Photek – Modus Operandi; 
een uniek debuut voor het hoofd, uit een genre voor de dansvloer

Eens in de zoveel tijd komt er een debuutplaat uit van een band of artiest die als niets anders klinkt. Of we het dan over The Clash of Joy Division hebben, over Arctic Monkeys of Velvet Underground of zelfs Lauryn Hill of Deftones, stuk voor stuk leverden zij iconische debuutplaten die je vanaf de eerste luisterbeurt bij de keel grijpen en niet meer loslaten. Een album dat, wat mij betreft, zeker in dit illustere rijtje thuishoort is Photek’s Modus Operandi.

Door: Fabian Hofland

Verschenen in september 1997, was Modus Operandi een van de eerste drum-’n-bass-albums. Drum-’n-bass (dnb) was, en is, voornamelijk een 12” genre. White labels en 12”-es verschenen in sneltreinvaart om alle dj’s en feesten wekelijks te voorzien van nieuwe tracks. Het is een genre voor de dansvloer: ratelende beats, vuige baslijnen en een paar donkere samples. Midden jaren 90 was niemand bezig met het idee om een dnb-album te maken. En toch was daar in 1995 Goldie met zijn geniale Timeless, een dubbelalbum nog wel, met een openingstrack van maar liefst 21 minuten! Goldie bracht dnb niet zozeer naar de mainstream (je zou kunnen stellen dat Roni Size & Reprazent’s – New Forms de echte doorbraak naar het grote publiek was), maar het bracht het genre wel naar woon- en slaapkamers. Timeless is meer een album voor je hoofd dan voor je voeten.

Photek, echte naam Rupert Parkes, was zich niet alleen bewust van Goldie’s werk, maar heeft ook met hem samengewerkt. Ze hebben elkaar geremixed en Photek heeft 12”-es uitgebracht op Goldie’s Metalheadz-label. Gesterkt door de impact en de ambitie van Timeless, kwam Photek 2 jaar later met zijn eigen debuutalbum. Een album dat tot de dag van vandaag geldt als een buitenbeentje binnen dnb, met zijn sobere productie, organische geluid en in sommige nummers meer ambiance dan beats. Het verhaal gaat dat Photek zijn nummers stript tot alleen het hoogstnoodzakelijke overblijft. Geen foefjes en trucjes, maar de nummers terugbrengen tot de pure essentie. Een esthetiek die eigenlijk niet geëvenaard is tot Burial en de hele Hyperdub-scene de kop op zou steken, een goede 7 á 8 jaar later.

Modus Operandi is een uiterst zorgvuldig samengesteld album, met een kop en een staart, en nummers die naadloos in elkaar overvloeien. Waar Timeless een soort hard–zacht–hard–zacht-tracklisting kent, vertelt Modus Operandi echt een verhaal. Het neemt je mee en laat je 70 minuten lang niet meer los. Er zijn maar een handje vol drum ’n bass artiesten die geprobeerd hebben om echt een album neer te zetten. Na Timeless, Modus Operandi, New Forms en Grooverider’s Mysteries of Funk en 4Hero’s Two Pages (beide uit 1998) zijn de meeste dnb albums vooral compilaties van 12”-es of tien klappers voor de dansvloer en twee wat rustigere nummers om het idee van een gebalanceerd album te creëren. Het genre heeft vele veranderingen door gemaakt en het is misschien appels met peren vergelijken, maar de onbegrensde creativiteit en ambitie van eind jaren 90 is niet meer geëvenaard. 

Wat maakt Modus Operandi zo bijzonder? Dnb vloeide voort uit jungle en was, zoals gezegd, een combinatie van vuige baslijnen en ratelende beats. De nummers op Modus Operandi bevatten eigenlijk geen van beide. De muziek zit veelal dichter bij jazz of ambient, dan dat het nummers zijn die je in een club zou kunnen draaien. Opener The Hidden Camera met zijn jazz-akkoorden en groovy, shuffle drums heeft misschien wel iets in zich van de 6/8 maat die zo kenmerkend is voor dnb, maar het is niet het eerste waar je aan denkt. Het nummer 124 is eerder een Detroit electro nummer dan dnb en de titeltrack is een neo-soul nummer waar Erykah Badu moeiteloos overheen zou kunnen zingen. De bassen op het album zijn gesamplede contrabassen of in ieder geval organisch klinkende bassen en niet het soort vouwen-uit-je-broek trillend geweld dat in de 12”-cultuur de boventoon voert. Zoals op het nummer KJZ, waarvan de beat rondjes om je hoofd lijkt te draaien, waar de zeer ruimtelijk klinkende contrabas je voornaamste houvast is. Daarentegen zijn nummers als Smoke Rings,  Aleph 1, Trans 7 en afsluiter The Fifth Column onmiskenbare dnb-krakers, met hun stuwende en stuiterende beats, goed gekozen samples en aanvullende ambiance voor dat beetje extra spanning. En dan te bedenken dat het album gemaakt is met samplers die maar een paar seconden sample-tijd hadden. En met een fysieke 24-sporen mixer (zoals de Mackie 8 Bus) en niet het eindeloze aantal sporen wat laptop-producers tegenwoordig tot hun beschikking hebben. Dit maakt het album, net als Timeless trouwens, des te imposanter.

Na Modus Operandi maakte Photek feitelijk nog maar twee albums: Solaris (2000), waar hij ongegeneerd voor de house- en techno-invloeden ging en met Chicago House-grootheid Robert Owens samenwerkte op twee nummers, en KU:PALM (2012). Hij woont al geruime tijd in Los Angeles en liet zich voor KU:PALM inspireren door de USA breakbeat en big room-scene. De meningen over dit album zijn verdeeld. Het is nog minder dnb dan Solaris en ondanks zijn ijzersterke DJ Kicks mix-album met min of meer hetzelfde geluid, is KU:PALM geen al te beste plaat.

Parkes maakt tegenwoordig alleen nog maar soundtracks voor games, films en tv-programma’s waaronder Need for Speed, Call of Duty, The Protégé en How To Get Away With Murder. Helaas is dit een traject wat meerdere artiesten afleggen. Voor een studiotechneut als Photek, bij wie productie altijd met stip op één heeft gestaan, is het ergens wel logisch dat hij meer de kant op is gegaan van sound enginering. Of er ooit nog een volwaardig Photek studio-album komt is sterk de vraag, maar met Modus Operandi hebben wel altijd nog een tijdloze klassieker om keer op keer naar terug te gaan.

Modus Operandi is onlangs, voor het eerst sinds 1997, weer verschenen op vinyl

Plaats een reactie