Redwin Rolleman zet de kop van zijn gitaar op de grond en trekt aan de snaren. Uit zijn versterker klinkt geraas en getier. Het is maar een van de vele rockposes die hij vanavond op het kleine podium van V11 aanneemt. Nee, geen cliché houdingen, hier wordt uiting gegeven aan een gevoel dat bij de intense muziek van de Rotterdamse band Texoprint past. Bassist Jasper Werij kan er ook wat van. Hij wringt zijn lichaam als het ware om zijn bas, voortdurend in beweging op het podium. En vanachter de drums volgen de alerte ogen van David Pop de verrichtingen van zijn boezemvrienden, en levert de metronoom waarop alles nauwgezet is afgestemd.
Texoprint bracht vrijdag 19 april hun derde ep uit op Subroutine. Mumble klinkt meer volwassen, minder ruw garage. De nummers meer bedachtzaam vastgelegd met oog voor detail en het klinkt als een klok. Ook de nummers krijgen steeds meer nuance, dynamiek en diepgang. Er is naast haastig klinkende razernij nu ook plaats voor melodie en eens een wat rustiger tempo, zoals in 3 (grappig genoeg het vierde nummer van de ep) en Push It Down. Niet langer is het puur garage, of puur noise. De muziek van Texoprint is intussen veelzijdiger. Zonder in te leveren aan intensiteit.
Net als de voorgaande ep Texoprint is ook Mumble opgenomen in samenwerking met Daan Duurland. Dit keer niet in Katzwijm Studio maar in de Epic Rainbow Unicorn Studio van Simon Akkermans, aan de Boompjes in Rotterdam. „Katzwijm is een fantastische plek, niks slechts over te zeggen. Maar deze studio is net iets meer hi-fi, waardoor we het resultaat ‘crispier’ konden krijgen”, zo verklaart bassist Jasper Werij de keuze. „De studioruimte is in het oude Waterfront. Dat was wel lachen om daar terug te zijn en op te nemen. Ik heb er als 14-jarige gerepeteerd voordat het dichtging.”

Op de dag dat hun nieuwe ep verschijnt stapt het trio ook het podium op om tijdens Motel Mozaique onder andere dat nieuwe werk te laten horen. Een preview, letterlijk, want Texoprint viert het verschijnen van hun nieuwe ep op 8 mei in Acu. Ook met de stad Utrecht heeft de band een band: de drie leerden elkaar kennen op de Herman Brood Academie. Toch afficheert Texoprint zich nadrukkelijk met Rotterdam: zowel drummer David Pop als bassist Jasper Werij wonen er en voelen zich daar zichtbaar thuis.
Op het podium van V11 vliegt de band door een mix van ouder en nieuw werk. Het trio werkt al wat langer aan nieuw materiaal, wat uiteindelijk een album moet opleveren. Daar is het nu wel eens tijd voor, grapt Pop, refererend aan de drie ep’s die tot nu toe sinds het voorjaar van 2020 zijn verschenen. Dat de nummers die op de derde ep staan er al geroutineerd en intens strak uitvloeien hoeft geen verrassing te zijn: de drie spelen die nummers al een poosje. Toch is dat de belangrijkste indruk die achterblijft na de set in V11 dat Texoprint een sterk op elkaar ingespeeld collectief is, klaar voor de vele concerten die de komende maanden gaan volgen. Het materiaal uiteenlopend van schurend hard en snel tot ingehouden en melodieus levert een zinderende show op. Het gaat er geconcentreerd en hard aan toe, maar er mag ook ontspannen even gelachen worden op het podium. De drie stralen volop speelplezier uit en dat maakt Texoprint een traktatie om naar te kijken en te luisteren.

„We nemen het heel serieus”, legt Jasper Werij uit. „En het maakt niet uit hoeveel mensen er in publiek staan, of hoe weinig: we gaan gewoon knijterhard ons best doen. Dat zit er heel erg ingestampt, bij ons alle drie. We proberen er echt altijd die energie in te houden. Maar ja, aan de andere kant staan natuurlijk wel drie beste maten met elkaar op het podium. Heel veel gaat automatisch… en er zijn van die kleine subtiele, stomme dingetjes die we heel grappig vinden. Bepaalde stukjes in liedjes waar bijvoorbeeld David en ik elkaar altijd aankijken omdat we dan precies hetzelfde denken. Dat soort dingen. Je kent elkaar zo goed.”
„We zijn meer naar elkaar toegegroeid als muzikanten en daardoor durven we voor mijn gevoel ook meer te kiezen voor bijvoorbeeld een wat langzamer liedje”, zegt Werij over de nieuwe nuances in Mumble. „Alles wat we tot nu toe deden was heel erg snel en en heel erg volgepropt. Heel fijn aan Texoprint is dat we gewoon raggen, niet de meest moeilijke muziek maken. Die lijn tussen rauwe energie behouden maar het ook een heel mooi randje geven, die vonden we erg lastig. Deels uit een soort onzekerheid, als ik vanuit mezelf spreek. Het voelde altijd te ver buiten onszelf als band om iets anders te doen. Terwijl ik eigenlijk merkte dat ik het steeds meer ging missen om ook een rustpunt in de set te hebben, of een wat langzamer nummer.”

Werij wijst erop dat de band intussen enkele jaren met elkaar optrekt. Ze leren elkaar steeds beter kennen, en doen meer en meer ervaring op bij het schrijven en het optreden. „We weten gewoon sneller van elkaar wat we willen. Dat is heel fijn. Ik denk dat deze ep omdat we elkaar gewoon beter kennen ook weer meer een geheel is geworden.” De leeftijd speelt ook een rol. ‘Echt geen studenten meer’, vat Werij samen, en dat hoor je ook terug in de teksten die gaan over de fase in het leven tussen studeren en het beginnen met werken.
De jongens van weleer worden ouder en meer volwassen. En daarmee is de cirkel rond, want stoer doen hoeft niet meer zo nodig, en dus ontstaat er ruimte om te kiezen voor melodie, rustpunten en minder drukte. De schaamte eenmaal voorbij moet het ook kunnen te bekennen naar welke muziek je doorgaans luistert: „Ik luisterde niet gek veel naar muziek het afgelopen jaar, maar als ik het doe, dan graag naar Steely Dan”, zegt Werij met een glimlach. Pop dweept daarentegen met obscure shoegaze uit China en Japan, terwijl Redwin Rolleman bekent Madonna en synth-wave leuk te vinden. De smaken lopen tamelijk uiteen en zijn niet allemaal terug te speuren in de muziek die Texoprint nu maakt.
Maar dat was ooit anders. De drie leerde elkaar kennen op de Herman Brood Academie en trokken naar elkaar toe vanwege een gezamenlijke liefde voor shoegaze. Werij: „Ik had een iPod classic waar je lekker al je muziek op kon zetten, en David vroeg of hij er eens doorheen mocht scrollen. Toen ontdekten we dat we allebei obscure Japanse dingen kenden en was het meteen van, ‘laten we morgen gaan hangen’. Redwin begon in die periode meer in noisy muziek te komen. Daar is het allemaal mee begonnen, maar intussen is onze oriëntatie vrij breed. En Redwin houdt inderdaad van darkwave en is mega fan van Caroline Polacek. Met David maak ik altijd de grap dat we al precies weten hoe Redwin de snare wil laten klinken: zo classic jaren tachtig.”

Toch vertaalt die individuele ontwikkeling zich herkenbaar in de muziek van Texoprint en hun nieuwe ep Mumble. „Ik denk dat we allemaal wat meer richting popkant gaan. En misschien heeft het inderdaad wel wat invloed op de nummers, dat we ook iets meer durven toe te laten dat we af en toe een catchy refreintje hebben. Dat geldt trouwens ook voor wat we aan het schrijven zijn voor het album trouwens”, zegt Werij, met een blik alsof hij ter plekke tot dat inzicht komt. Die trend ziet de bassist ook bij collega’s. Als voorbeeld noemt hij de ontwikkeling van Canshaker Pie/Personal Trainer, dat ook ‘poppier’ lijkt te worden. „Het is denk ik een deel van volwassen worden, dat je op een gegeven moment stopt met het automatisch stom vinden van popmuziek. Dat is zo puberaal eigenlijk, als ik voor mezelf spreek in ieder geval.”
Texoprint viert de release van Mumble op woensdag 8 mei in Acu, Utrecht. Support Pizza Knife.
De ep Mumble is binnenkort verkrijgbaar via Subroutine
De kwestie Kalaallit Nunaat
Het is een nachtmerriescenario voor elke muziekmarketeer: een band die na jaren naamsbekendheid opbouwen zich hernoemt. Een recent voorbeeld is de Canadese band Preoccupations die na protesten afscheid nam van de naam Viet Cong. Ook David Pop, Jasper Werij en Redwin Rolleman besloten onlangs van naam te wisselen. „Kalaallit Nunaat is de inheemse naam van Groenland. Die naam komt van een wereldkaart die David in zijn huis had. De enige naam die daarop niet in het Engels maar in een inheemse taal stond, was deze naam voor Groenland. We vonden dat een mooie naam, heel cool. Op een gegeven moment kregen we berichten van mensen die opmerkten dat het best gek is dat we die naam gebruikten. Wij hadden geen van drieën toch iets met het land? Bovendien speelt er rond het land een behoorlijk bloederige geschiedenis, in verband met Europa en met name Denemarken.”
De band besloot die naam los te laten. Niet om per se een politiek statement te willen maken, legt Werij uit, „ook al vinden we het bizar wat er allemaal is gebeurd. Daarbij moet je bijvoorbeeld denken aan dingen als verplichte anticonceptie voor vrouwen van Inuit afkomst.” Omdat het nooit de bedoeling van de band was om ook maar iemand voor het hoofd te stoten met die naam, lag de keuze voor het kiezen van een andere naam die dichter bij hen staat voor de hand.
Texoprint is niet alleen de naam van de tweede ep van de Rotterdamse band, het is de naam van een textielafbriek in Boekelo waar de vader van Redwin Rolleman ooit werkte. De fabriek is pakweg twintig jaar geleden gesloten. „En toevallig heb ik ook heel wat familie in Hengelo, waar Boekelo naast ligt. Dus dachten we, dit is eigenlijk perfect. Daar komt nog bij dat we zelf heel veel T-shirts hebben bedrukt. Dus ook in de zin van textielprinten vond ik het wel een grappige match.”
Dat daarmee jaren bouwen aan naamsbekendheid over boord ging, is op de koop toe genomen. De drie muzikanten zullen het nog heel vaak moeten uitleggen. „We hadden zoiets van, hoe eerder we dit doen, hoe beter. We hebben het er ook best veel over gehad, ook met z’n allen. Dus we weten waar we het over hebben en hebben een kort antwoord klaar op vragen. Nu hebben we af en toe te maken met mensen die zeggen dat ze het onzin vinden dat we van naam veranderd zijn. Ja, god…”
5 gedachtes over “Texoprint voorbij de popschaamte”