Indigo Pastel: Een eigenzinnige Zeeuwse eend in de Rotterdamse bijt

Het zou toch zo maar kunnen dat je denkt bij het verkeerde concert binnen te stappen als je Indigo Pastel live ziet, en tot dan toe enkel en alleen hun debuut Westerschelde hebt gehoord. De plaat is verstild, live pakt de band vurig uit. Een contrast waar de vijfkoppige band in al zijn eigenzinnigheid niet voor uit de weg gaat. Nog een scherp contrast: Indigo Pastel leeft en opereert vanuit het stadse Rotterdam, maar heeft nadrukkelijk de wortels in Zeeuws Vlaanderen. „Een stukje België met Nederlands nieuws”, kenschetst Tim Roos het eigenaardige landsdeel dat de band op hun debuutplaat met veel melancholie bezingt.

Foto: Sander Coers

Op 25 augustus presenteert Indigo Pastel hun debuutalbum Westerschelde in het – intussen al uitverkochte – Rotterdamse podium V11. Ze hebben er twee jaar over gedaan om het af te krijgen. Geplaagd door corona en het leven nam het allemaal wat langer in beslag dan gehoopt. Nog een contrast. Het Indigo Pastel dat begon aan Westerschelde is een ander dan het Indigo Pastel van nu. En ook dat verklaart voor een deel waarom je misschien verbaast opkijkt als je de band nu live aan het werk gaat zien. Zij zijn intussen al weer een stukje verder in hun ontwikkeling.

Toch weerspreekt zanger Tim Roos dat er een wereld van verschil schuilt tussen Indigo Pastel op plaat of op het podium. „Ik geloof er erg in dat je hetzelfde verhaal met andere intenties kunt vertellen. Waar we ons op de plaat aan overgeven en in verliezen, daarvan maken we live een overwinning”, vertelt hij met goed gevoel voor pathetiek. Voor hem zit er geen verschil tussen de rust in de plaat en een vurige show waar de band fiks hard kan uitpakken en Roos het publiek in duikt. „Waar we op de plaat meer de verstilling en introspectie opzoeken, willen we het live heel erg uitschreeuwen en als band meer voor ‘de stoomwals’ gaan.”

Nog een contrast. Roos verklapt dat Radiohead in het verleden een van zijn lievelingsbands was. „Maar toen zag ik ze live, en dat was heel erg saai. Dat is ook een reden voor het verschil tussen wat je op de plaat hoort en als je ons live meemaakt. Het is ook waar we zin in hebben. We spelen graag met zacht en hard. Wel vind ik het heel belangrijk dat het allebei even echt of oprecht moet zijn. Anders zou ik het niet doen.”

Echtheid
De nummers, of beter gezegd het verhaal en de emoties erachter, kunnen in de handen van Indigo Pastel dus verschillende vormen aannemen. Dat past niet zo lekker in een popmal. En zal misschien ook niet door iedereen begrepen, laat staan gewaardeerd worden. „Het is puur hoe je het brengt. Voor mij zit er geen verschil tussen. Mensen mogen er iets van vinden. Je hebt altijd mensen die er comfortabel mee zijn of niet. Ik weet niet of mij dat veel uitmaakt. Als ik het maar voel”, zegt de zanger na even nagedacht te hebben. „Er is door boekers en labels tegen ons gezegd dat dit moeilijk is te vermarkten. Maar als dat betekent dat wij een versie van onszelf moeten zijn die we niet zijn, dan gaan we dat niet doen. Ons idee is om dit te blijven doen. Door dit vol te houden reist het vanzelf wel ergens heen. Daar moet je niet te veel bij stilstaan. Anders loop je het gevaar dat je het gaat overdenken en het een deel van de echtheid verliest. Dat zou ik jammer vinden.”

De muziek van Indigo Pastel staat hoorbaar bol van de emoties en Roos drukt er zeer persoonlijke ervaringen mee uit. „Opener van de live set gaat over een biologische vader die ik niet ken, daarna gaat het over aangereden worden en nummer 3 gaat over een nare seksuele ervaring.” Maar dan komt Indigo Pastel tijdens een concert onlangs in Rotterdam live op de proppen met nóg een contrast. In het nummer Dobermann Rockefeller nodigt de band het publiek uit om op stukjes in het nummer ‘woef woef’ te blaffen. „En voor mij zijn al die dingen even echt. Of belangrijk. We spelen dat nummer als band ook omwille van ons speelplezier. Misschien dat we daar een stukje mysterie mee kapot maken, maar voor ons is het wel lekker, anders gaan we met zijn allen met een kut gevoel naar huis”, legt Roos met een knipoog uit. 

Ook Westerschelde, een inktzwarte en voor Roos zeer persoonlijke plaat, beoogt de band te eindigen met een lichtvoetiger nummer. „Dat hebben we gedaan, en daar ga ik nu weer over twijfelen, omdat het einde zo zwaar is, dat ik dat luisteraars niet aan wil doen. Je kan het óf interpreteren als lichtpuntje óf als ‘je maakt je plaat stuk’. Ik ga hier nog eens over nadenken.”

„Tja”, verzucht Roos, „in die zin zijn we in Rotterdam ook de Zeeuwse eigenzinnige eend in de bijt.”

Worstelen
Zeeuws Vlaanderen. Drie van de vijf bandleden komen er vandaan. Het stadhuis van Terneuzen prijkt op de hoes van de plaat. Verschillende titels van nummers verwijzen naar dit eigenaardige stukje Nederland. Uit de liedjes op Westerschelde spat de melancholie. Die wortelt niet alleen in de ervaringen van Roos maar ook aan wat hij de ‘teloorgang’ van de streek noemt. „Ik heb daar herinneringen aan mooie dingen, maar nu is alles daarvan weg. Of vervuild, of volgebouwd. De melancholie zoals wij die voelen, is gebaseerd op het verdwijnen van iets waar je van houdt. Veel nummers gaan over plekken of personen waar we niet meer bij kunnen zijn, omdat ze zijn verdwenen of volgebouwd of overleden. Othene is een polder. Dat was een mooi stuk land tussen de Westerschelde en een kreek waar ik als kind in zwom. Heel groen. Nu wonen er rijke Terneuzenaren, het is een Vinex wijk. Dat is een duidelijk voorbeeld van melancholie die wij voelen bij dat verlies. Met name Sander (gitarist Sander Coers, red.) en ik hebben elkaar daarin gevonden. We komen allebei uit Terneuzen, maar hebben elkaar pas hier in Rotterdam leren kennen.”

Maar daarnaast, of misschien bovenal, is Westerschelde het relaas van een adolescent die worstelt met het leven. „Cadzand Bad was een van mijn favoriete stranden waar een grote gemeenschap surfers elkaar opzocht. Nu is het volgebouwd met flats waarin Duitsers en rijke Belgen wonen. De oorspronkelijke bewoners zijn uitgekocht. Het nummer speelt zich af in een van die gebouwen. Die relatie en het meeste waar ik over zing is waar gebeurd, behalve de context van dat gebouw. En het nummer Westerschelde kun je zien als viering van een leven, of een afscheidsbrief.” De teloorgang van een streek krijgt zo parallellen met een dreigende teloorgang van een leven. Maar net als op de plaat eindigt dat verhaal vol duistere thema’s lichtvoetiger. Een therapieplaat die uiteindelijk leidt naar nieuwe inzichten, een herwaardering en uiteindelijk ook liefde voor de herkomst, en berusting.

Westerschelde. Zeven sfeervolle nummers over donkere thema’s. Gevangen in een moment, uitgevoerd met een sound die het introspectieve karakter van de plaat benadrukt. „Het is geen plaat die je opzet op een feestje, tenminste, als je een gezellig feestje wilt”, grinnikt Roos. „Het beste luister je ernaar als je in je eentje over straat loopt als je je niet zo goed voelt. Of als de zon ondergaat en je op het strand zit, een beetje dronken. Het is een plaat voor in je eentje. Een plaat die weg mag waaien over plekken heen.”

Indigo Pastel: Sander Coers (gitaar/zang), Job Roodhuizen (toetsen), Tim Roos (zang/gitaar), Dirk Schonk (drums) en Lucas Thijs (bas/zang).

Het concert van Indigo Pastel op 25 augustus in V11 is uitverkocht.

Het debuutalbum Westerschelde is te beluisteren via https://open.spotify.com/artist/5MLTpMlHYTj5KHR1G73ZTZ?si=X1XWonIMTAq1GVULk5eyJQ Het album is ook uit op cd. Die kun je bij de band bestellen via bandcamp https://indigopastel.bandcamp.com/album/westerschelde .

3 gedachtes over “Indigo Pastel: Een eigenzinnige Zeeuwse eend in de Rotterdamse bijt

Plaats een reactie