Snobs over het genot van geven, de muzikale paplepel en woordloze urgentie 

Het was gisteren weer de tijd van geven en nemen. Als je er over nadenkt is het best een vreemd fenomeen, pakjesavond zonder Sintgelovigen. Met je zuurverdiende pegels schaf je dingen aan waarvan je hoopt dat anderen ze graag krijgen. Tegelijkertijd moet je maar afwachten of je zelf iets mag uitpakken dat je graag zou willen hebben. Waarom trakteert iedereen niet gewoon zichzelf? Dat scheelt een hoop heisa, voorkomt eventuele teleurstelling en er hoeft geen gore plakletter aan te pas te komen.
“Omdat geven ook fijn is. Dan kan je mensen blij maken,” legt mijn dochter nog net niet hoofdschuddend uit.
Oh ja, dat is ook zo. Nou alsjeblieft derhalve, voor jullie: de post-Klaas-Snob-o-Matic. En verdomd als het niet waar is, het voelt nog fijn ook om hem te delen.

Door: Bert Toet

Delwood – Lighthouses
Wat is dat toch met die Belgen? Wordt muzikale eigenzinnigheid daar soms met de paplepel ingegoten? Of lijkt het maar zo, dat er bovengemiddeld veel verrassends uit ons Zuiderbuurland komt overgewaaid? Feit is dat Delwood een Belgische band is die het experiment niet schuwt en bevredigend moeilijk te labelen valt.
De ingrediënten zijn hier een dubbele basbezetting, (strijk)synths, een drummer die zich doet gelden en hier en daar een doeltreffende blazer. Je zou bijna vergeten dat er ook nog gezongen wordt, maar dat is dus eigenlijk een compliment voor de composities en de instrumentale uitvoering ervan. Ik hoor jazz, post- en mathrock. Ik hoor draaiend dansende baspartijen, ik hoor een vleugje industrieel en zelfs een toefje Public Service Broadcasting.
Lighthouses is, net als de overige nummers op het titelloze debuut, een muzikaal verhaal op zich waarbij de bijbehorende film als vanzelf in je hoofd wordt geprojecteerd. Gezellig is dat meestal niet, maar innemend en aangrijpend des te meer. 

Patrick Shiroishi – The Long Bright Dark
Laat ik eerlijk zijn: met een saxofoon als leidend en vaak enig instrument in een free-jazz setting krijg je mijn virtuele handen niet snel op elkaar. Met enig wantrouwen begin ik dan ook aan de beluistering van The Long Bright Dark, het afsluitende nummer van het nieuwe solo-album van de Japanse Amerikaan Patrick Shiroishi. Fladderende motieven omlijsten een pracht van een melancholische sololijn. Dat begint in elk geval goed.
Gaandeweg neemt de intensiteit toe en doet het meer en meer aan als een strijdlied. Geen strijdlied van het agressieve soort, maar meer een anthem, een aansporingslied. De schouders moeten eronder, dat gevoel. Rond de 1 minuut 50 wordt deze boodschap ook vocaal onderstreept. Ondanks dat ik er niets van versta, is er geen twijfel mogelijk: er is werk aan de winkel, kom op nou, hoogste tijd, maar als we ons best doen gaat het goed komen.
Als evenzovele uitroeptekens claxonneren de laatste tonen in het oor. Wat ontzettend knap dat er, zonder voor mij verstaanbare woorden zo’n overduidelijke urgentie wordt overgebracht. Als ik het tenminste goed begrepen heb, maar dat ga ik niet opzoeken, want dat zou zonde zijn. 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s