waar de gebouwen nu worden benut voor horeca en culturele bestemmingen. C-mine heeft overigens ook een uitstekende concertzaal. De fietsenstalling ligt op werkelijk een steenworp afstand, evenals de parkeerplaats én de camping die je ook kruipend nog bereikt. Je kunt je benen dus sparen voor het een dag lang staan en rondslenteren. Absolutely Free Festival is een tweedaags festival. Op een klein overzichtelijk terrein staan drie podia naast elkaar in een lijn zijn opgesteld. Tegenover de podia is een lange rij met allerlei voorzieningen: voor ieders smaak is er wel wat te vinden en het is allemaal niet onredelijk geprijsd. Als je munten in de voorverkoop aanschaft, kost een biertje €2,80. De capaciteit is op toeloop berekend; hele dag nergens lange rijen gezien.
De organisatie is tot in de puntjes verzorgd. De bands sluiten naadloos op elkaar aan en starten op tijd. Tegelijk wordt er toch nergens moeilijk over gedaan; al bij de inkom is het een en al vriendelijkheid. Als je wat gebruikte batterijen bij je hebt, krijg je in ruil een mooi kleurrijk festival-armbandje waarmee je twee dagen van ruim dertig acts kunt gaan zien. Keuzestress is relatief beperkt: een enkele act op het hoofdpodium wordt afgewisseld door twee bands tegelijk op het linker- en rechter podium.





Het festival trekt vooral liefhebbers van alternatieve muziek. Overvol is het geen moment, meestentijds is er volop ruimte voor de podia om een mooi plekje met goed geluid en uitzicht te vinden, ook voor wie aan een stoel is gekluisterd. Over twee dagen trekt het festival dit jaar rond 9000 bezoekers.
Troef van Absolutely Free Festival is behalve het prima programma de ontspannen sfeer. Mensen komen er voor de muziek en hebben er met respect voor de muzikanten en elkaar alle aandacht voor; geen ‘Dutch disease‘ hier. Maar ook nauwelijks mensen die enkel voor het feest komen; het voelt als een samenkomst van eensgezinden. En als het al meer draait om de gezelligheid en de ontmoeting, dan gebeurt dat op eilanden met zitgelegenheid. Ik ontmoet veel bezoekers die er al jaren komen. Ik spreek er mensen uit Nederland, Duitsland en natuurlijk België die allemaal trots vertellen hoeveel jaren zij het festival al aandoen.
Frank Heythuysen volgde de vrijdag en jubelde dat ‘dag 1 van het onovertroffen Absolutely Free Festival er weer een was om in te lijsten’. Hotline TNT, Leo Vincent – een nieuwe protégé van de Dewaele-broertjes – en Gurriers krijgen van hem dikke voldoendes. En Tramhaus ‘kwam, zag en overwon moeiteloos. Rotterdamn!’, laat hij weten. En inderdaad, als ik de dag erna arriveer op het festivalterrein lopen er veel bezoekers in kersverse Tramhaus-shirts rond. Je voelt je als Rotterdammer dan misschien ook snel thuis in Genk; een stad wiens hart ook is platgegooid, maar dan per vergissing door de Amerikanen in de nadagen van de Tweede Wereldoorlog.
De zondag trapt af met twee lokale acts: ook op dat front doet het festival zijn werk en geeft talent de kans te schitteren. Daarnaast is Absolutely Free Festival een prima plek om weer op de hoogte te raken over wat in de Belgische popmuziek gebeurt. De eerste die me bij de lurven pakt met intelligente electropop is dan ook een Belgische duo Affaire. Loops, beats, samples, vet klinkende analoge synths en een gitaar waarvan het geluid dan ook weer door electronica wordt gegooid levert een levendig en boeiend geluidsbeeld op. Voeg daarbij dat deze jonge Belgen een goed gevoel hebben voor een goede popdeun – luister eens naar de single Thoughts and Pleasure – en een lekker dansbaar ritme, en mij hebben ze.

Meer Belgisch schoon brengt Lézard, een vijftal dat perfect verzorgde en dansbare indiepop tot en met postpunkfunk speelt. Het Belgisch Son Mieux, zullen we maar zeggen. Van een geheel andere orde – een tikkie ruiger en op Weezer-achtige punkrock gebaseerd – is Maria Iskariot. Met een overdosis aan vrolijke inzet – ze staan al bij de soundcheck de dansen en springen van opwinding – vloeren ze met hun Vlaamstalige liedjes alles en iedereen in de tent. Denderend als een locomotief, vol energie. En met de cover van Gorki’s Dat vind ik lekker wordt een prikkelende knock-out uitgedeeld.




Uit landen buiten België zien we bijvoorbeeld Snapped Ankles en die staat ook in Genk weer garant voor een visueel en muzikaal doldwaze show in het half duister. De razend knappe electropunk brengt je brein snel in een betoverde staat. Eerder gezien, maar het blijft geweldig. Van over de oceaan, helemaal uit Philadelphia, komt Sheer Mag. Indrukwekkend is uiteraard de persoonlijkheid van Tina Halladay achter de microfoon, de haardos wild waaiend in de luchtstroom van de kien geplaatste ventilator. Recht-toe-recht-aan-rock met dito gitaargetover en geweldige poses, die haast doet vermoeden dat de band Australische wortels moet hebben.




Op het veld loop ik in de middag James McGovern van Iers The Murder Capital al tegen het lijf, maar dat lijkt wel een andere dan de open en geïnteresseerde muzikant die ik jaren terug trof op de loopplank van Rotterdams V11. Ook op het podium lijkt de slotact van het festival in Genk wel de vleesgeworden arrogantie, en dat doet de afstandelijk aanvoelende show – ook al is die bij vlagen zinderend en groots – geen goed.



Hartveroverend daarentegen is Brits Holiday Ghosts. Onder de aanvoering van Katja Rackin die drumt en zingt rammelt de band er op luchtig tempo heerlijke liedjes uit. Janglepop noemen ze dat weleens, maar ik vier het als het herleven van de belangstelling voor Feelies-gitaarpop. Geconcentreerd, maar uitmuntend gebracht bovendien.


Engelse postpunk kan natuurlijk niet ontbreken op een hedendaags festival dat alternatieve muziekstromingen in het zonnetje zet. Daar zorgt Humour voor, een goed gekozen naam, omdat er tijdens hun prima set werkelijk niets te lachen valt. De jonge Britten kunnen in hun klasse prima mee, maar steken er ondanks hun indringende songmateriaal niet bovenuit.



Maar net als dag 1 is het weer een Nederlandse band die verbluft en heel wat Belgische fans wint in Genk. Marathon speelt deze zomer het ene festival na het andere en blaast iedereen omver met hun intense stormachtige … ehh, ja, wat is het eigenlijk? Geen helder label op te plakken. De uit België afkomstige liefhebber van normaal nog wat ruiger materiaal die naast mij staat, tikt mij na twee nummers op de schouders en zegt al goedkeurend knikkend ‘wow’!




‘Absolutely fabulous‘, concludeert columnist Frank Heyhuysen na twee dagen festivalgenot in Genk. En zo is het, ook al na één dag. Dankzij een uitstekend programma met een mengeling van bekend en nieuwe ontdekkingen – Affaire en Holiday Ghosts zijn voor mij blijvertjes – de kennismaking met weer wat nieuw Belgisch talent, én de onovertroffen ontspannen sfeer staat AFF 2025 al weer in de agenda genoteerd. Wel een waarschuwing voor wie graag goed slaapt bij festivalbezoek: de hotels in de directe omgeving zijn voor 2025 al volledig volgeboekt.


2 gedachtes over “Absolutely fabulously free”