Geneet van ’t laeve

Afgelopen week overleed mijn vader. Een geval van ‘de dag die je wist dat zou komen’, want pa leefde al ruim twee jaar in blessuretijd en was aan bed gekluisterd. Het was de eerste keer dat ik iemand voor mijn ogen de laatste adem zag uitblazen. Ik had me er al vaker een voorstelling van proberen te maken, maar toen het moment eindelijk daar was, bleek het iets rustigs, ja bijna banaals te zijn. Zo ben je er nog en zo ben je er tussenuit gepiept. Het was goed zo.

Als kind heb je, muzikaal gezien, ten opzichte van je verwekkers meestal twee opties. Oftewel kun je putten uit een ouderlijke muziekcollectie die deels je muzikale smaak bepaalt, oftewel zet je je tegen de smaak van je ouders af. Beide opties waren hier niet aan de orde. Behalve een verdwaalde ABBA-lp en een paar ‘Alle dertien goed’-platen, lag er in huis niets waar ik verder op kon bouwen. En ik kan mijn ouders ook niet betrappen op een specifieke muzikale smaak. Hoewel wel degelijk muziekliefhebbers; in hun jonge jaren hebben ze menige dansvloer versleten.

Toch props voor pa en ma, want ze hebben wel degelijk grote invloed gehad op mijn leven als melomaan. Aangezien op hun netvlies het schrikbeeld stond gebrand dat hun oogappel het leven zou kunnen laten in een verkeersongeluk, kreeg ik voor mijn zestiende verjaardag geen brommer, maar een Akai-stereoset. Het beste verjaardagscadeau ooit! Tevens had ik, als verwend nest, naast een eigen slaapkamer – waar ongebreideld het beest met de twee ruggen kon worden uitgebeeld met mijn vriendinnetjes – nog een extra kamer ter beschikking. Een young mancave, schitterend handgemaakt vormgegeven door mijn vader. Ik kon er – onder het genot van drank & drugs – ongestoord naar muziek luisteren met mijn vrienden. Het ouderlijk huis werd zo een bedevaartsoord voor muziekminnaars. Mijn ouders kregen van buren en omwonenden regelmatig de vraag of ze niet beter een café konden beginnen. Die kamer diende ook als repetitieruimte voor het illustere duo Unsound. Talloze middagen met mijn bandmaat H. zitten klooien met een sequencer van de Aldi, synths, samples en drumcomputer. Achteraf verbaasd dat mijn ouders geen hersenbloeding hebben gekregen van het voortdurende gebonk, gepiep en geknars dat door heel het huis klonk.

Affijn, geplaagd door ‘wild mood swings‘ met mijn moeder rond de tafel gaan zitten om te bepalen welke muziek er tijdens de uitvaart moest klinken. YouTube ingeschakeld als hulplijn en wat suggesties gedaan. „Pap hield ook van accordeonmuziek”, aldus mijn moeder. Oké, Astor Piazzolla, is dat wat? Ja, mooi. Daarnaast nog een paar crematieknallers. Andrea Berg (Und wenn ich geh) en Benny Neyman (Of ik je terug zal zien). „Johnny Cash, vond ie ook mooi”, opperde moeder. Mmmm, Ring of fire leek me voor een crematie net iets té. „Wat vind je hiervan, mam?” Ik liet haar Hurt horen. „Mooi liedje, mag erbij!” Prima, kwam ik zelf ook nog een beetje aan mijn trekken. Als afsluiter een nummer dat in het zonnige zuiden waarschijnlijk hoog genoteerd staat in de Uitvaart Top Tien en een absolute favoriet van mijn vader. De klassieker annex tranentrekker Geneet van ’t laeve van de Limburgse troubadour Sjef Diederen, met de onsterfelijke tekstregels ‘Geneet van ’t laeve zolang este kins. Maak sjpas en plezeer, doe laefs toch mèr ins.’ (‘Geniet van het leven zolang als je kunt. Heb lol en plezier, je leeft maar één keer’). Fabriceer nu zelf maar een zin met de woorden ‘waarheid’ en ‘koe’.

DJ 45Frank

2 gedachtes over “Geneet van ’t laeve

Plaats een reactie