Sigur Rós – Átta

Het is een beproefde manier om de aandacht te vangen: pas enkele uren voor een nieuwe plaat verschijnt breng je het nieuwtje met trompetgeschal naar buiten. Sigur Rós gebruikt de marketingtruc om hun eerste album in 10 jaar te presenteren. En hierbij een recensie die je met een korrel zout moet nemen, want in enkele uren doe je enkel een oppervlakkige indruk op, al helemaal als het gaat om een orkestrale, wijd uitgesponnen plaat die het moet hebben van de sfeer.

Maar dat mag de pret niet drukken. Sigur Rós telt veel fans en die zullen vrijdagochtend opveren bij het goede nieuws, mochten ze dat nog niet eerder uit de tamtam hebben opgepikt. Even wat feiten: de plaat is voor het overgrote deel opgenomen in de studio van de band bij Reykjavik. Hele pakken strijkers kleuren de tien composities en die zijn opgenomen in de Abbey Road studio in Londen. De band tekent zelf voor de productie. ‘De band’ betekent dit keer frontman Jónsi, bassist Georg Holm én multiinstrumentalist Kjartan Sveinsson, die er een paar jaar terug de brui aan gaf en dus zijn rentree maakt. Drummer Orri Páll Dýrason is niet meer van de partij.

Zover de statistieken. Die doen er overigens wel toe. Met de inbreng van Sveinsson is het roer weer om naar meer dromerige muziek. Tien groots uitgevoerde lange composities die klinken alsof je in een immens grote kathedraal staat. En dat wordt versterkt door het ontbreken van Orri Páll Dýrason; beats spelen geen of hooguit een zeer ondergeschikte rol op Átta. De plaat vormt dus een scherp contrast met Kveikur uit 2013, dat meer agressief klonk. De band zelf omschrijft de ommezwaai als ‘meer naar binnen kijken dan naar buiten’. Op Átta gaan de muzikanten met elkaar op zoek naar emoties die opborrelen uit hun innerlijke. Want ze zijn intussen wat ouder en meer cynisch, en wilden muziek maken die ze toch nog raakt.

Als je bij die omschrijving jeuk krijgt, dan was Sigur Rós met de stem-als-van-een-koorknaap van Jónsi waarschijnlijk al nooit een van je favoriete acts. Luisterend naar het voortkabbelende en voor alles sfeervolle album spreekt het vooral mensen aan die dromen van een verblijf in een onverwarmd bouwsel aan de noord-kust van Wales, als de najaarsstormen prachtige vergezichten maken maar het verblijf buiten ook bijna onmenselijk. Kom, dan met een goed boek bij de open haard, glaasje whiskey om ons innerlijk te verwarmen, en dan zetten we er fijn Átta van Sigur Rós bij op!

Plaats een reactie