Er lijkt een ware revival aan de gang van sixties georiënteerde muziek. Mooon is wat dat betreft niet alleen. Toch is de band geen meeloper, want met III presenteert het Brabantse trio reeds zijn derde album dat inspiratie put uit muziek van bijvoorbeeld The Who en The Small Faces. Wat mij betreft moet dit dan wel de kers op de taart worden, want beide voorgangers wisten mij matig te bekoren. Hoe kan het toch dat Mooon, dat zich bedient van authentieke instrumenten en analoge opnametechnieken, niet in staat lijkt om mij het gevoel te geven dat ik naar waarachtige sixties muziek luister?
Wat dat betreft begint III veelbelovend met I Will Get You, dat toch alle benodigde ingrediënten wel lijkt te bevatten. Het begint gezwind met een herkenbaar riffje, dat veelvuldig wordt herhaald, het heeft een lekker refrein, tempowisselingen een brommende bas en een snerpende gitaarsolo. Het zou alleen wat vetter mogen van mij. Rainbow Flowers heeft iets psychedelisch, althans voor wie naar de teksten luistert, maar klinkt verder vrij braaf. Toy Gun brengt daarentegen is ronduit hoekig, waardoor het aangenaam afsteekt, niet in de laatste plaats vanwege de gitaarsolo, die tegen stevig baswerk leunt en ook How You Really Are is vlot een aanstekelijk.
Dat het tempo in het midden van de plaat omlaaggaat vind ik jammer, maar Richard Has A Racecar en Living In The Light maken veel goed. Laatstgenoemde is lekker freaky en weet mijn enthousiasme aardig op te krikken. III is sowieso toegankelijker dan de conceptuele voorganger Safari en door de bank genomen bevat het voldoende aanstekelijke nummers, waardoor Mooon, ondanks dat III niet de gehoopte kers op de taart is, ruimschoots het voordeel van de twijfel krijgt en ik deze band met interesse blijf volgen.