Stagemanager Pip Theijs: ‘Het is echt topsport’

In de serie Vakgeluid geeft MuziScene aandacht aan de professionals en vrijwilligers die achter de schermen werken om jouw muziekbeleving mogelijk te maken. Van geluidstechnici tot programmeurs, lichtontwerpers tot schoonmakers; ze staan niet in de spotlights, maar maken alles mogelijk wat je ziet, hoort en voelt tijdens een concert of festival. Maak in deze aflevering kennis met Pip Theijs, stagemanager van Paard in Den Haag.

Tekst en foto’s: Judith Zandwijk
Enkele foto’s met vriendelijke toestemming uit privé archief van Pip Theijs

Stagemanagers
Een stagemanager is ervoor verantwoordelijk dat een optreden, van de eerste voorbereidingen tot de afbouw, soepel verloopt. De dag begint vaak vroeg, zodat er voldoende tijd is om het draaiboek door te nemen en het podium te controleren op de aanwezigheid en goede werking van instrumenten, microfoons, kabels en licht- en geluidsapparatuur. Zodra de artiesten en hun crew arriveren, zorgt de stagemanager dat zij zich welkom voelen en alles vinden wat ze nodig hebben, zoals de kleedkamers en catering.

In de middag begeleidt de stagemanager de soundcheck en stemt voortdurend met de technici de opstelling, instellingen en eventuele last-minute aanpassingen af. Daarbij is een strakke timing essentieel: repetities, publieksinloop en show moeten volgens schema verlopen.

’s Avonds, tijdens de show, zorgt de stagemanager ervoor dat de artiesten op tijd het podium op gaan en precies weten wat het programma is. Deze medewerker houdt het verloop van de show nauwlettend in de gaten, houdt contact met de techniek en grijpt snel in als er iets misgaat. Ook achter de schermen zorgt de stagemanager dat alles soepel blijft verlopen.

Na de show begint de afbouw: apparatuur wordt opgeruimd en het podium wordt klaargemaakt voor de volgende dag. Vaak volgt er nog een korte evaluatie met de betrokkenen om eventuele verbeterpunten te bespreken. Tot slot schrijft de stagemanager een verslag van de dag, dat wordt gedeeld met het locatieteam of management.

Pip Theijs
Pip Theijs is een bekende en geliefde (back)stagemanager van het poppodium Paard in Den Haag. Sinds 1990 werkt zij hier als stagemanager, en sinds vijf jaar in de functie van backstagemanager.

Een speciale opleiding voor deze functie heeft ze niet genoten. Pip ging na 3-Mavo een poosje naar een kappersopleiding maar: ‘Toen zag ik al die wijven met hun haar bezig en dacht, nee! Dat wil ik ook niet.’

Op een avond ging ze met de eigenaar van de Haagse platenzaak Super Tracks naar een optreden van de Amerikaanse rockband Cheap Trick (I want you to want me). ‘Dat was zo gezellig, en toen vroeg ze of ik in haar platenzaak wilde werken. Mijn nichtje werkte er ook dus dat leek me wel wat.’

Na het overlijden van haar hond Pip besloot zij, ook om verwarring met een collega met dezelfde naam, deze naam aan te nemen. Haar trouwe viervoeter vergezelde haar vaak tijdens haar werk bij Paard. Als echte hondenliefhebster zegt ze: ‘Het was geweldig dat mijn hond vroeger mee mocht naar het werk. Artiesten vonden dat ook leuk. Eddie Vedder was echt helemaal gek op haar. Het was grappig om te zien. Het was in 1992, ik kende Pearl Jam toen nog niet goed, maar het waren zulke aardige, gevoelige jongens. Ze waren ontzettend vriendelijk, en het was een supergezellige dag.’

Eddie Vedder met Pip, de hond van Pip Theijs.

‘Later mochten we de band backstage in Ahoy in de kleedkamer opzoeken. Ze hadden net een officiële uitreiking van een gouden plaat gehad, of iets dergelijks. We stonden daar een beetje ongemakkelijk, maar ik wilde graag die foto van Eddie met mijn hond aan hem geven. Dus ik vroeg of ik iets mocht overhandigen. En toen zei hij: „Oh, this means so much more than…” Het was echt een bijzonder moment.’

Drummer
Pip had al van jongs af aan een grote liefde voor muziek. Ze leerde zichzelf drummen. ‘Ik kreeg een drumstel en ben gewoon begonnen. Het eerste wat ik kon was: boem-tsjak, boem-tsjak’, zegt ze lachend, al luchtdrummend met haar armen.

Al snel drumde ze mee met cd’s van onder andere Beastie Boys. Haar interesse verschoof naar drums voor hiphop, dus ging ze op zoek naar een docent. ‘Toen ik uitlegde wat ik wilde leren, vroeg hij aarzelend: Oh, bedoel je… HipHopHipHop?’ Dat was duidelijk geen match, vertelt ze grijnzend, dus besloot ze opnieuw haar eigen weg te volgen: eindeloos luisteren, oefenen en experimenteren.

In die tijd woonde Pip in het legendarische kraakpand De Koe aan de Prinsegracht in Den Haag. Ideaal, want niemand die klaagde over haar drummen. Op een dag stonden er ineens een paar ‘gothic boys’, zoals ze ze zelf noemt, voor haar deur. ‘Ik kende ze helemaal niet, maar ze vroegen verlegen: We hoorden dat jij drumt. Wil je bij onze band Gift of Death (later Sangroids, red.) komen spelen?’ Dat werd het begin van een bijzonder avontuur. Pip ging met de band op tour en stond in uitverkochte zalen als Nighttown en Paard. Ze speelden zelfs in het voorprogramma van de legendarische Britse gothic rockband Fields of the Nephilim.

Garderobe
De band waarin Pip speelde had een oefenruimte in het Paard van Troje, en haar vriend werkte er als dj en geluidsman. Zo kwam ze regelmatig backstage om hem op te zoeken. Op een dag zei ze: ‘Ik wil hier ook wel iets doen, bijvoorbeeld in de garderobe. Lijkt me leuk.’ Toenmalig stagemanager Janneke reageerde meteen enthousiast: ‘Nee joh, jij moet gewoon stagemanager worden!’

Pip: ‘Ik dacht: oké, als jullie dat zeggen, dan zal het wel goed zijn. In die tijd bestond het vak nog niet echt zoals nu. Je moest alles een beetje zelf uitvinden. Tegenwoordig zijn er draaiboeken, uitgebreide briefings en duidelijke instructies vooraf. Toen kreeg je gewoon een biografie en een tijdschema in je handen gedrukt, en moest je het zelf maar uitzoeken. De band kwam binnen, en je ging gewoon aan de slag. Ik vond het meteen hartstikke leuk!”

Draaiboek voor het concert van Claw Boys Claw

Draaiboek
Voor stagemanagers begint alles met een gedetailleerd draaiboek. Hierin staat alle essentiële informatie: van de aankomsttijd van de band en hun reiswijze tot en met wat er nodig is voor het podium en de kleedkamers. Ook technische en hospitality-afspraken zoals wensen rond het geluid, lichtinstellingen en catering, worden hierin opgenomen door de productieafdeling.

Op de dag van de show is de stagemanager het centrale aanspreekpunt voor zowel technici als bandleden. Pip coördineert de productie backstage. Hoewel ze zelf geen diepgaande technische kennis heeft, zorgt ze ervoor dat iedereen weet wat er moet gebeuren, met wie en wanneer. Gespecialiseerde technici nemen de uitvoering van de technische details voor hun rekening.

Pip: ‘Ik krijg een paar dagen van tevoren het draaiboek en neem het dan meteen door. Niet iedereen doet dat meteen, maar ik ben graag goed voorbereid. Als je pas op het laatste moment kijkt, ben je vaak al te laat. Ik kijk ook even wie de band is – soms luister ik naar hun muziek of zoek ik een foto op. Je kent veel namen wel als je dit werk lang doet, maar er komen altijd nieuwe acts bij. Dat maakt het afwisselend: geen dag is hetzelfde.’

Op de dag zelf is Pip meestal rond twee uur aanwezig, samen met de technici. Ze richt de kleedkamers in en zorgt dat het podium klaarstaat. Bij aankomst begeleidt ze de band naar hun ruimte en stuurt ze de stagehands aan om te helpen met het uitladen van de spullen. Ze maakt de kleedkamers gezellig, wetend dat artiesten vaak uit een koffer leven en elke dag in een andere omgeving zitten.

Verder houdt ze in de gaten dat het schema gevolgd wordt. Vertragingen kunnen soms invloed hebben op het diner van de crew. Na de soundcheck is het tijd voor de maaltijd. Soms eet de band bij Paard, andere keren wordt gekozen voor een ‘buy-out‘ en eet de band en hun entourage op eigen gelegenheid buiten de deur.

Communicatie
De stagemanager is de schakel tussen de band, de zaal en de technici. Heldere communicatie is daarbij cruciaal: het zorgt voor duidelijke instructies, helpt problemen oplossen, bewaakt het tijdschema en creëert een prettige werksfeer voor artiesten en crew. Zo worden misverstanden voorkomen en verloopt de samenwerking soepel.

Pip blikt terug: ‘Vroeger ging dat allemaal heel anders. Je wist vaak niet wie je kon verwachten tot de band daadwerkelijk aankwam. Dan reed er zo’n oud Engels busje het terrein op, en was het maar afwachten wie en wat eruit kwam. Tegenwoordig is alles veel strakker geregeld. Eerst komt de tourmanager om alles te checken, en pas later verschijnen de bandleden. Het contact verloopt nu vrijwel altijd via de tourmanager. Als er iets is, horen wij het via die persoon, en regelen we het op die manier. Het directe contact met de band is een stuk minder geworden.’

Chillen
Na de soundcheck en nadat de band heeft gegeten is er vaak nog even tijd voordat de deuren voor de bezoekers opengaan. Bands trekken zich meestal terug in de kleedkamer; bereiden zich voor, chillen en zoeken ontspanning, al dan niet op een rock and roll-wijze.

Pip: ‘We krijgen nog maar zelden verzoekjes om drugs. Hooguit wijs ik iemand de weg naar een coffeeshop, maar daar blijft het bij. Het drugsgebruik is sowieso afgenomen, en dat vind ik eigenlijk wel prettig. Ook met alcohol valt het mee. Bands krijgen vaak flessen drank backstage, maar meestal nemen ze die gewoon mee naar huis.’

Big Special in de kleedkamer van Paard

Terwijl de band in de kleedkamer zit stemt Pip met de technici af of alles klaar staat. Controleert of er geen spullen meer in de zaal staan, de gordijnen netjes hangen, enzovoorts. Pip vertelt: ‘Als een band van tevoren niet heeft aangegeven wat ze willen qua podiumindeling, check ik dat meestal nog even. Soms gebruik ik gewoon mijn gezond verstand en richt het in zoals het logisch aanvoelt. Een opgeruimd podium oogt netjes, maar sommige artiesten geven juist de voorkeur aan een wat ruigere, industriële uitstraling. Het is dus belangrijk om daar even goede afspraken over te maken. Sommige bands willen een backdrop ophangen, maar tegenwoordig gebruiken ze vaak visuals.’

15 minuten
Belangrijke taak voor een stagemanager is het strak in de gaten houden van het tijdschema. Alles moet op het juiste moment klaar zijn: de soundcheck, het openen van de deuren, en natuurlijk de start maar ook het einde van de show. ‘Een kwartier voordat de band moet beginnen, geef ik meestal een seintje’, vertelt Pip terwijl ze op haar horloge kijkt. ‘Als ik zie dat ze nog wat langzaam op gang komen, wacht ik soms tot vijf minuten van tevoren. Maar dan moeten ze ook echt klaar staan bij de deur naar het podium. Ik heb mijn zaklampje bij me en geef het sein aan de dj en het front of house: Ze komen eraan, stop de muziek.’ Zodra de huis-dj de muziek uitschakelt, betreedt de band het podium en kan de show beginnen.’

Volgens Pip verlopen de meeste optredens tegenwoordig strak volgens planning. ‘De meeste acts werken met een vaste set en hebben alles computergestuurd, vaak met een clicktrack of ingestelde tracks. Daardoor kunnen ze nauwelijks uitlopen. Vooraf stemmen we nog even af of ze een waarschuwing willen vlak voor het einde, maar vaak is dat niet meer nodig.’

Dat was vroeger wel anders. ‘In het oude Paard van Troje moest ik soms echt aandringen dat ze moesten stoppen. Dan gaf ik aan: ‘Je hebt nog tien minuten,’ en dan nog wilden ze niet stoppen. Als ze doorspeelden, trokken we gewoon het gordijn dicht. Soms gingen ze dan nog door achter het doek. Het publiek reageerde wisselend: applaus of boe-geroep. En dan zei ik tegen het geluidsteam: ‘Breek het af.’ Dan ging gewoon het geluid uit.’

Tegenwoordig werkt dat veel efficiënter. ‘We communiceren via headsets en lichtsignalen. Vroeger moest ik nog dwars door het publiek om iets tegen de geluidsman te zeggen. Nu doen we dat gewoon via oortjes.’

Na de show begint de voorbereiding voor wat daarna komt. 
Pip: ‘Doordeweeks is het meestal rustig na afloop, maar in het weekend moeten we de zaal klaarmaken voor het nachtprogramma of juist leegmaken voor de schoonmaak. Als er wél een nachtprogramma is, dan staat alles al klaar: tafels voor de dj, de indeling van de ruimte; dat soort dingen liggen letterlijk achter het podium, klaar om snel naar binnen te schuiven.’

Dat vereist al vroeg op de dag planning. ‘We denken overdag al na over de avond en nacht: wat moet er waar staan, hoe bouwen we de zaal om? Ik geef een korte overdracht aan de nachtstagemanager, met info over de planning en wat er al is voorbereid. De dj van de avond komt als die klaar is vaak nog even afscheid nemen, net als de fotograaf, en ondertussen druppelen de nieuwe mensen alweer binnen.’

Aan het eind van haar dienst schrijft Pip alles op in het logboek. ‘Daarin noteren we bijzonderheden, maar ook als alles gewoon soepel verlopen is. Het lijkt bijna op een dagboek, al houden we het kort. Toch is het handig om later terug te lezen: ‘brandalarm bleef uit, geen incidenten, alles liep goed.’

Home away from home
Sinds vijf jaar vervult Pip een nieuwe rol bij Paard: receptioniste én backstagemanager. Net als begin jaren ’90, toen ze de rol van stagemanager grotendeels zelf vormgaf, heeft ze ook deze nieuwe functie naar haar hand gezet.

‘Na corona merkte ik dat het werk als stagemanager me minder goed meer lag’, vertelt Pip. ‘Ik was er eigenlijk een beetje uitgegroeid. Het voelde alsof ik het niet meer écht in me had. Pas toen realiseerde ik me hoe zwaar het eigenlijk was: lange dagen, nachtdiensten, fysiek intensief, en je bent soms wel twaalf uur achter elkaar bezig. Je staat constant ‘aan’, met vragen vanuit de band, techniek of het personeel. Je wil weten wat er in de zaal speelt, wat buiten gebeurt, en ondertussen draai je zelf ook backstage mee. Het is echt topsport.’

In haar huidige rol ligt de focus meer op de organisatie en logistiek achter de schermen. ‘Ik verwerk de riders, zorg dat alle boodschappen op tijd binnen zijn en regel alles wat er backstage nodig is. Tijdens de show zelf ben ik er vaak niet meer, maar ik zorg dat alles klopt vóórdat het zover is. De kern blijft hetzelfde: zorgen dat alles soepel verloopt en dat iedereen zich welkom voelt.’

Riders bevatten de wensen van artiesten op het gebied van techniek, catering en overige zaken. Soms staan daar verrassende of onmogelijke verzoeken in. ‘Als iets opvallend is, overleg ik met de productiemanager. Samen bekijken we wat haalbaar is. Meestal kunnen we veel regelen, al staan er af en toe bijzondere dingen tussen. Zo vroeg een band ooit om sokken. Of krasloten.’

Ook grappige verzoekjes passeren de revue. ‘Bij Mobb Deep (old skool rappers, red.) stond onder meer ‘XL-condooms’ op de lijst. Dan regel ik die gewoon’, zegt Pip lachend.

Een andere band schreef: ‘some greens would be really appreciated (3 bags)‘ – duidelijk een hint naar wiet. ‘Ik heb toen drie zakjes met basilicum, munt en koriander klaargelegd. Geen idee wat hun reactie was, maar ik vind het toch leuk om een beetje te spelen met zulke dingen.’

Een enkele keer zijn er ook creatieve verzoeken, Pip vertelt: ‘Er was eens een band die om een tekening van een kat vroeg. Dan schakel ik iemand in die goed kan tekenen en maken we er iets moois van. Zo’n verzoek is vaak gewoon een test: willen ze zien of je er moeite voor doet, of je er iets persoonlijks van maakt. En dat is precies wat ik het leukst vind: mensen verrassen’.

‘Ik zie mijn werk een beetje als het verzorgen van gasten, alsof je visite krijgt: je wilt dat ze zich welkom en thuis voelen. Het is echt een soort ‘home away from home’. Laatst had ik een band die ik helemaal volgens hun rider had verzorgd. Toen ze aankwamen, waren ze dolblij. Ze zeiden: ‘In Engeland krijgen we nooit iets!’ Dat soort reacties zijn goud waard. Het maakt mijn werk extra bijzonder.’

Lowlands
Ook buiten PaardD is Pip actief als stagemanager, bijvoorbeeld op festivals als Concert at Sea, Paaspop, Eurosonic en Zwarte Cross. En ook Lowlands kan elk jaar op haar rekenen. Dankzij Pip staat er elk jaar weer een compleet team klaar om de India-stage (voorheen Charlie) soepel te laten draaien; van stagehands en runners tot hospitality. 
Pip stelt het team zelf samen en begeleidt iedereen gedurende het hele festival. Pip: ‘Eén keer per jaar gaan we met een groep Paard-collega’s naar Lowlands om daar te werken. Het is inmiddels echt een traditie geworden, een soort jaarlijks uitje, maar dan eentje waarbij we keihard aan de slag gaan. We draaien mee in de productie, achter de schermen of backstage, afhankelijk van wat er nodig is.’

‘Het is geweldig om met collega’s in zo’n totaal andere setting te werken. We kennen elkaar natuurlijk goed van Paard, dus we zijn perfect op elkaar ingespeeld. En hoewel het werk pittig is – lange dagen, veel schakelen – hangt er altijd een goede sfeer. Het is tenslotte Lowlands: alles is nét een maatje groter, drukker en chaotischer, maar dat maakt het juist zo leuk. Voor mij voelt het een beetje als een werkvakantie: je doet waar je goed in bent, met mensen die je kent, midden in een festival vol muziek en energie. Elk jaar kijk ik er weer naar uit.’

Merchandise
Naast al haar andere werkzaamheden is Pip ook actief in de merchandise: het verkopen van bandartikelen zoals vinyl, cd’s, T-shirts en hoodies tijdens concerten of festivals. Op de vraag hoe dat begon, glimlacht ze: ‘Dat is echt al járen geleden. Ken je Burma Shave nog, die Haagse band? Mijn vriend deed het geluid voor ze, en ze hadden dat nummer Hippies, weet je nog? Echt zo’n typisch tijdsbeeld. Op een gegeven moment zochten ze iemand voor de merchandise en ik zei: ‘Nou, dat wil ik wel doen’. Samen met een vriendin ben ik toen meegegaan, en zo rolde ik er eigenlijk in. En eerlijk? Het is gewoon een superleuke baan!’

Tot op de dag van vandaag doet Pip het nog regelmatig. ‘Als een band niemand meeneemt voor de merch, bellen ze mij vaak met de vraag of ik wil inspringen. En meestal zeg ik ja, want ik doe het echt met plezier. Zo heb ik het gedaan voor onder andere Handsome Poets (als The Sissies), en zelfs een tijdje voor Di-rect. Dan ging ik ook mee het hele land door, niet alleen hier in het Paard.’

Vooral met Handsome Poets herinnert ze zich de lol. ‘Dat was altijd feest. Eén keer kochten we bij Zeeman allemaal van die goedkope slipjes. Tijdens de show verkochten we ze voor één euro met het idee: ‘Gooi een slipje naar de band’. Nou, op een gegeven moment vlogen die dingen echt door de hele zaal. De band stond op het podium te kijken van: Wat gebeurt hier nou?! We hebben zó gelachen.’

‘Juist dat maakt het zo leuk’, zegt Pip. ‘De sfeer, de grapjes, het contact met het publiek; je hebt altijd een gezellige dag of avond.’

The Sissies
Heel soms staat Pip, samen met haar vriendin Sandra, toch óók een beetje in de spotlights. ‘The Sissies zijn eigenlijk per ongeluk ontstaan, zoals de leukste dingen vaak gaan’, memoreert Pip over het ontstaan van het duo. ‘Het begon allemaal, ik denk in 2007, toen ik van mijn broer twee kaartjes kreeg voor een speciale meezingeditie van The Sound of Music in Den Bosch. Samen met Sandra, mijn vaste partner in crime, besloten we het groots aan te pakken. In dirndl – jawel, helemaal in stijl – gingen we naar de bioscoop om uit volle borst mee te zingen met Do-Re-Mi en Edelweiss. Maar eerlijk? Het event, en vooral het meezinggehalte, viel een beetje tegen. We hebben vooral bij de bar gehangen. Na afloop dachten we: de avond is nog jong, laten we naar het Paard gaan. Daar was een gayfeest en wij liepen daar dus rond in onze traditionele klederdracht. Nou, we waren meteen een bezienswaardigheid. Iedereen wilde met ons op de foto, mensen lachten, vroegen wie we waren. Voor de grap zeiden we: ‘Wij zijn The Sissies’. En zo is het begonnen.’

Vanaf dat moment trok het duo vaker dezelfde outfits aan, gingen samen naar optredens en festivals en werden zelfs gevraagd voor allerlei events: van Puur Gelul tot Parkpop en het Bevrijdingsfestival. Het werd een mix van verkleedfeest, performance en vrolijke aanwezigheid. Hoewel het duo nog steeds bestaat treedt de laatste tijd wat minder op. Pip: ‘Soms mis ik het wel; het samen lol maken, opvallen zonder moeite, en mensen verrassen met iets simpels als een outfit en een goed verhaal.’

Boozy de Kok (Puur Gelul) en The Sissies

‘Dáár doen we het voor!’
Pip kan in haar werk – of het nu als back- of stagemanager, als verkoper merchandise of Sissie is – haar liefde voor muziek en mensen volledig kwijt. Van het soepel laten verlopen van shows tot het regelen van de kleinste details backstage: Pip is overal en nergens tegelijk, altijd met hetzelfde doel: zorgen dat artiesten én bezoekers zich welkom voelen. 

Wat haar werk zo bijzonder maakt? Pip: ‘De afwisseling, het teamwork en de magie van een geslaagde avond. Ik geniet ervan om met een hecht team te werken achter de schermen, zodat de band het in alle opzichten aan niets ontbreekt en het publiek een onvergetelijke show beleeft. Het is zo mooi om te zien hoe alles samenkomt – techniek, productie, artiesten en crew – en dan dat moment waarop het publiek uit z’n dak gaat. Dan weet je: dáár doen we het voor.’

Interesse in het beroep Stagemanager? Opleiding

Als je stagemanager wilt worden, zijn er verschillende opleidingen die je in die richting kunnen opleiden. Hier zijn een paar opleidingen die goed passen (bron ChatGPT):
– MBO Theatertechniek / Podium- en Evenemententechniek MBO (niveau 3 of 4)
– HBO Theater / Productieopleiding
– Korte studies en workshops bijvoorbeeld: the event academy

Pip volgde geen specifieke opleiding voor haar werk, maar begon begin jaren ’90 min of meer toevallig in het vak. ‘Ik werd gevraagd en ben gewoon begonnen’, zegt ze. ‘Tegenwoordig gaat dat niet meer zo makkelijk. Er is nu de Herman Brood Academie waar je stage management kunt studeren, en meestal moet je solliciteren of langs een commissie voordat je aan de slag kunt.’

Vroeger draaide het vooral om jezelf bewijzen: vaak aanwezig zijn, aanpakken en laten zien wat je kunt. Pip ziet nog steeds mensen doorgroeien, bijvoorbeeld van stagehand naar stagemanager. Bij Paard is er gelukkig geen tekort aan personeel. ‘We hebben een enthousiaste groep mensen die dit werk graag doet. Als iemand niet kan, is er altijd wel een ander beschikbaar. We werken met een vast team.’

Wat wordt van een stagemanager verwacht en wat kun je er als professional mee verdienen? Bron: ChatGPT (Let op, die is niet 100% betrouwbaar!)

Plaats een reactie