In mijn middelbare schooltijd moest ik het niet hebben van mijn imposante voorkomen, sportieve prestaties of hippe merkkleding. De vrijwel permanente pukkel op mijn rechter neusvleugel hielp ook al niet. Wat mij restte was spitsvondig en/of grappig uit de hoek proberen te komen.
Door: Bert Toet
Dat ging mij vaak goed af, maar lang niet altijd natuurlijk. Zo herinner ik mij een leraar die de voor mij historische woorden sprak: “Als je eigenlijk niets te zeggen hebt, kan je dat misschien beter ook maar niet doen.” Dat werkte bij mij beter dan welke boze berisping ooit zou hebben gedaan.
Waarvan akte. Deze dag is zo’n dag waarop ’s mans wijze woorden van toepassing zijn. Ik heb even niet zo veel te zeggen. Dus laat ik de muziek voor zich spreken dit keer. Bon appetit.