Marzio Scholten op eigen popbenen

Je krijgt als muzikant niet altijd wat je verdient. In een half leeg V11 in Rotterdam speelt Prize Collect, het nieuwe project van gevierd jazz-gitarist Marzio Scholten een concert om een puntje aan te zuigen. Omringd met een paar uitstekende muzikanten voert hij de indie-liedjes uit die hij zelf schrijft, na lang vooral met anderen popmuziek te hebben gemaakt, in het bijzonder Marien Dorleijn van Moss. Scholten staat nu op eigen benen. En hoe.

„Dit kwam eigenlijk heel erg natuurlijk”, zo steekt Marzio Scholten van wal in zijn uitleg waarom hij er nu voor kiest met een eigen band te spelen. Dat betekent namelijk niet dat zijn samenwerking met Marien Dorleijn binnen Opera Alaska is beëindigd. „We waren op een gegeven moment klaar met het schrijven voor de tweede plaat van Opera Alaska (die nog moet verschijnen, red.), maar thuis bleven er nog veel nieuwe liedjes uitkomen. Ik had volop inspiratie. Sinds ik met Marien onder de naam Opera Alaska ben gaan schrijven, is er een soort pop-vonk overgeslagen. Maar voor die liedjes had ik geen plek. Opera Alaska, daarbij doen Marien en ik echt alles samen. Het is een soort ongeschreven regel; we kiezen er een dag of twee voor uit en dan gaan we schrijven. Het is dus nooit voorgekomen dat een van ons al met materiaal aankwam. Om ze als idee voor Opera Alaska aan te dragen waren mijn liedjes dus al te ver, maar ik vond ze ook goed genoeg om er wél iets mee te willen doen. Ik besloot daarom die liedjes af te maken en er demo’s van te maken. En het zelf in te zingen.”

Als hij zijn materiaal laat horen aan de mensen om hem heen, krijgt hij enthousiaste reacties, en ook bij hemzelf groeit de overtuiging dat hij dit materiaal zelf kan gaan uitvoeren, en zingen. Met name dat laatste, daar had hij eigenlijk nog nooit over nagedacht. Scholten geldt in Nederland als een van de beste jazz-gitaristen. Zingen paste tot nu toe niet in zijn straatje. „Zo is Prize Collect ontstaan”, concludeert hij zijn verhaal.

Op het onlangs verschenen debuutalbum is de zang misschien niet het meest briljante element, het klinkt een beetje ‘voorzichtig’, live bewijst Scholten met zijn band dat zijn stem uitstekend op zijn plek valt binnen de rustige maar o zo mooie indie-liedjes. De op onder andere Real Estate geënte gitaarpop van Prize Collect klinkt op het album op het eerste gehoor misschien wat vlak en afgemeten. De schoonheid komt bij nadere beluistering aan het licht, zit ‘m in de subtiele details en de kracht van de ijzersterke liedjes. Met heel soms een scherp randje.

Dat maakt het misschien verklaarbaar waarom op een zaterdagavond nadat de oorlogsslachtoffers zijn herdacht er wat minder publiek afdaalt in het ruim van V11; vuurwerk hoeven we vanavond niet te verwachten. Hoewel, juist dit type gitaarplaten herbergt de belofte dat het live net wat feller en indringender voor de dag komt. Prize Collect vormt geen uitzondering. Na een stroeve start waarbij je even het gevoel krijgt bij een verjaardagsfeestje te zijn beland waar iedereen zich geneert voor de aanwezigheid – heel beleefd applaus bij de eerste liedjes – verliest eerst dat publiek en vervolgens ook de band de schroom en volgt een prachtig optreden. De ervaring van het viertal uit zich ook in een uitstekend en uitgebalanceerde sound. De bekkens hoeven niet doormidden, de gitaarversterkers staan niet op 10+. In V11 klinkt het daarom als een klok en krijgen de subtiele gitaarpartijen de kans de sound te versieren. Prachtig om te zien hoe de vier – naast Scholten Sam van Hoogstraten op gitaar, Ruud Voesten op drums en de beweeglijke Danny van Tiggele op bas – het gloednieuwe liedje Spirits met veel plezier en grote intensiteit spelen. Hier staat een band die volop geniet, ongeacht of de zaal uitverkocht is of niet.

Is er verschil tussen de liedjes die Scholten met Dorleijn maakt en zijn solo-werk? „Zeker”, vindt de muzikant. „Dit is echt helemaal mijn signatuur. Ik heb die liedjes geschreven, ingespeeld. Het werk met Marien is echt een mix van beide signaturen. Binnen Opera Alaska kijken we meer naar het experiment, het voelt iets experimenteler. Ook al is het gewoon popmuziek. Mijn eigen werk zijn meer kernachtige songs, liedjes, echt liedjes. En een verschil met Opera Alaska is natuurlijk dat Marien daar zingt. Waar ik net om de hoek kom kijken, is hij een doorgewinterde frontman en zanger.”

Het feit dat Dorleijn de zangpartijen voor zijn rekening neemt in zijn project met Marzio Scholten, roept voor de buitenwereld misschien het beeld op dat hij daarbinnen ook de eerste viool speelt. „In principe kan ik helemaal mijn ei kwijt binnen Opera Alaska en Marien ook. Bovendien voedt je elkaar de hele tijd. Deze liedjes schrijf ik vanuit mijzelf. In de samenwerking kan het zomaar zijn dat er iets gebeurt doordat een van ons iets inzet en er iets ontstaat wat ik misschien niet zelf verzonnen zou hebben. Het is echt een fiftyfifty wisselwerking. Ook een hele natuurlijke, we hebben daar geen gesprekken over of zo. Ik denk dat daar het verschil zit. ”

„Ik vind ook niet het één leuker dan het ander. Nee, het is echt gewoon een ander concept of startpunt. Uiteindelijk is de voldoening hetzelfde, namelijk dat er een goed liedje is.”

In de jazz-wereld is Marzio Scholten een gevierd gitarist. Waarom maakt hij daarnaast popmuziek? Waarom weer helemaal onderaan de ladder beginnen en ‘low-culture’ muziek maken terwijl je op handen wordt gedragen in een ‘high-culture’ wereld? Scholten schuifelt ongemakkelijk op zijn zitplaats bij deze suggestie. „Zo voelt het helemaal niet. Ik hekel die vergelijking normaal gesproken, want er is geen verschil tussen de pop- of de indie-scene en ‘highbrow jazz’. Als muzikant is dat verschil er niet. Je maakt gewoon muziek. En je maakt iets wat je wil. Bovendien hou ik ervan om te variëren, en vind het doorgaans niet leuk om heel lang hetzelfde te doen. Dat heeft met smaak en interesse te maken. Maar ook uit een behoefte om mijzelf weer uit te dagen, iets nieuws te maken en te kijken of ik dit kan. Dit keer dacht ik, ik weet van mezelf dat ik goed kan schrijven, en ik weet dat ik met Opera Alaska goede liedjes kan schrijven. Nou ja, dan kan ik het misschien ook zelf. Laat ik eens kijken of dat lukt.”

„Er is dus niet zo dat ik hiermee ‘afdaal’ in niveau. Daarvan is echt absoluut geen sprake. Er zijn heel veel dingen die ik in deze scene veel leuker vind dan in de jazz-scene. Contact met het publiek bijvoorbeeld. Er is veel directer contact, veel meer respons. Dat vind ik op dit moment wel echt veel leuker eraan. Zelfs als je in zo’n kleine plek als hier staat.”

Is er dan wel verschil in de ‘kunde’ en instrumentbeheersing die er bij komt kijken? Weer ontkracht Scholten dat idee. „Het gaat uiteindelijk om de sound en iets goed, mooi of spannend laten klinken. Dat ik nu toevallig het instrument goed onder controle heb, maakt daarin niet het verschil. Er zijn ook heel veel muzikanten die dat gewoon niet super goed onder controle hebben, maar toch mensen raken. En daar gaat het uiteindelijk om: die connectie maken. Ik denk dat dat het allerbelangrijkste is. Daar hoef je helemaal geen geschoold of getraind musicus voor te zijn.”

Marzio Scholten komt in V11 aan het einde van het concert terug voor één toegift om iedereen die vanavond is gekomen nog eens te bedanken. Hij speelt Hope, een liedje van Opera Alaska dat al twee miljoen streams scoorde, waarmee hij dan toch even teruggrijpt naar die samenwerking met een ander. Zijn vingers dansen behendig over de snaren, daar staat hij met gesloten ogen geconcentreerd en met veel gevoel dat kleine liedje te zingen, helemaal in zijn eentje, op eigen benen.


Plaats een reactie