Scherper dan Idles, meer funky dan Fontaines DC. Ja, in de promotie wordt alles uit de kast gehaald om onze aandacht te trekken voor weer een postpunk-act uit het Verenigd Koninkrijk. Een duo uit grijs en rauw Birmingham dit keer: Joe Hicklin, die tekent voor de aanstootgevende inhoud van de liedjes, en zijn ‘mate‘ Callum Moloney.
Toch trekt die promotie er niet hard genoeg aan, want dit belooft toch een nieuw fenomeen te worden in de toch al rijke Britse traditie van ‘working class hero-blues‘ vervat in romans, films én muziek. Big Special verwoordt het gevoel van Britten in dit tijdsgewricht, in onverbloemde taal. In de teksten vinden we in Big Special een maat voor Sleaford Mods, minder poëtisch misschien, maar ook sociaal realistisch en gebaseerd op een laagje gemeende kwaadheid. In uitleg over hun werk zegt Hicklin te refereren aan de frustratie en de daaruit voortvloeiende depressie over hoe het er in het land aan toe gaat.
Muzikaal is het bijzonder omdat het veel Britse invloeden samen laat vloeien in een groovende maar ook soulvolle soundtrack. In I Mock Joggers gaat Hicklin als een Sleaford Mod tekeer op een groove die zo van The Black Keys had kunnen zijn. Het werk van het duo blijkt bij beluistering aardig geworteld in grooves uit muziek die we eerder associëren met het donkere swampy zuiden van de VS dan een Britse aglomoratie. Maar dan belanden we in Dust Off/Start Again waarin de groove meer wegheeft van crossover zoals landgenoten Yabba dat als geen ander kan, met versieringen die dan weer aan de Bristol-scene en Massiv Attack doet denken. Hoe dan ook, van het resultaat slaat de stoom af. iLL. bereikt in de hoogtepunten bijna het melodrama van Nick Cave en eigenaardig uitstapje is Black Dog, White Horse, een emotioneel geladen popballade, waarin Hicklin met zijn prachtige bariton wel Rag’n’Bone Man naar de kroon lijkt te willen steken. In afsluitend DiG! slaan de stoppen definitief door en loopt het uit in een barokke West End-waardige theatershow.
Het album van de Britten biedt niet alleen dankzij de 15 tracks waarde voor z’n geld. Het is meeslepend, subliem, en je gelooft zo nu en dan je eigen oren niet. Binnen alles wat er nu van de overkant van het Kanaal komt, is Big Special weer eens ‘pretty special‘.
Maakt ons erg nieuwsgierig naar hoe dit live uitpakt. We kunnen het 27 mei gaan checken in Paradiso en 28 mei in de Effenaar, 31 mei op Vestrock Festival en 1 juni op het Dauwpop Festival
4 gedachtes over “Big Special – Postindustrial Hometown Blues”