Beyoncé. Bruce Springsteen. Metallica. Harry Styles. Coldplay. The Weeknd. Burna Boy. Ze kwamen of komen allemaal naar Nederland voor een stadionshow. Ik realiseerde me afgelopen week dat ik nog nooit naar een stadionconcert ben geweest en het zal er waarschijnlijk ook niet meer van komen. Nooit naar de Kuip, de Johan Cruijff Arena of het Gelredome. Of de grens over naar het vroegere Müngersdorfer Stadion in Keulen. Of dat erg is? Nee. Nou ja, ik ben een héél klein beetje jaloers op mijn vriendin, die David Bowie in de jaren tachtig in de Kuip zag optreden. Bowie in de jaren tachtig? Die vond ik als rechtgeaarde muzikale snob te poppy en te groot geworden om nog interessant te zijn en bovendien wentelde ik me in die tijd volop in de new wave. Dan ging je dus liever dubbeltjes zoeken op de dansvloer in een donker hol, dan naar zo’n megalomaan concert. Beetsje dom, met de kennis van nu.
Misschien heeft het te maken met het feit dat ik op mijn veertiende – met dank aan de wat oudere jongens in mijn voetbalteam – ben begonnen met bier drinken. Zoals we uit een voorlichtingsfilmpje weten, is het drinken van alcohol op die leeftijd funest voor de ontwikkeling van de nog jonge hersenen. Dat heeft mijn maatschappelijke carrière waarschijnlijk gefnuikt, maar ik heb er wel enorm veel plezier van gehad. Nou heb ik The Boss en The Rolling Stones wél op Pinkpop gezien. Die laatsten een paar jaar geleden, met een toen nog piepjonge Keith Richards, die er in mijn oren vervaarlijk naast stond te krassen.
Voor artiesten is zo’n stand alone stadionconcert financieel een stuk profijtelijker dan een festivalshow en bovendien sta je dan voor tienduizenden hardcore fans en niet voor bezoekers die mogelijk niet speciaal voor jou zijn gekomen. Los van de inmiddels van de pot gerukte ticketprijzen en het risico in een galmbak terecht te komen: geen zin om in alle vroegte voor de poorten van een stadion te gaan liggen voor een plek vooraan. Waar een voetbalwedstrijd tegenwoordig wordt stilgelegd als er met ‘vreugdebier’ wordt gesmeten, behoort een bierdouche bij zo’n stadionconcert ook tot de mogelijkheden. Nooit begrepen. Bier is er om te drinken, maar nou klink ik misschien vreselijk ouderwets. En om nou vanaf een metertje of vijftig naar een videowall te kijken als was het een veredelde tv-show? Nee dank u.
De sfeer, de verbondenheid, die welhaast religieuze ervaring om met tienduizenden medegelovigen te genieten van een favoriete artiest of band? Het zal allemaal wel. Laat u niet weerhouden door mijn in de loop der jaren gegroeide afkeer van massaliteit. Ik zoek mijn muzikale heil echter liever in een klein zaaltje als Merleyn in Nijmegen, Ekko in Utrecht of de kleine zalen van de Nieuwe Nor in Heerlen en de Muziekgieterij in Maastricht, ‘to name but a few‘. Mogelijk het gevolg van een hersenbeschadiging door de inname van alcohol op veel te jonge leeftijd. Maar daar valt prima mee te leven.
DJ 45Frank