Of je nou een pick-me-up nodig hebt omdat je net het leukste festival van Nederland hebt bezocht, een schop onder de kont want de inhoud van je platenkast is dringend aan vernieuwing toe, of gewoon van je monotone maandaggevoel af wilt: er is altijd een goede reden voor een momentje Snob.
Door: Bert Toet
Gabriels – The Blind
In de regel zal het woord ‘soul’ niet snel vallen als je het met mij over muziek hebt. Het is niet dat ik er mijn neus voor op haal of dat ik er de waarde niet van (h)erken, het is gewoon niet mijn smaak. Normaalgesproken, want dan is daar ineens Gabriels, een op het eerste oog wat onwaarschijnlijk trio van een gospelzanger, een reclamemuziekmaker en een videoproducer, dat korte metten maakt met de opgehokte smaakpolitie in mijn hoofd.
Nou ja, ineens… De drie schaafden en poetsten op hun dooie akkertje (ze hebben tenslotte allemaal een day job) vanuit hun basis in LA zo’n jaar of vijf aan de zuinige worp van evenzoveel nummers die samen de debuut ep Love And Hate In A Different Time vormen. En ja, zuinig ja, want dit smaakt naar veel meer. Het nummer The Blind is in de basis een door vreemde percussie begeleide gospelblues, maar er gebeurt op de achtergrond van alles. Gabriels slaagt erin om tegelijkertijd vintage en vernieuwend te klinken.
Er is de fenomenale oude ziel die de stem van Jacob Lusk lijkt te kanaliseren, er is het klassiek aandoende schrijverschap van de drie samen, maar er is ook de spaarzaam en daardoor des te doeltreffender toegepaste moderne productie en elektronica van Ryan Hope en Ari Balouzian. Gloedvol, bezield, prachtig, droevig, warm, swingend; als dit is wat soul kan zijn, heb ik heel wat in te halen. Ik heb alleen het bange vermoeden dat Gabriels mijn lat hopeloos hoog heeft gelegd.
The Besnard Lakes – Superego
Dit is een band die om onbekende redenen altijd een beetje aan mijn aandacht is ontsnapt. De naam komt vaak voorbij – ze zijn er al een eeuwigheid – ze komen uit het door mij stuk geromantiseerde Canada en ook wat ik over ze lees zou mij toch tot aandachtiger luisteren hebben moeten aanzetten, maar soms is daar toch de Snob voor nodig kennelijk. En volkomen terecht zo blijkt, want wat een fijne fuzzdoordender is Superego.
Een wijze Snob zei erover: “Iedereen doet zijn eigen ding en toch past het.” Dat klopt helemaal, want ook al staat de bassist met z’n ogen dicht te grooven, komen de drums zo te horen vanuit de kelder, heeft de zangeres niet veel boodschap aan futiliteiten als verstaanbaarheid of metrum en is de gitarist voornamelijk zijn nieuwe effectpedaal (jawel, de Superego) aan het uitproberen, het geheel is onweerstaanbaar.
En al zal het niet makkelijker worden me aan de maximumsnelheid te houden, dit gaat regelrecht mijn road triplijst in. Totaal ongefundeerd maar daarom niet minder waar: voor mij klinkt dit als de plaat waarvan ik hoopte dat Lower Dens die ooit zou maken. De Snob heeft mij dus wederom genadeloos gecorrigeerd en ik verheug me nu al op mijn strafwerk.