The last time

Als plaatjesdraaier in de marge van de amusementswereld, kun je me normaal gesproken ’s nachts wakker maken voor een dj-set. Er waren in mijn ‘carrière’ slechts twee klussen waar ik enigszins tegenop keek. De eerste keer was het verzorgen van de muziek tijdens een ‘after party‘ bij de crematie van een vriend. De tweede was afgelopen zaterdag.

Ik had de eer en het genoegen plaatjes te draaien tijdens de laatste avond van OJC The Curve in Echt, een tentje dat ik twaalf jaar samen met een vrijwilligersgroep heb mogen runnen. Het kleinste jongerencentrum van Nederland moet wijken voor de parkeerplaats van een nog te ontwikkelen ‘foodhal’. Een nogal megalomaan project, waarmee Bertold Brecht’s uitspraak ‘Zuerst kommt das Fressen, dann die Moral’ nog maar eens onderstreept wordt. 

Met gemengde gevoelens had ik een koffer singles ingepakt, onder het motto ‘voor elk wat wils/all killers, no fillers’. Aangekomen bij het jongerencentrum, stond er als omineus voorteken een bulldozer naast het gebouw. Belendende panden waren al ten prooi gevallen aan de slopershamer. Het jongerencentrum liep nog een keer goed vol. Voor de drank werd een vrijwillige bijdrage gevraagd. De voorzitter van het jongerencentrum sprak een dankwoord uit, de glazen werden geheven en vervolgens was het dansen op het graf. Veel oude getrouwen, zowel bezoekers als vrijwilligers, waren op deze avond afgekomen. De teneur was dat het doodzonde was dat dit laatste kleine, alternatieve reservaat moest verdwijnen uit een dorp dat ooit een bloeiend uitgaansleven kende met drie discotheken en talloze kroegen. De vraag waar jongeren en oudere jongeren die zich in het commerciële circuit niet thuis voelen nu hun toevlucht moeten zoeken, weerklonk de gehele avond. Van een grafstemming was echter geen sprake. Er werd gedronken, gedanst en gelachen, in de stille en ijdele hoop dat er toch nog een toekomst gloorde voor de activiteiten van het jongerencentrum, hoewel van de plaatselijke politiek niks te verwachten viel, zoals de afgelopen jaren ten overvloede hadden bewezen.

Geheel in stijl met deze laatste avond, vond er tegen twee uur s‘ nachts een kortsluiting plaats, die de tent in het donker zette. Wonder boven wonder bleef de geluidsinstallatie gespaard van dit technisch malheur, waardoor het feest by candlelight kon worden voortgezet, tot algehele hilariteit van de feestvierders. Tegen drie uur eindigde mijn DJ-set, die ik toepasselijk begonnen was met ‘Ashes to ashes’ van David Bowie. Ik kon mijn set niet clichématiger eindigen dan met ‘The end’ van The Doors. De aanwezige medeklinkers gingen nog even door, terwijl ik mijn draaitafels en singles inpakte. Als laatste groet gaf ik het gebouw nog een aai, alvorens in de auto te stappen.

Hoewel de fat lady de blues al gezongen heeft en het feitelijk over en uit is, heb ik mijn laatste hoop gevestigd op de nieuwe Nederlandse cultuurpaus: Geert Wilders.

DJ 45Frank

Plaats een reactie